Het verhaal van de Titanic blijft de wereld fascineren. Niet heel bekend is dat er ook een Joods tintje aan zit.
Auteur: David Hammelburg
Als de Azamara Journey 10 april 2012, op een bewolkte achternamiddag, vertrekt van Pier 88 in de Hudson-rivier, in het centrum van Manhattan, borrelen bij Sharon Willing de emoties op. De 77-jarige vrouw uit Arizona heeft de laatste 15.000 dollar van haar spaarrekening gehaald om de reis van haar leven te maken – de herdenkingscruise ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de ramp met de RMS Titanic, het onzinkbare schip dat op zijn eerste reis verging. Haar overgrootvader, Herbert F. Chaffee, een rijke landeigenaar uit Noord-Dakota, kwam daarbij om het leven. „Hoewel hij een kwart eeuw voordat ik werd geboren verdronk, heb ik sinds ik een klein meisje was met deze geschiedenis geleefd. Deze reis is de vervulling van een levenslange droom. Het is zeer emotioneel voor me. Hopelijk kan ik het nu allemaal verwerken.”
Al bij aanvang van de reis, als het schip vanuit de New Yorkse haven naar het Vrijheidsbeeld glijdt, vertelt Bill Miller, een van de Titanic-experts aan boord, de menigte passagiers die op het dek luistert: „Kijk daar, dat is Pier 54, waar de Carpathia met 705 overlevenden van de Titanic aanmeerde. En precies daarnaast is de steiger waar de Titanic op 17 april 1912 had zullen aanleggen.” De groep passagiers om hem heen hangt aan zijn lippen. Zij zijn overrompeld, ongetwijfeld door de schoonheid van de langsglijdende West Side van Manhattan, maar zeker ook van Millers verhaal. „Zou ik het hebben overleefd?” vraagt een aantal zich ongetwijfeld af. Sharon Willing is zichtbaar overstuur; de tranen biggelen over haar wangen. „Hoe is het mogelijk dat ik nu al zo aangedaan ben,” zegt ze hoofdschuddend, „Alleen al door deze lezing wordt alles zo echt dat het lijkt of ik erbij was. En we zijn het Vrijheidsbeeld nog niet eens voorbij.”
Titaniacs
De Azamara Journey is een cruiseschip met 400 mensen aan boord voor deze achtdaagse reis, waarvan de eerste bestemming Halifax is, in het Canadese Nova Scotia. De volgende bestemming is de plek waar de Titanic op 15 april 1912 om 2.20 uur ’s morgens zonk, op 41°43’57” noorderbreedte en 49°56’49” westerlengte. Aan boord haal je de echte Titanicdeskundigen er gemakkelijk uit. Zoals bij de serie Star Trek de fans ‘Trekkies’ heetten, worden de Titanic-fans Titaniacs genoemd. Sommigen zijn familie van overlevenden of slachtoffers; anderen zijn gefascineerd door de trieste geschiedenis van het schip, daarbij een handje geholpen door James Camerons fi lmhit uit 1997, waarin de ramp wordt geromantiseerd met behulp van een liefdesverhaal met Leonardo DiCaprio en Kate Winslet. Anderen zijn ramptoeristen.
Een groepje passagiers loopt rond in kleding uit 1912. Dan Castaneda en zijn vrouw Laurie uit Californië hebben chique eersteklas- kleding aan. „Dit is voor ons een geweldige reis, want we zijn al sinds onze prilste jeugd gek van de Titanic,” zegt Dan trots. „Wij lopen in wat de Fransen de Belle Époque-stijl noemen, en de Britten Edwardian. Ik draag een smoking die voor die tijd typerend was, en mijn vrouw heeft de jurk met ruches, handschoenen en hoed waarin de eersteklaspassagiers op de Titanic gekleed gingen. Morgen gaan we in derdeklas plunje. Op de vraag waar zij hun kleding vandaan hebben gehaald, grinnikt Dan: „Je zult verbaasd staan over wat je in tweedehandswinkels en op internet kunt vinden.” Sharon Willing, die de hele reis vrijetijdskleding draagt, denkt er het hare van. „Dit is voor mij een serieuze herinneringsreis. Ik waardeer de kleding die sommige medepassagiers dragen. Maar ik doe daar niet aan mee. Het is te persoonlijk.”
Baron de Hirsch
Na twee dagen varen over de ruwe Atlantische Oceaan legt het schip ’s morgens in alle vroegte aan. Halifax was in 1912, 1300 kilometer ten westen van de plek van de ramp, de dichtstbijzijnde haven. Er is een keuze uit verschillende tours, want de stad kent 25 locaties die herinneren aan de ramp, maar de meeste belangstelling gaat uit naar de drie begraafplaatsen, waar 150 van de 1512 slachtoffers ter aarde zijn besteld. De bekendste is Fairview Lawn Cemetery, waar 121 lichamen van Titanic-slachtoffers zijn begraven. Een man in een kilt geeft een inspirerende lezing van een uur over een aantal graven. Bij een enkeling wellen de tranen op, vooral omdat hij met zijn verhaal de slachtoffers weer tot leven lijkt te brengen, met aangrijpende details over heldenmoed die uiteindelijk faalde. Nog geen honderd meter naast Fairview Lawn is een andere begraafplaats, het Joodse Baron de Hirsh Cemetery. waar tien slachtoffers liggen. Niemand weet precies hoeveel Joodse passagiers aan boord waren – volgens sommige schattingen waren er ongeveer honderd doden – maar er waren 27 overlevenden aan boord van de Carpathia die door de Joodse gemeenschap in New York zijn opgevangen. Wat we ook zeker weten is dat geen van de tien slachtoffers op Baron de Hirsch echt Joods was. „Ik heb niet de indruk dat de rabbijn van destijds, Jacob Walter, enig idee had wat hij deed,” vertelt Phil Alberstat, de beheerder van de begraafplaats. „Sterker nog, er is alle reden om aan te nemen dat hij ongeschikt was als rabbijn,” voegt hij er hoofdschuddend aan toe.
Het verhaal over de begrafenis van deze lichamen begon op de avond van 2 mei 1912. Volgens het boek Titanic: Triumph and Tragedy van John Eaton en Charles Hass, ging rabbijn Walter die avond laat naar het in haast opgezette mortuarium, inspecteerde zoveel lijkkisten als maar kon, en stelde vast dat acht van de slachtoffers Joods waren ‘door identifi catie van de lichamen’.
Lees de rest van het verhaal in NIW #34.