‘Slapen houdt in dat je nesjomme je verlaat, want ’s nachts ben je eigenlijk een beetje dood.’ Dat kreeg een vijfjarig meisje te horen van haar docente bij de Joodse les. De lerares die de kinderen bekend wilde maken met het gebruik van netillat jadajiem, ritueel handen wassen, had uitgelegd hoe de ziel ’s nachts het lichaam verlaat om ’s ochtends pas weer terug te keren. Het meisje kreeg spontaan nachtmerries en durfde niet meer te gaan slapen. Wat als Hasjeem haar nesjomme zou vergeten? De inmiddels volwassen vrouw vertelde mij dat dit voor haar ouders de reden was geweest haar van de Joodse les af te halen.
Inmiddels is in het onderwijs meer aandacht gekomen voor de beleving van het kind en zijn al te directe lesmethodes uitgebannen. Hierdoor ontstaat wel het risico dat lessen in speelkwartiertjes verzanden en wezenlijke kennisoverdracht op de achtergrond raakt.
Ook het Joodse onderwijs in ons land vereist structureel een andere, modernere aanpak. Het jodendom moet meer betekenis hebben dan enkel een paar teksten die opgedreund worden bij de bar of bat mitswa.
Daarom pleit ik voor de ontwikkeling van drie leertrajecten die leerlingen van de kleuterschool tot hun eindexamen kunnen volgen. De ouders moeten in staat worden gesteld de leerweg te kiezen die past bij de sociale en religieuze opvoeding van hun kind.
Het Joodse onderwijs vereist een andere, modernere aanpak
Waar sommige ouders een jesjievetraject zullen prefereren, waarin vakken als sjoelchan aroech, Tenach, Misjna, Talmoed en sjoet een plaats hebben, zullen anderen meer voelen voor een cultureel-Joodse benadering. In die tweede methode staan vakken centraal als Joodse literatuur, filosofie, methodologieën, moderne en Joods-Nederlandse geschiedenis. Een derde studierichting zou zich kunnen toespitsen op kinderen met Israëlische ouders. Met het in Israël gehanteerde curriculum als uitgangspunt zal de nadruk liggen op het Ivriet, Hebreeuwse literatuur, de ontwikkeling van het moderne Israël en thema’s die in dat land relevant zijn.
Deze drie curricula zouden ingebed kunnen worden in de bestaande roosters van de Joodse scholen, maar moeten ook te volgen zijn voor kinderen op andere instellingen. Ook zij hebben recht op adequaat Joods onderwijs.
Een en ander zal ertoe leiden dat wij niet enkel het volk uit het boek zijn – zoals de islam zegt – maar vooral ook het volk van het boek.