De afgelopen dagen was ik in Londen, in een van de Joodse wijken: Stamford Hill. Veertigduizend Joden wonen hier, allen orthodox. In heel Nederland tellen we officieel ook veertigduizend Joden, maar dan verspreid over het gehele land en tellen we ook Joden mee die Joods zijn, maar het zelf niet weten. En hoewel de sidra van afgelopen week begon met het tellen van de Joden, moeten we ervoor waken om onze gemeenschap te degraderen tot een getal en te vergeten dat ieder mens als individu belangrijk is en we ieder, juist als we zo klein zijn, meer dan nodig hebben. Ieder telt mee en we mogen nooit denken dat de kwantiteit belangrijker is dan de kwaliteit.
Een artikel in de Jerusalem Post werd mij toegestuurd door de schrijfster zelf, Ruth Wasserman Lande. Ik had haar ontmoet bij het symposium in Oporto en zij wil graag een videogesprek met mij om te bekijken hoe en waar we kunnen samenwerken. Zij was lid van de Knesset, was betrokken bij de totstandkoming van de Abraham-akkoorden, bekleedde een hoge functie in het Israëlische leger en op haar cv staat nog een aantal functies waarmee ik zeker de helft van mijn dagboek zou kunnen vullen als ik ook nog omschrijf wat de diverse functies omvatten. Ik kijk dus uit naar onze eerste Zoom-meeting en ben erg benieuwd op welk gebied we zouden kunnen samenwerken. Haar artikel droeg als kop: “Alle Israëliërs moeten het leger in”. De strekking was dat er een vertekend beeld ontstaat als er wordt beweerd dat de charediem (strikt orthodoxen) niet bereid zijn in de IDF te dienen. De charediem bestaan namelijk niet, benadrukt ze. Er zijn charediem die met moraliteit creatief omgaan en er zijn charediem die het summum van goedheid uitstralen en vertegenwoordigen. Er zijn charediem die inderdaad dienstplicht weigeren, maar er zijn even zovelen die vooraan staan om Israël te verdedigen. En dus, zo waarschuwt het artikel, pas op voor generalisatie die polarisatie in de hand werkt.
En dus, zo waarschuwt het artikel, pas op voor generalisatie die polarisatie in de hand werkt
Wat ik miste in het depolariserende artikel was dat ook in de niet-religieuze wereld het verre van zwart-wit is. Er zijn Joden die zichzelf seculier noemen, weigeren het leger in te gaan en spuwen op alles wat naar orthodoxie riekt. Maar de meeste liberale Joden staan op het standpunt dat als ze ooit gedwongen zouden worden om zich te bekeren, dat ze dan zouden kiezen voor de orthodox-Joodse leefwijze. Ook vroeg ik me af waar de grens ligt tussen seculier en orthodox en wie die grens zou moeten bepalen. Ik laat haar mijn kritiek nog wel weten en misschien krijg ik haar zover om een artikel te schrijven onder dezelfde kop “Alle Israëliërs moeten het leger in”, maar dan over de Joden die zich seculier noemen en net zo min zwart-wit zijn als de charediem.
In Londen ben ik tijdens sjabbat even op bezoek gegaan bij de heer Weiss, een oude bekende van mij. Ik had geen hoge pet op van de orthodoxe heer Weiss. Ja, hij had lange peies (pijpenkrullen) en op sjabbat droeg hij een sjtreimel en witte sokken. Maar op vakantie in Nederland waar ik hem had leren kennen, vertoonde hij zich in korte broek, had zijn doordeweekse zwarte hoed ingewisseld voor een moderne, felgekeurde frivole pet en leek zijn religiositeit nagenoeg verdwenen. Hij leefde voor mij in twee werelden. Op sjabbat orthodox en doordeweeks ‘gewoon’. Tot ik nu hem een paar dagen geleden bezocht. Naast zijn eigen zoon en uiteraard zijn echtgenote woonde er al meer dan twee jaar bij hem een kind uit een gebroken gezin. Een doodzieke alleenstaande man, die ik goed kende, komt na iedere ziekenhuisopname bij hem herstellen. En letterlijk iedere week bezoekt hij onze zoon, legt een steentje op zijn graf en stuurt ons een foto. Wat een vroomheid! En hoe verkeerd had ik hem beoordeeld. En dat verkeerde beoordelen brengt me terug naar het artikel in de Jerusalem Post. Polarisatie, verkeerd inschatten en bovenal misleid worden door media die vaak bewust primair denken aan de verkoop van de krant of aan de kijkcijfers.
Iedere week bezoekt hij onze zoon, legt een steentje op zijn graf en stuurt ons een foto. Wat een vroomheid!
Intussen heeft de Tunesiër zich nog steeds niet gemeld. Weet u nog waarop ik doel? De Jewish Agency werd benaderd door een man uit Tunis met een duidelijk niet-Sefardische achternaam. Dat die naam niet Sefardisch klonk was, aldus de man, omdat hij twee keer zijn naam had veranderd. En zou hij dus Joods zijn en wilde hij aanspraak maken op de Wet op de Terugkeer die iedere Jood het recht geeft naar Israël te emigreren. Hij was voorzien van een papiertje dat hij Joods was, maar omdat de Jewish Agency de kwestie, het papiertje en de rabbi achter het papiertje niet vertrouwde, werd ik van stal gehaald. Of Ik het kon natrekken. Met liefde, heb ik aangegeven. Laat de Tunesiër maar bellen. Inmiddels meer dan een maand verstreken en nog steeds heeft niemand zich gemeld … Waarom hij dan naar Israël had willen gaan? Geen idee, maar er bestaan drie opties: 1: een economische reden. 2: bekeringsdrang 3: infiltratie met als doel een aanslag van binnenuit. Wat onze Tunesiër bezielt, weet ik niet, maar dat hij geen afspraak met mij wil maken, rechtvaardigt wel enige terughoudendheid.
We gaan dinsdag met de dagboot weer terug naar huis. Bijna tien dagen vakantie gehad. Nou ja, vakantie? Morgen heb ik nog drie besprekingen en de e-mails waren alleen gestopt op Sjavoeot. Maar ik moet er ook niet aan denken dat niemand me meer benadert en ik me niet kan inzetten voor Joods Nederland.
Inmiddels 3:30 uur, redelijk laat en dus mijn bed in. O ja: waarom ik in Engeland was? Choepa van Engelse kleindochter (geboren in Amersfoort) met een jongen uit Montreal.