Dit artikel verscheen eerder in NIW 39, 5779/ 2019. Foto’s: Esther Voet.
Anno 2019 is Josefov een gewilde Praagse buurt met mooie statige herenpanden en veel luxe winkels. Maar liefst zes synagogen liggen in deze wijk, op een steenworp afstand van elkaar en vier daarvan zijn dagelijks te bezichtigen. Voor omgerekend zo’n twintig euro ontvangt u een combikaartje dat toegang geeft tot de vier synagogen die nu gezamenlijk dienst doen als Joods Museum van Praag, de beroemde Joodse begraafplaats en een metaheerhuisje. Wie alleen de Altneu wil bezoeken, de oudste nog functionerende synagoge van Europa, betaalt acht euro. Vooral de toegang die wordt gevraagd voor die synagoge zit sommigen dwars, want kan dat wel? Geld vragen voor een nog steeds dienstdoend Godshuis? Maar de toeristen die deze warme dag de unieke sfeer van het middeleeuwse gebouw op zich laten inwerken, hebben de tweehonderd kronen, zo’n acht euro, er graag voor over. Het karakteristieke pand stamt uit het einde van de twaalfde eeuw en wordt sinds de zestiende eeuw de Altneu genoemd.

‘Door engelen gebracht’
Ooit stond in het getto nog een oudere synagoge, die de Oude synagoge werd genoemd en die in 1867 werd gesloopt. Op dezelfde plek staat nu de Spaanse synagoge. De Altneu heeft een roemruchte geschiedenis, die bol staat van de sagen en legenden zoals die van de golem, waarover u op pagina 19 meer kunt lezen. En dan is er het verhaal over de stenen voor de fundamenten, die ooit in één nacht door engelen van Jeruzalem naar Praag zouden zijn gebracht. Als ‘bruikleen’, want ze zouden a omstig zijn van de Tweede Tempel. Als die ooit wordt herbouwd, dan zullen de blokken weer worden ‘opgeëist’, al-tenai in het Hebreeuws. En omdat dat het enige gebouw was dat in het oude getto vrijstond, op behoorlijke afstand van andere panden, overleefde het grote branden. Of waren het de engelen die de synagoge met hun vleugels beschermden? Want ook dat is een van de legendes. In ieder geval is zeker dat de sjoel ook verschrikkelijke drama’s binnen zijn muren heeft meegemaakt. Tijdens de grote pogrom uit 1389 werden alle Joden die ter bescherming naar het gebedshuis waren gevlucht, in de synagoge afgeslacht.

Het rode banier dat in het midden boven de bima hangt, heeft een bijzondere geschiedenis. Al in de vijftiende eeuw, tijdens Karel VI, werd de Joodse gemeenschap autonoom verklaard en kreeg die het recht om een banier te dragen. In het midden is een davidster te zien (de eerste die op een vlag werd gebruikt), met in het hart de karakteristieke Joodse muts, het symbool van de gemeenschap. De huidige banier is een exacte kopie van een origineel uit 1716. In de vierkante sierrand zijn de woorden van het Sjema Jisraëel verwerkt. De twee grote pilaren die vrij in de ruimte staan, moeten herinneren aan de tempel. Het patina van de tijd geeft de synagoge iets sereens, het is in al zijn eenvoud, met afkortingen van spreuken uit vooral tehiliem (psalmen) op de muren, een tijdcapsule waar de geschiedenis spreekt voor wie wil luisteren.
Grote gettobrand
Stap je de Altneu via een zijgevel uit, dan loop je recht tegen de Hoge synagoge aan. Ook van een respectabele leeftijd. Hij werd in 1568 ingewijd. Onder in het pand is nu een souvenirwinkeltje gevestigd, waar ook kaartjes te koop zijn voor de drie andere synagogen en de beroemde Joodse begraafplaats die tot het Joods Museum behoren, hoewel de Hoge niet is opgenomen in dat programma. Dat is de Maiselsynagoge wel. De Joodse burgemeester van het getto, Mordechai Maisel, wilde aan het eind van zijn leven voor zichzelf een synagoge bouwen, deze werd in 1591 tijdens Simchat Tora ingewijd. Juda Tsoref tekende voor de architectuur en oogstte bewondering vanwege de enorme afmetingen voor die tijd. De Maisel telde wel twintig pilaren, en werd voorzien van een groot aantal textiele werken, allemaal gedoneerd door Maisel en zijn vrouw. Een aantal is nog steeds terug te vinden in de vitrines. Tijdens de grote gettobrand van 1689 werd de sjoel deels verwoest, maar daarna weer opgebouwd. Niet alle pilaren overleefden de restauratie: nog veertien bleven over en ook de hoogte van het gebouw werd met ongeveer een derde teruggebracht. Tijdens de Tweede Wereldoorlog deed de sjoel dienst als opslag voor geroofd Joods bezit. Na de oorlog is de Maisel nooit meer actief geweest als synagoge, maar in de jaren negentig werd zij volledig gereconstrueerd. Nu is in de ruimte een expositie te zien over de geschiedenis van de Joden in het huidige Tsjechië.

Ook de Pinkassynagoge en de Klausen, die worden gescheiden door de begraafplaats, zijn een bezoek waard. Beide zijn voorbeelden van synagogen uit de barok. Ook de Klausen werd tijdens de oorlog gebruikt als opslag voor geroofd Joods erfgoed. Hitler en de zijnen brachten allerlei Joodse artefacten uit grote delen van Europa samen voor hun plan om hier ooit het museum voor een uitgestorven volk te openen. Nu lopen veel leden van dat volk in alle vrijheid door deze gebouwen. Het metaheerhuisje, dat grenst aan de Klausensynagoge is zeker ook een bezoek waard. Daar is een expositie te zien over alle Joodse rituelen rond ziekte en dood.
Optimisme
Dan zijn er nog twee synagogen die stammen uit de tijd van de emancipatie. Hoewel beide zijn opgetrokken in neo-Moorse stijl, een geliefde stijl waarin wel meer Oost-Europese sjoels uit die tijd zijn gebouwd, verschillen ze qua karakter zeer. Het interieur van de Spaanse synagoge bestaat uit donkere kleuren, groen en roodbruin, aangezet met bonte gouden accenten. Helaas is hij de komende tijd niet te bezoeken want er vindt een restauratie plaats, de foto op deze pagina komt van een eerder bezoek uit 2007.
Het exterieur van de Jeruzalemsynagoge, die oostelijker in de stad ligt, buiten Josefov, is opgetrokken uit opvallend lichtblauw, geel en roze. Je moet ervan houden, maar de beroemde Weense architect Wilhelm Stiassny heeft er overduidelijk z’n best op gedaan. Binnen ook weer een bonte symfonie van kleur, die duidelijk het optimisme van de vroege twintigste eeuw weergeeft. Oorspronkelijk werd deze synagoge de Jubileumsynagoge genoemd, ter ere van de vijftigste verjaardag van keizer Frans Jozef I, later veranderde de naam in de Jeruzalemsynagoge, genoemd naar de straat waarin zij ligt. Check wel even voor de bezoekuren de site van deze synagoge, want zij is niet altijd open voor publiek.
