Met een column in Het Parool heeft de door mij zeer gewaardeerde hoogleraar Marcel Levi de knuppel in het hoenderhok gegooid. Volgens hem zou de mythe dat alle Joden vanuit Westerbork in veewagens naar de vernietigingskampen werden vervoerd, om redenen van opportuniteit in stand gehouden moeten worden.
Levi keerde zich tegen de voormalige directeur van herinneringscentrum Kamp Westerbork, de historicus Dirk Mulder, die in een recent boek had ‘onthuld’ dat Joden doorgaans in normale personentreinen naar de dood werden afgevoerd. Ik schrijf ‘onthuld’ tussen aanhalingstekens, omdat de gedetailleerde transportlijsten al vele decennia bij het NIOD ter inzage liggen.
Terecht wierp Levi de vraag op of die zogenaamde onthulling geen koren op de molen van antisemieten en Holocaust ontkenners zou zijn. Als Joden al logen over de wijze van transport, zouden er dan ook geen vraagtekens achter het bestaan van gaskamers mogen worden gezet? En is dat aantal van zes miljoen slachtoffers mogelijk ook niet overdreven?
Harde feiten
Het zijn legitieme overpeinzingen van Levi, maar de keerzijde dat feiten onweerlegbaar zijn, is niet minder legitiem. Uit de transportlijsten blijkt zonneklaar dat van 15 juli 1942 tot 30 maart 1943 uitsluitend personenwagons – derde klas – voor het transport naar Auschwitz werden ingezet. Daarna werden goederenwagons ingezet voor met name de transporten naar Sobibor en nog later werden goederen- en veewagens gecombineerd.
Tot zover de harde feiten. Maar daarmee is de vraag niet beantwoord of een wetenschapper de feiten geweld mag aandoen als daarmee een redelijk doel gediend wordt. Mag je een mythe in stand houden om antisemieten en Holocaustontkenners de wind uit de zeilen te nemen? Ik ben van oordeel dat fabeltjes immer moeten worden doorgeprikt, ongeacht de consequenties en hoe pijnlijk ze ook mogen zijn. Maar het probleem in de onderhavige kwestie is dat het geen fabel betreft. Uw en mijn misjpooche zijn wel degelijk in goederenwagens en soms zelfs in veewagens naar met name Sobibor abtransportiert .
Door te benadrukken dat de transporten ‘doorgaans’ in gewone personenwagons plaatsvonden, zoals Mulder in tal van interviews deed, zal een nieuw leugenverhaal ontstaan: dat er überhaupt geen sprake was van goederen- of beestenwagons. Een willekeurige burger die de statements van Mulder kent, zal zeggen dat die historicus heeft ontdekt dat Joden helemaal niet in goederen- of veewagons zijn afgevoerd, maar in gewone treinen. Daarmee wordt dus de ene mythe ingeruild voor de andere, omdat de nuance aan het grote publiek niet zal zijn besteed.
Publiciteit
Rest dus de vraag met wie we het in de discussie eens moeten zijn. Die vraag dient eenieder van ons voor zichzelf te beantwoorden. Mijn voorkeur heeft geen meerwaarde. Volgens Levi werd de ‘onthulling’ van historicus Mulder ingegeven door commerciële overwegingen. Hij zou uit zijn geweest op publiciteit voor zijn boek.
Dat laatste is slechts een aanname. Hard kan die veronderstelling niet worden gemaakt. Wat wél hard kan worden gemaakt, is dat Mulder goede sier maakt met een onthulling die geen onthulling is. De transportlijsten met gebruikte treinstellen waren immers al gedurende vele decennia in brede kring bekend. Misschien had Levi dus wel gelijk met zijn veronderstelling dat het Mulder uitsluitend om commercieel gewin te doen was, ook al ontbreekt daarvoor het harde bewijs.
Heeft u dit artikel met plezier gelezen? Met een abonnement op het NIW krijgt u toegang tot columns, opinies, analyses, nieuws – en achtergrondverhalen. Kies hier wat het beste bij u past.