Ik zit nu achter mijn computer en heb net ingecheckt voor mijn vlucht, morgenochtend, naar Wenen. Wat ik daar nu weer doe en waarom? Het RCE, Rabbinical Center of Europe, heeft een conferentie georganiseerd over het thema assimilatie. Ik was eigenlijk niet van plan om te gaan, omdat ik natuurlijk wel genoeg met het onderwerp bekend ben, maar dat kon ook weer niet want ik zit in het dagelijks bestuur en dien dus qualitate qua aanwezig te zijn. En dus vlieg ik braaf naar Wenen.
Sjabbat hadden we een bijzondere gast, de jongste zoon van Elsje. Hij gaat binnenkort naar Israël op alia. Kent u Elsje nog? Over haar schreef ik in een van mijn eerste dagboeken aan het prille begin van het coronatijdperk en dus ook aan het begin van mijn dagboekerij:
Elsje kwam uit een moeizame entourage. Haar moeder had als enige de oorlog overleefd, dat wil zeggen: fysiek wel, maar geestelijk helaas niet! Haar leven was, en ik zal me netjes uitdrukken, niet bepaald een voorbeeld van kuisheid. Daarnaast was ze verslaafd aan de drank. En toen werd Elsje geboren. Zij werd stelselmatig misbruikt, maar was nog te klein om te beseffen wat haar werd aangedaan. Toen Elsje ouder werd begon ze haar vanwaar zij komt, langzaam te begrijpen en juist daarom concentreerde ze zich op waarheen ze moest gaan. Een waarheen die kilometers verwijderd moest liggen van vanwaar ze was gekomen.
Elsje, die ik als pubertje voor het eerst mocht ontmoeten en jarenlang bij mij op Joodse les zat toen ik nog als rondreizende leraar door het land trok, deed vreselijk haar best. Ze zoog het jodendom dorstig op. Elsje werd ouder en trouwde, maar met de verkeerde. Ik had haar nog gewaarschuwd, maar tegen gevoelens is moeizaam strijden en achteraf bezien heeft het toch zo moeten zijn. Kinderen werden geboren en manlief belandde voor vele jaren achter de tralies. Elsje stond er aanvankelijk alleen voor en streed zich door een ingewikkelde periode, maar heeft zich, met haar nieuwe niet-joodse zorgzame man (en goede vader voor haar kinderen) gesetteld in Israël. En nu hoopt de jongste zoon ook naar het Heilige Land te vertrekken, als olee chadasj, nieuwe immigrant. Geweldig!
Ik raakte redelijk in de war van dat artikel over Darwin
Verre van geweldig vond ik een artikel in het RD, het Reformatorisch Dagblad, over de evolutietheorie van Darwin. Het artikel was perfect, maar het onderwerp, de inhoud, was voor mij onthutsend. Ik raakte er redelijk van in de war. Ik ga proberen het uit te leggen.
Toen zo’n dertig jaar geleden het Sinai Centrum een polikliniek in Amsterdam ging bouwen, eiste ik dat de spreekkamers van de artsen en therapeuten of werden voorzien van een inkijkraampje of aan de binnenkant geen slot zouden hebben. Ik werd voor een randdebiel uitgemaakt, hoe kon ik medewerkers verdenken van … De medewerkers waren immers allen professionals en zouden daarom nooit iets doen met de cliënt dat onoorbaar zou zijn. Uiteindelijk heb ik mijn zin gekregen, maar ik moest er wel een oorlog voor voeren. Heden zal geen arts meer zonder een assistent in een onderzoekkamer gaan zitten, want een kleine verkeerde uitspraak of hij heeft een proces aan z’n broek vanwege onzedelijk gedrag en/of poging tot verkrachting. Waarden en normen veranderen voortdurend en polarisatie viert hoogtij.
Een voorbeeld: velen zijn bang het woord Joden te gebruiken en om niet te beledigen zeggen ze dan vaak: ‘Joodse mensen’. ‘Negers’ schijnt ook helemaal niet meer te kunnen, terwijl ik voor mezelf geen enkel gevoel van discriminatie voel als ik dat woord zou gebruiken. In mijn beleving zie ik ook geen enkel probleem bij Sinterklaas en Zwarte Piet Ik vond Piet altijd veel leuker dan die saaie rooms-katholieke Sinterklaas die ook nog eens voorzien was van een mijter met daarop een kruis dat mij aan de middeleeuwen deed denken, toen de Joden voor datzelfde kruis moesten knielen of levend werden verbrand.
Ik vond Piet altijd veel leuker dan die saaie rooms-katholieke Sinterklaas
Terug naar het artikel in het RD. Het ging over Darwin. Darwin en de evolutietheorie. Darwin plaatste de medemens met een donkere huidskleur tussen de orang-oetan en de mens, met andere woorden: uit de aap komt de neger voort en uiteindelijk ontwikkelt zich die dan verder tot intelligent mens. En dus zijn onze medemensen met een andere huidskleur dan die van de blanke heer Darwin een primitievere uitgave van een mens, of een verbeterde uitgave van een aap. Darwins evolutietheorie gaat uit van een hypothese. Als de hypothese klopt, dan is de wereld zo-en-zoveel jaar oud en is dus een medemens met een donkere huidskleur een veredelde uitgave van een orang-oetan. Of die hypothese klopt, weet niemand. Maar als onlosmakelijk onderdeel van die evolutietheorie worden dus medemensen verlaagd tot apen. Onacceptabel! Maar we voeden onze kinderen er wel mee op. Darwin staat voor wetenschap die niet in twijfel mag worden getrokken.
Mijn voorstel: laat de vrolijke gezellige Zwarte Piet met de pepernoten gewoon onaangeroerd, maar laat de minister van Onderwijs het onderrichten van de evolutietheorie op onze scholen snoeihard verbieden. Als de medemens met een donkere huidskleur in het Darwinsysteem een tussenfase is tussen het superieure blanke ras en de orang-oetan, dan wordt er racisme gekweekt in optima forma, en dan ook nog met een zogenaamde wetenschappelijke onderbouwing. Darwin schrijft in zijn boek The descent of man (1881) dat de beschaafde rassen de ‘wilden’ zullen uitroeien … als onderdeel van het proces van evolutie door natuurlijke selectie. Nadat deze ‘wilden’ zijn uitgestorven zal het gat tussen apen en mensen groter worden.” Goed dat het RD ons hierop heeft gewezen (zaterdag 11 maart 2023. p. 29, 30 en 31).
Ik ga mijn koffertje pakken, om 7 uur rijd ik morgenochtend naar Schiphol.
Dit is een persoonlijk dagboek van de opperrabbijn en valt buiten de verantwoordelijkheid van de redactie.