Twee choepot op één dag

Bussum Choepa.

Geen druppel regen heeft dit jaar ons verblijf in de soeka verstoord. Meestal is het dak open, dak dicht, kachel aan, kachel uit. Het was aangenaam warm en het woord regen was uit ons vocabulaire verdwenen, geen druppel water te bekennen. Maar nu zitten we in onze serre, die gedurende Soekot omgebouwd was tot een loofhut, met een enorme waterschade. Het plenst en om de een of ander reden komt de regen naar binnen met bakken. Serre en keuken beide onder water. Regen, waarvoor we sinds Soekot een speciale bede dagelijks invoegen, is een zegen, speciaal in Israël.  Maar voor ons voelt het meer als de zondvloed en doet ons denken aan de ark van Noach waarover afgelopen sjabbat in alle synagogen ter wereld werd gelezen. Hoewel: de ark van Noach was omringd met water, maar was binnen kurkdroog en had geen lekkage zoals bij ons. 

Maar nu we toch speken over water: afgelopen zondag waren er in ons ressort twee choepot, bruiloften. Eén choepa is in Joods Nederland al bijna een unicum, twee overtreft bijna het Nederlands-Joods-menselijk verstand. Vanaf dit dagboek: mazzeltov bruiden en bruidegoms (of heet zoiets bruidegommen?). Moge de Allerhoogste jullie een goed, gezond, lang en vruchtbaar leven schenken. Vruchtbaar betekent vanuit de Joodse Tora-optiek niet uitsluitend fysieke nazaten, maar zeker ook ‘nazaten’ in de spirituele zin van het woord. Alles wat een mens produceert wordt onder ‘nazaten’ verstaan, en dus ook de mitswot, de goede daden, die worden verricht. En niet uitsluitend goede daden, maar ook goede woorden door bijvoorbeeld een medemens bemoedigend tot steun te zijn. Het doel van het huwelijk is niet om uitsluitend tijdelijk, dus gedurende het verdere aardse bestaan, samen te zijn, maar om een huis te bouwen dat eeuwig zal zijn en zal blijven door al het goede dat uit het nieuwe Joodse huwelijk/huis zal voortkomen, ook in de verre toekomst tot in eeuwigheid.

Het begin van het huwelijk is dat de bruid naar het mikwa gaat, zich onderdompelt in het water van het rituele bad. De moeder van de bruid, bij wie ik de choepa mocht geven, bereidde haar dochter voor op de onderdompeling. “Blaas jezelf als het ware helemaal leeg zodat je helemaal geen lucht meer in je hebt, en ga dan kopje-onder, laat jezelf helemaal omgeven door het water en kom dan weer boven”. En precies dat is een uiterst essentiële voorbereiding voor het nieuw op te richten Joodse huis en voor iedere partnerschap. Als een mens vol lucht zit, hij is als het ware opgeblazen, hoogmoedig en egoïstisch, dan valt er slecht mee samen te werken. Dus eerst, zo adviseerde de moeder, iedere vorm van hoogmoed verwijderen, Stap twee: laat jezelf volledig omringen door het water. Water staat symbool voor Torakennis. Zoals water van een hoge plaats naar een lagere plaats afdaalt, zo ook is de Tora van boven naar onze wereld, beneden, gekomen. En dan stap drie: verrijkt met kennis en zonder opgeblazen hoogmoed jezelf inzetten voor de bouw van een Joods huis dat bijdraagt en uitstraalt intern, binnen het huwelijk, en extern, naar de omringende samenleving. Een prachtige gedachte die ik in mijn toespraak tot chatan en kalla, bruid en bruidegom, heb gebruikt. 

Maar ondertussen dweilen wij met de kraan open, want zodra het regent stroomt het fysieke water de serre en de keuken binnen en vergeten Blouma en ik dat water symbool staat voor Tora en dat je van Torastudie nooit genoeg kunt krijgen.

Op de begraafplaats van de Joodse Gemeente Amsterdam te Diemen vond een bijzondere plechtigheid plaats. De Joodse verzetsstrijder Bernard Luza, wiens stoffelijk overschot recentelijk van het Ereveld te Loenen was overgebracht naar de Joodse begraafplaats in Diemen, werd herdacht door middel van de onthulling van de grafzerk. Familie uit Australië was ingevlogen, Kaddiesj werd voor hem gezegd, toespraken gehouden en, en dat maakte op mij de meeste indruk, zijn afscheidsbrief die hij enige uren voor zijn executie had geschreven, was gevonden en voorgelezen. Van zijn vrouw en dochter nam hij afscheid … beiden werden in Sobibor vermoord.

Ik heb er een nieuw baantje bijgekregen: stemadviseur! Door de Joodse gemeenschap word ik gebeld en vraagt men mij op wie te stemmen. Ik heb nog eens mijn rabbinale taakomschrijving bekeken, maar kon daar niets in vinden over ‘stemadvies’ tenzij dit onder ‘pastorale zorg’ gerekend moet worden. Want pastorale zorg is het wel. Ik herinner me niet dat de Joodse gemeenschap ooit zo bezig is geweest met de verkiezingen en de uitslag koppelt aan de (on)mogelijkheid om in Nederland te blijven wonen. Natuurlijk moeten we Nederland niet uit angst verlaten en is dat mijns inziens ook (nog) niet nodig. Maar dat hieraan gedacht wordt is een vaag teken. De vraag aan mij hoe te stemmen is dan ook meer een pastorale vraag dan een politieke. Er heerst onzekerheid, want ieder beseft dat de ruimte tussen anti-Israël en anti-Joods minimaal is en misschien slechts theoretisch.

En ondertussen gaat Sallo van Gelder uit Aalten verder met het proberen de stoffelijke resten te vinden van een echtpaar dat in de oorlog gefusilleerd is door het verzet. U leest het goed: het verzet heeft een Joods echtpaar gefusilleerd. Een door en door triest verhaal. De Joodse onderduiker werd onhandelbaar, hij kon de spanning niet meer aan, zat aan de drank en vormde een ernstige bedreiging voor de andere onderduikers, de duikouders en het verzet zelf. De rest zal ik hier niet beschrijven. Maar de inspanning van de heer van Gelder om de lichamen alsnog naar een Joodse begraafplaats te brengen zijn in mijn optiek een teken van een bewonderenswaardige naastenliefde. Van schuldigen (de verzetsstrijders die geen keus hadden) kan hier niet gesproken worden, van onacceptabel gedrag (het echtpaar) al evenmin. Oorlog is niet alleen lijden, gewonden en doden, maar ook wordt in een oorlog het normaal abnormaal en het abnormaal wordt het normaal. 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Meer Gerelateerde Berichten

Dagboek

Twee choepot op één dag