Het Huis van Afgevaardigden in Washington stemde gisteravond met overweldigende meerderheid in met een wetsvoorstel dat de Amerikaanse regering opdraagt financiële steun in te trekken aan universiteiten die niets doen aan de explosie van Jodenhaat die sinds 7 oktober hun campussen teistert.
De stemming eindigde met 373 afgevaardigden voor en 54 tegen. Opvallend hierbij was dat de tegenstemmers op één na linkse Democraten waren. Onder hen veel namen die wij kennen van anti-Israëlische en antisemitische retoriek, zoals Alexandria Ocasio-Cortez, Rashida Tlaib en Ilhan Omar. Maar ook vier Joodse afgevaardigden uit de linkervleugel van de Democraten stemden tegen. Eerder viel al op dat die vleugel er moeite mee had Hamas en het bloedbad van 7 oktober te veroordelen. De enige Republikein die tegen stemde, is de extreemrechtse ‘libertariër’ Thomas Massie, die vrijwel tegen alle voorstellen stemt waarin overheidsuitgaven ter sprake komen, maar blijkbaar won ditmaal zijn afkeer van Joodse Amerikanen het van zijn wens dat de regering minder geld uitgeeft.
In politiek Den Haag is er weinig animo voor bescherming van Joodse studenten op Nederlandse universiteiten
Sinds 7 oktober is het aantal antisemitische incidenten aan Amerikaanse universiteiten niet meer bij te houden. Bij demonstraties wordt de terreur van Hamas verheerlijkt en opgeroepen tot genocide op Joodse Israëli’s, maar ook zijn Amerikaanse Joden op campussen niet langer veilig. Er zijn verschillende geweldsincidenten en doodsbedreigingen geweest, naast een stortvloed aan racistische beledigingen. Opvallend is dat de universiteiten nauwelijks optreden en soms zelfs ronduit de kant kiezen van antisemitische studenten en docenten. De Amerikaanse politiek wil nu daartegen optreden, nadat eerder al privé-donateurs op grote schaal hun financiële bijdragen aan verschillende universiteiten hebben stilgelegd.
Aangezien ook in Nederland veel Joodse studenten zich niet meer veilig voelen nu openlijk antisemitisme eerder norm dan uitzondering is geworden, zou het misschien een idee zijn dat ook de Nederlandse politiek de universiteiten aanspreekt op hun verantwoordelijkheid alle vormen van racisme te bestrijden en hun campussen een veilige plek voor alle studenten te maken. Helaas lijkt daar op dit moment in Den Haag – anders dan in Washington – weinig animo voor te zijn.