Er gaat op de Westelijke Jordaanoever bijna geen dag meer voorbij zonder gewelddadig incident. Afgelopen dinsdag drong een groep gemaskerde Joodse extremisten het gehucht Ein al-Duyuk binnen, even ten noorden van Jericho, en mishandelde er vier pro-Palestijnse activisten, drie Italianen en een Canadees. De kolonisten – om de internationaal gebruikte term voor Joodse bewoners van de Westelijke Jordaanoever te gebruiken – stalen de papieren en telefoons van de activisten, die lichtgewond raakten en in een ziekenhuis in Jericho behandeld moesten worden.
Het incident had plaats in dezelfde week dat de IDF Khalayel al-Loz, een buitenwijk van Bethlehem, tot ‘gesloten militaire zone’ verklaarde. Dat deed het leger nadat het daar tot gevechten was gekomen tussen kolonisten en Palestijnen. Volgens de Palestijnse Rode Halvemaan raakten tien Arabieren daarbij gewond, onder wie één door geweervuur. Aan Joodse zijde zouden zes personen gewond geraakt zijn. Beelden van het incident deden al snel de ronde, waarin te zien is hoe Joodse extremisten Palestijnen vanaf een heuvel met stenen bekogelen. Dit leidde tot wat de IDF beschreef als een ‘gewelddadige confrontatie’ waarbij een van de kolonisten het vuur opende.
Confrontaties als deze zijn schering en inslag op de Westelijke Jordaanoever, in Israël aangeduid als Judea en Samaria. Dit jaar werden al meer dan 750 gevallen van Joods-nationalistisch geweld tegen Palestijnen geregistreerd, over heel 2024 waren dat er 675. In veel gevallen gaat het om vergelding van aanslagen door Arabische extremisten op Israëlische kolonisten, maar het aantal niet-uitgelokte aanvallen groeit snel. Daarbij gaat het om brandstichting van huizen, auto’s of boomgaarden, maar steeds vaker ook om (zware) mishandeling.
Onvrij en subjectief
Het is lastig de details van het geweld op de Westoever op waarde te schatten. Die zijn schaars omdat de vrije Israëlische pers zich niet bijster interesseert voor het conflict in dat gebied. Dat was al zo voor de oorlogen in Gaza en Libanon en de interesse aan Israëlische zijde is er sindsdien niet groter op geworden, evenmin als de empathie met de Arabische slachtoffers. Tegelijkertijd bestaat er geen betrouwbare Palestijnse journalistiek– die is in alle gevallen onvrij en subjectief – en moeten ook berichten van de Rode Halvemaan en lokale autoriteiten met een forse korrel zout genomen worden. Datzelfde geldt voor informatie die wordt verspreid door al dan niet aan de VN gelieerde internationale hulporganisaties, zoals we sinds het begin van de oorlog in Gaza weten.
Toch is het moeilijk ook maar enige sympathie op te brengen voor de daders van het geweld aan beide zijden. Aan Palestijnse kant gaat het om gewapende terreurgroepen die de scepter zwaaien in de steden op de Westoever. Denk aan de ook uit Gaza bekende organisaties Hamas, de Palestijnse Islamitische Jihad of de PFLP, maar ook aan lokale jihadistische milities zoals Arin al-Oesoed (Leeuwenkuil) in Nabloes, de Jeninbrigades of de Toelkarembrigade.
Dit jaar waren er al meer dan 750 incidenten van Joods-extremistisch geweld tegen Palestijnen
De extremistische kolonisten wagen het niet deze groepen aan te vallen, die zijn te goed bewapend en georganiseerd. De strijd tegen hen is het werk van de IDF, de grenspolitie en elite-eenheden van inlichtingendienst Shin Bet. De geschatte duizend Palestijnen die zijn omgekomen door geweld in de strijd tegen Israël waren vrijwel allemaal lid van of gelieerd aan deze terreurorganisaties. Grootschalige operaties van de IDF in Palestijnse steden, met name in Jenin, hebben het leeuwendeel van de doden aan Palestijnse zijde tot gevolg gehad: vooral terroristen, maar ook burgers die bij de gevechten in de dichtbevolkte ‘vluchtelingenkampen’ tussen twee vuren kwamen.
Razernij
Daarin ligt meteen weer een probleem bij de berichtgeving in het Westen. Als het gaat om slachtoffers aan Palestijnse zijde, maakt de pers net als in Gaza zelden verschil tussen de legitieme doelen van de IDF en Arabische burgers die worden aangevallen door extremistische Joodse kolonisten. Hierover moeten we glashelder zijn: bij die aanvallen zijn tot nu toe nauwelijks Palestijnen gedood. Maar die nuance is te veel werk, of komt niet overeen met de ideologische invalshoek van de meeste westerse journalisten.
Dat neemt niet weg dat de aanvallen door Joodse kolonisten een enorm probleem zijn. Uiteraard in eerste instantie voor de slachtoffers: honderden hebben hun auto’s, huizen en oogsten verwoest zien worden door de razernij van Israëls religieuze extremisten. Een geschatte 1500 Palestijnen hebben hun dorpen verlaten als gevolg van het geweld, hoewel dat getal niet te verifiëren is. Uiteraard gebruikt de internationale anti-Israëlbeweging hiervoor dezelfde hyperbolen als voor Gaza, waar termen als ‘genocide’ en ‘hongersnood’ zonder feitelijke basis heel normaal zijn. De term die nu op de Westoever populair is, naast het populaire ‘apartheid’, is ‘etnische zuivering’.
Dat is zwaar overdreven, al zit er net als bij ‘apartheid’ een kern van waarheid in. Dat laatste geldt uiteraard alleen voor de Westelijke Jordaanoever. Het kan niet vaak genoeg gezegd worden dat de term ‘apartheid’ als het om Israël zelf gaat, onzinnig is en zelfs een belediging voor de slachtoffers van dat racistische systeem in Zuid-Afrika. Maar op de Westoever is het een heel ander verhaal. Dat blijkt bijvoorbeeld al uit de verregaande straffeloosheid van Joodse extremisten. Waar jonge Palestijnen die stenen gooien naar de Israëlische politie maandenlang de gevangenis in verdwijnen, kunnen de extreemrechtse Israëli’s die Palestijnen aanvallen erop rekenen dat zij zelden gearresteerd, nog minder vaak vervolgd en vrijwel nooit veroordeeld worden.
Heuveltopjongeren
Dat verschijnsel is zeer verontrustend, omdat het niet alleen dodelijk is voor het imago van het zionisme en de Joodse staat, maar ook omdat het wijst op een morele crisis in de Israëlische bevolking. Die is vooral van politiek-religieuze aard en aangezwengeld door de extreemrechtse leiders van het religieuze zionisme. Dat moet allereerst onderscheiden worden van de – nog steeds vaak antizionistische – ultraorthodoxie. Veel charediem distantiëren zich van de staat Israël omdat deze slechts door de komst van de Masjiach gesticht zou mogen worden.
Religieuze zionisten daarentegen draaien dit om en zien de stichting van de Joodse staat als een manier het pad te effenen voor de Masjiach. Een groot deel van de circa 750 duizend Joodse bewoners van Jeruzalem en de Westelijke Jordaanoever is religieus-zionistisch en steunt de partij van minister van Justitie Bezalel Smotrich of het kahanistische Otzma Yehudit (‘Joodse kracht’) van veiligheidsminister Itamar Ben-Gvir. Met name de ‘heuveltopjongeren’, die illegale nederzettingen stichten en verantwoordelijk zijn voor het leeuwendeel van het geweld tegen Palestijnse burgers, zijn merendeels aanhangers van deze twee extreemrechtse politici.
Het is de Palestijnen niet altijd kwalijk te nemen dat zij het verschil tussen de Israëlische autoriteiten en de extremisten niet zien. Kunnen zij verwachten dat Ben-Gvir, verantwoordelijk voor de politie, zich inzet de daders van het geweld op te sporen als die tegelijkertijd zijn aanhangers zijn? De veiligheidsminister doet er alles aan om politiecommandanten te benoemen die ideologisch op één lijn zitten met hem en de extremisten? Arabieren scheren de relschoppers, de politie en het leger voor het gemak over één kam, en zien enkel Israëlische Joden die geweld tegen hen gebruiken, met of zonder uniform aan.
Kentering
Dat alles terwijl de extremisten hun geweld juist steeds vaker tegen de IDF richten. De legerleiding is als een van de weinige instanties bereid zich in te zetten voor de bescherming van Palestijnse burgers op de Westoever. Benjamin Netanyahu keurde onlangs het geweld af tegen IDF-eenheden die proberen de vrede te bewaren in het gebied. Daarin was de premier echter aanzienlijk terughoudender dan IDF-stafchef Eyal Zamir, die zijn geduld met de kolonisten begint te verliezen. Terwijl Netanyahu erop wees dat Israël ‘een natie van wetten is en conform die wetten handelt,’ zei Zamir: “Wij zijn vastberaden hardhandig op te treden totdat gerechtigheid zegeviert.”
Daarbij helpt het niet dat aanklagers of rechters de gearresteerde gewelddadige kolonisten vaak na een paar dagen naar huis sturen met een enkelband om. Wellicht gaan de woorden van de IDF-stafchef voor een kentering zorgen. Vorige week kreeg een extremist eindelijk een heuse terreuraanklacht aan zijn broek. Ariel Dahari, bewoner van de illegale nederzetting Oz Yair, werd gefilmd toen hij een 52-jarige Palestijnse vrouw neersloeg met een knuppel omdat zij haar olijven wilde oogsten.
‘Wij zijn vastberaden hardhandig op te treden totdat gerechtigheid zegeviert’
Luitenant-generaal Zamir werd juist door Netanyahu aangesteld als bevelhebber van de IDF in de hoop dat hij als houwdegen de lijn van de haviken in de regering zou volgen, maar rolt inmiddels al vechtend over straat met Bibi’s minister van Defensie Israel Katz. Het is goed te zien dat de stafchef het belang van het leger belangrijker acht dan dat van de regering. Maar deze week kwam de IDF zelf in ruw vaarwater terecht, toen een video opdook waarin soldaten twee Palestijnse verdachten lijken te executeren bij een antiterreuroperatie in Jenin. Dat het hierbij ging om leden van de paramilitaire grenspolitie, de Magav, is een nuance die niet besteed zal zijn aan het Arabische publiek of aan Westerse media. De IDF heeft een onderzoek naar de zaak ingesteld.
Wind in de zeilen
Zoals al zo vaak aangestipt, speelt Benjamin Netanyahu een belangrijke rol in het extremistische krachtenspel. Het is Bibi die veel van het gezag over de Westoever heeft overgedragen aan Smotrich en Ben-Gvir, in ruil voor steun aan zijn coalitie. Maar het probleem is breder. Sinds 7 oktober 2023 lijkt de empathie voor de Palestijnen onder de Israëli’s sterk afgenomen. Dat geldt uiteraard voor Gaza – er is nauwelijks oppositie tegen de wijze waarop de oorlog daar is gevoerd – maar ook voor Judea en Samaria. Er zijn weinig krachten in de Israëlische politiek die hardop voor een tweestatenoplossing durven te pleiten. En dus ageren maar weinigen tegen de ongebreidelde uitbreiding van nederzettingen – die zo’n oplossing onmogelijk maakt – of tegen een hardere aanpak van de kolonisten.
Het risico voor Israël hiervan is levensgroot. Nu al is te zien dat de aandacht van antizionistische krachten in Europa en de VS verschuift naar de Westelijke Jordaanoever, en de oorlog in Gaza is nog niet eens echt voorbij. Steeds meer Westerse landen stellen sancties in tegen Joods-extremistische leiders. De erkenning van een Palestijnse staat is deels een reactie op het Israëlische beleid in Judea en Samaria. De acties van de extremisten en de gebrekkige reactie hierop door leger, politie, Openbaar Ministerie en rechterlijke macht maken het de Israëlhaters, die toch al de wind zo in de zeilen hebben, wel erg gemakkelijk.