Joods Nederland bereid zich voor op de troonswisseling. In de Portugese Synagoge zal op 28 april een eredienst gehouden worden voor de nieuwe koning. Hiermee wordt een traditie in ere hersteld.
Door Annet Röst
Op de voorkant van het programmaboek van de avond staat ‘Orde van de bijzondere dienst in de Esnoga ter gelegenheid van de inhulding van zijne majesteit koning Willem-Alexander’. Erboven een gravure uit 1782 waarop te zien is hoe op Grote Verzoendag ‘de boeken van Mozes’ getoond worden ‘in de Portugeesche Joodsche kerk’. „Een prachtig plaatje zo in de kaarsverlichte snoge met al die Torarollen,” vindt initiatiefnemer Hugo Heymans. „We hebben ervoor gekozen omdat ook tijdens de inhuldigingsdienst voor koning Willem-Alexander alle wetsboeken erbij geroepen worden zodat ze getuigen zijn van het gebed voor het koninklijk huis. Zo bijzonder, wie maakt dat nou mee. Normaal gebeurt dit alleen op Jom Kipoer!” Bij de inhuldiging van koningin Beatrix in 1980 werd bij hoge uitzondering geen speciale dienst gehouden in de Snoge. „De vorige keer is het misschien wat minder goed aangepakt,” aldus Heymans, die in het synagogebestuur zit. „Een goede reden om nu de draad weer op te pakken. Ik ben blij en trots dat we deze traditie weer in ere kunnen herstellen. Er is een eeuwenoude verbondenheid, vooral tussen de Portugese Joden en het koningshuis.” De Portugese Synagoge heeft dan ook alles in huis voor de dienst. Het programmaboekje uit 1898, speciaal geschreven voor de troonsbestijging van koningin Wilhelmina, is nog bewaard gebleven. De orde van dienst ter ere van koning Willem-Alexander zal vrijwel identiek zijn aan die van zijn overgrootmoeder. De teba en de lessenaar zullen bedekt worden door een bijzondere set van oranje zijde en antiek kant. Het kleed werd speciaal samengesteld ter gelegenheid van het bezoek van Willem III aan de Snoge in 1882. Het wordt sindsdien gebruikt op de sjabbat rond Koninginnedag en bij koninklijk bezoek. Heymans: „U weet dat er veel synagogen zijn in de wereld. Maar weinig waarin zo weinig is veranderd dat je je kunt wanen in de 17e eeuw waarin het gebouw is opgericht. Het geeft een gevoel van continuïteit.”
Trots
„De band tussen de Joodse gemeenschap en het Oranjehuis is altijd goed geweest, al vanaf de 18e eeuw,” aldus Bart Wallet, specialist van het Nederlandse jodendom. „Er waren Joodse Oranjeverenigingen, Joodse buurten liepen voorop in het versieren van de straten en het organiseren van Oranjefeesten. Groot keerpunt was 1966, het huwelijk van Beatrix en Claus. Daar zegt de Joodse gemeenschap voor het eerst dat ze niet meevieren. Dat had met de verwerking van de Tweede Wereldoorlog te maken en met de achtergrond van Claus die bij de Hitlerjugend had gezeten en Wehrmachtsoldaat was geweest.” Volgens Wallet is het Beatrix en Claus gelukt de band met de Joodse gemeenschap weer te herstellen. „Ze hebben heel erg hun best gedaan. Het eerste interview van Claus was in het NIW en in 1974 gaan ze – als eerste leden van het koninklijk huis – op privébezoek naar Israël. De Nederlandse regering was hier niet blij mee en verzocht het echtpaar het bezoek puur privé te houden. Desondanks bezochten ze Israëlische politici en liep Beatrix gewoon de vergaderzaal van de Knesset binnen, terwijl ze er offi cieel alleen maar was om er het werk van de schilder Chagall te bewonderen. Joods Nederland was daar heel trots op en een deel van de Joodse gemeenschap schaarde zich weer achter de Oranjes.”
Lees verder in NIW 29