Vorige week meldde de minister van Nationale Veiligheid, Itamar Ben-Gvir, dat hij het belangrijker vond dat zijn vrouw en kinderen zich vrij over de Westoever konden verplaatsen dan dat Palestijnen dat konden. Wat vindt u van die opmerking?
Het gaat er niet alleen om wat hij zegt, maar vooral om de maatregelen die de huidige regering neemt. Ze zeggen dat ze willen ‘hervormen’ en een nieuwe balans willen zoeken tussen de bevolkingsgroepen. Dat klinkt heel neutraal, maar is het natuurlijk niet. Wat de regering doet, raakt het hart van alles wat een liberale democratie zou moeten zijn.
Over welke bevolkingsgroepen gaat het met name?
De belangrijkste zijn de Arabische gemeenschap en de ultraorthodoxie. Allebei belangrijke culturele groeperingen, maar hun status verschilt totaal. Daarover gaat de huidige onrust. Tot begin jaren negentig kende Israël discriminerende wetten. Die zijn toen na juridische aanpassingen afgeschaft. Formeel heeft iedereen nu dezelfde rechten, maar dat wil de regering terugdraaien. Let wel, de ultraorthodoxen worden al voorgetrokken. Kijk bijvoorbeeld naar hun uitzonderingspositie bij de IDF, hun afwijkende curriculum in scholen, de scheiding van man en vrouw en welke budgetten er voor ze vrijgemaakt worden. Er is een enorme kloof tussen Arabieren en de charediem.
De Arabische partijen hadden tijdens de laatste verkiezingen een verschil kunnen maken, maar ze bleven weg. Begrijpt u dat?
Het is een feit dat de vorige regering (Bennett–Lapid, red.) meer voor Arabische rechten was, maar ook die coalitie hield zich niet bezig met de situatie in de bezette gebieden. Daar konden die Arabische partijen moeilijk mee leven. Voor hen was het de vraag of ze nog langer deel wilden uitmaken van het politieke systeem in Israël binnen de ‘groene lijn’ van 1967. Ik hoop dat ze geleerd hebben van de verkiezingsuitslag en bij de volgende wel op komen dagen, maar de vraag is of dat zal lukken.
De huidige regering wil partijen verbieden die de staat Israël niet volledig erkennen. Ik denk dat de Arabische partijen hun houding moeten heroverwegen, als ze willen verhinderen dat extreemrechts opnieuw wint. Maar ik begrijp hun standpunt wel.
Over de Arabische bevolking gesproken: er zijn berichten dat er nu ook incidenten plaatsvinden tegen christelijke Arabieren, niet alleen tegen de Arabische moslims.
‘Extreemrechts behandelt nu alle Arabieren slecht, moslim of niet’
Er is inderdaad agressie tegen christenen, maar die wordt geïnitieerd door privépersonen en is niet door de regering gesteund. In het algemeen werden christelijke Arabieren anders behandeld dan het moslimdeel, maar extreemrechts begint beide groepen nu gelijk te behandelen. Let wel, er zijn ook positieve signalen. Het deel van de bevolking dat gelooft in Joodse suprematie is nu aan de macht, maar tegelijkertijd roert de stille meerderheid van de bevolking zich.
De demonstraties tegen de regering begonnen als protest tegen de zogenaamde hervormingen. Nu is men zich ervan bewust dat het een strijd is tussen liberale waarden en Joodse overheersing. De Arabieren laten zich bij die demonstraties vrijwel niet zien, het zijn Joden die de straat opgaan, met als belangrijkste doel de Arabische bevolking tegen de regering te beschermen.
Gaat u dit meenemen in uw lezing op 3 september?
Ja, ik ga het niet alleen over de ‘hervormingen’ hebben, ik beschrijf ook in vogelvlucht de historie. Hoe Israël steeds liberaler werd en hoe wordt geprobeerd dat nu terug te draaien. Kijk, Israël is gesticht op basis van het scheidingsplan van 1947: twee staten, één Joodse, één Arabische. Voorwaarde voor die staten was dat ze beide een grondwet moesten hebben waarin onder meer de mensenrechten zouden worden gewaarborgd. Ben-Goerion zette die mensenrechten ook in de onafhankelijkheidsverklaring en er zou voor 1 oktober 1948 een grondwet komen. Maar toen de internationale erkenning van het land er eenmaal was, werd die grondwet steeds vooruit geschoven. Hij is er nooit gekomen.
Er wordt nu gewerkt aan een conceptgrondwet. Is het niet een utopie te denken dat die een meerderheid zal krijgen?
Ik maak deel uit van de groep die dat concept schrijft. We willen een basis hebben liggen, mocht er een nieuwe regering komen die zich eraan wil committeren.
Binnen Joodse bevolkingsgroepen ontstaan grote verschillen. Een groot deel leeft onder de armoede-grens …
Met de enorme technologische vooruitgang is een enorme kloof ontstaan. In de technologiesector wordt ontzettend veel verdiend. Salarissen rijzen de pan uit, daardoor worden de huizen nog duurder en de kosten van levensonderhoud zijn niet meer op te brengen. Werk je niet in die sector, dan heb je het zwaar.
Je ziet die kloof nu al op middelbare scholen ontstaan: kinderen van ouders die het economisch moeilijk hebben, scoren lagere cijfers. Daar zie je ook een verschuiving in de religie, het aantal religieuzen dat zich niet meer verbonden voelt aan liberale waarden groeit. Die economische kloof werkt de polarisatie dus in de hand. De bovenlaag stelt zich internationaal en naar buiten gericht op, de andere groep keert naar binnen en neemt conservatieve standpunten over, ook over de lhbt-gemeenschap en vrouwen.
En dan liggen er voor de toekomst demografische uitdagingen. Want hoe religieuzer, hoe meer kinderen.
Daar moet ik toch een kanttekening bij zetten. Het percentage ultraorthodoxen wordt niet groter als je dat naast hun geboortecijfers legt. Je ziet veel mensen uit die gemeenschappen stappen.
Buiten Israël is er in sommige gemeenschappen een debat over de vraag of wij ons als diaspora-Joden zouden moeten bemoeien met interne Israëlische politiek. Wat vindt u?
Dat is de voornaamste reden van mijn komst. We hebben jullie nodig, we hebben iedereen nodig die gelooft in liberale waarden. Ook in Israël heerst de consensus dat Joodse gemeenschappen buiten ons land belangrijk voor ons zijn. Het is belangrijk hoe de diaspora over ons denkt. Joodse groeperingen die invloed hebben op onze regering moeten zich laten horen.
‘We hebben jullie nodig’
Daarnaast is er een psychologisch aspect: als buiten Israël ook wordt gedemonstreerd, geeft dat ons het gevoel dat we gesteund worden. Dus ja, demonstreer, spreek je uit. Dat geldt niet alleen voor Israël trouwens. Ook in Italië, Hongarije en Polen is een trend zichtbaar om minder liberaal te worden. Het is belangrijk dat we dat proces gezamenlijk een halt toeroepen.
In dat kader spelen de Amerikaanse verkiezingen een rol. Het is niet uitgesloten dat Trump opnieuw president wordt. Wat voor invloed zou dat hebben op de interne Israëlische ontwikkelingen?
Wat zich in Israël afspeelt, zal Trumps minste probleem zijn. Hij is niet geïnteresseerd in wat ons land in de Palestijnse gebieden doet en deze regering zal dan gewoon door kunnen gaan op de ingeslagen weg. Daar moet ik wel een belangrijke kanttekening bij maken. Ik denk niet dat deze Israëlische regering standhoudt. Er zijn al ernstige conflicten gaande binnen de coalitie, zoals rond de vrijstelling voor de orthodoxie in het leger.
Netanyahu had natuurlijk zijn eigen beweegredenen om met deze coalitie in zee te gaan. Ik denk dat hij meer en meer begint te begrijpen dat hij zijn doel niet zal halen: vrijstelling van rechtsvervolging. Het hooggerechtshof zal dat niet accepteren en zal zeker niet toestaan dat de advocaat-generaal die Netanyahu vervolgt, wordt ontslagen. Politie en leger zullen zich ook roeren. Ergens in januari moet Netanyahu getuigen en ik denk dat hij dat liever wil omzeilen. Ik denk dat hij toch nog voor een schikking zal gaan.
Maar we hebben wel degelijk jullie hulp nodig. Spreek je uit, al is het alleen maar uit morele verantwoordelijkheid. Discriminatie is simpelweg onrechtvaardig. En nee, niet alles is verloren. Het spel is nog niet gespeeld.
De Harry van den Bergh-lezing ‘Democratie aan een zijden draadje’ door Barak Medina is georganiseerd door de Vrienden van de Hebreeuwse Universiteit in Jeruzalem. De lezing wordt gehouden op zondag 3 september in de Uilenburgersjoel in Amsterdam. Aanvang: 15.30 u. Aanmelding verplicht op: secretariaat@nvhu.nl