Het fenomeen is al zo oud als de weg naar Rome. Als een regering op het punt van omvallen staat, heeft het behoefte aan een snel binnenlands succesje en een al dan niet imaginaire boosaardige buitenlandse vijand. Niemand kan voorspellen hoe lang de regering onder Bibi nog aan de macht blijft, maar alle voortekenen wijzen erop dat het einde ervan nabij is. Bibi is zich al aan het indekken voor een te verwachten positief advies van het hoofd van de politie aan de procureur- generaal om hem te vervolgen voor corruptie en het maken van misbruik van vertrouwen. Uiterlijk half januari wordt het advies van de door hem zelf benoemde politiechef aan de eveneens door hem benoemde procureur-generaal verwacht.Op een partijbijeenkomst afgelopen week zei Bibi dat een eventueel advies om te vervolgen hem niet uit de slaap houdt. Immers, zestig procent van de adviezen om te vervolgen wordt uiteindelijk door de hoogste ambtelijke baas van Justitie geseponeerd. Het mooiste zou het voor de Israëlische premier zijn als de zogenoemde recommendations law nog voor het advies van de politie wordt aangenomen. In dat geval zal het
advies geheim blijven en wordt het voor de procureur-generaal gemakkelijker eventueel tot een sepot te beslissen.
Maar of dat het vertrouwen in deze regering zal herstellen, lijkt me onwaarschijnlijk. Een geheim advies en beslissing tot sepot van een hoge ambtenaar die door Bibi zelf is aangesteld zal bij de bevolking de sfeer van een bananenrepubliek oproepen en het vertrouwen in de rechtstaat nog meer ondermijnen. In feite is de politie bezig met een race tegen de klok. Men wil het advies zo snel mogelijk uitbrengen en dat in de volle openbaarheid. Dat impliceert dat de politie het aannemen van de wet moet voorblijven. Het binnenlands succes waarmee Bibi de aandacht van de publieke opinie tracht af te leiden is uiteraard de erkenning door Trump van Jeruzalem als hoofdstad van Israël. Maar naast behoefte aan een binnenlands succes heeft een regering in nood ook behoefte aan een externe vijand. Volgens de adjunct-hoofdredacteur van de Jerusalem Post, Caroline Glick, is naast Iran de Europese Unie Israëls grootste vijand. Glick is niet alleen journaliste maar ook vaak de speechwriter van en voor Netanyahu. Ook heeft Bibi haar als beloning een post als ambassadeur aangeboden die ze vooralsnog niet heeft aangenomen. Ik ben niet de man van naming and shaming. Op de man/vrouw spelen is verre van mijn gewoonte. Maar in het geval van Glick kan ik niet anders dan met weerzin kennisnemen van haar volstrekt ongerijmde en feitelijk onjuiste aantijgingen aan het adres van de EU en de lidstaten.
Niemand kan mij wijsmaken dat Merkel, Macron en Rutte de vijand zijn van Israël
Glick is in haar dubbelfunctie van commentator en tekstschrijver van de premier een aanfluiting voor de journalistiek. Ze verkeert door vermenging van functies in een schizofrene positie. Ze levert commentaar op het beleid van een premier waarvoor ze zelf de bouwstenen heeft aangedragen. Het zij hier uitdrukkelijk gezegd: Europa is níét de vijand van Israël. Geen enkele niet-lidstaat ter wereld heeft zoveel aan de Europese Unie te danken als Israël. We hebben werkelijk genoeg echte vijanden om er geen fake vijanden aan toe te voegen. Israël kan zeer wel zonder deze regering, maar nadrukkelijk niet zonder het associatieverdrag met de EU. Het heeft de status van meest geprivilegieerde staat ter wereld. Men hoeft het met Merkel, Macron, Rutte c.s. niet altijd eens te zijn maar niemand, ook Glick niet, kan mij wijsmaken dat zij de vijanden van Israël en/of de Joden zijn.