Het Centraal Joods Overleg heeft gereageerd op de verontwaardiging die is ontstaan na zijn keuze demissionair vicepremier Sigrid Kaag (D66) uit te nodigen als spreker bij de Kristallnachtherdenking op 9 november in de Amsterdamse Esnoga. Het CJO erkent dat Kaag in de fout ging bij het negeren van waarschuwingen dat Nederlands belastinggeld in de handen van Palestijnse terroristen kwam, maar verbindt daar geen consequenties aan. Het verdedigt de minister en valt critici van het CJO-besluit aan.
Het CJO blijft stil over de emotionele uitspraken van de familie van het door PFLP-terroristen vermoorde Israëlische meisje Rina Shnerb. De reactie op de website van de organisatie lijkt er vooral op gericht minister Kaag en haar beleid ten opzichte van Israël te verdedigen. Hoewel het CJO toegeeft dat de minister wel de fout in ging: “In het eindrapport over de subsidieverstrekking aan UAWC dat begin 2022 verscheen, werd gesteld dat de signalen van nauwe banden tussen landbouworganisatie UAWC en terreurbeweging PFLP te lang door het ministerie van Buitenlandse Zaken en haar bewindspersonen – waaronder mevrouw Kaag – niet serieus zijn genomen.”
Maar het CJO kiest vervolgens onomwonden de zijde van Kaag. Het CJO: “Dat is ernstige kritiek, maar biedt geen legitimatie voor stellingen dat mevrouw Kaag bewust en actief Palestijnse terreurorganisaties zou hebben gesteund of dat zij een vijand zou zijn van Israël en het Joodse volk.” Het feit dat Kaag waarschuwingen uit Israël dat het geld in handen van moorddadige Palestijnse terroristen terecht kwam negeerde, lijkt voor het CJO geen probleem en al helemaal geen reden aan te nemen dat zij de PFLP zou steunen. Critici stellen dat de minister ondanks herhaalde waarschuwingen financiële bijdragen verstrekte aan terroristen en zien dat wel degelijk als blijk van ‘steun’.
Op sociale media lieten Nederlandse Joden weten dit jaar de Kristallnachtherdenking te boycotten en er werd een petitie opgezet om te voorkomen dat Kaag daar zal spreken.
Hoe dan ook, het is geen reden voor de bestuurders terug te komen op hun omstreden besluit Kaag uit te nodigen voor de herdenking. Het CJO spreekt de – vooral Joodse – critici van deze beslissing bestraffend toe: “Het CJO betreurt de wijze waarop critici zich uiten over de keuze van demissionair vice-premier Sigrid Kaag als spreker bij de Nationale Kristallnachtherdenking. De wijze waarop zij wordt neergezet komt niet overeen met de feiten, en past op geen enkele wijze bij een waardige en voor de Joodse gemeenschap belangrijke herdenking van de Kristallnacht.”
Het is niet te verwachten dat met deze verklaring de kous af is. Vooral de suggestie dat kritiek op een CJO-besluit minder ‘waardig’ is dan het financieren van een terreurbeweging, zal ongetwijfeld velen die het CJO zegt te vertegenwoordigen, in het verkeerde keelgat schieten. Op sociale media lieten verschillende Nederlandse Joden weten dit jaar de Kristallnachtherdenking te zullen boycotten en werd zelfs een – nog niet erg succesvolle – petitie opgezet om te voorkomen dat Kaag daar zal spreken.