Onderstaand opiniestuk verscheen op vrijdag 27 april in enigszins verkorte vorm in De Volkskrant
Als hoofdredacteur van het Nieuw Israelietisch Weekblad (NIW), het enige Joodse weekblad van Nederland, reageer ik graag op het aanvankelijke plan van het Comité 4 en 5 Comite om tijdens de Nationale herdenking op 4 mei een gedicht te laten voordragen door de 15-jarige Auke Siebe Dirk de Leeuw over zijn oudoom die als Waffen SS-er sneuvelde aan het oosfront en naar wie hij is vernoemd. Volledig terecht is daar protest tegen aangetekend door het CIDI. Ook wat mij betreft is het voorlezen van een dergelijk gedicht misplaatst op deze dag. Daarin sta ik bepaald niet alleen. Sinds woensadagavond ben ik overspoeld met verbijsterde reacties vanuit de Joodse gemeenschap, zowel van jong als van oud.
Dat ook aan de kant van ‘de daders’ de oorlog op ongekende wijze doorwerkt in volgende generaties, is helder en relevant, maar om een ss-er mede centraal te stellen tijdens de Nationale Dodenherdenking is misplaatst. Het gedicht zelf is mooi en de jonge auteur valt zelf niets aan te rekenen. Het is het Comité 4 en 5 mei dat blijkbaar niet begrijpt waar de herdenking voor is bedoeld: de herdenking van de vermoorde Joden, homoseksuelen, Roma, Sinti, verzetsmensen en militairen. Op andere dagen in het jaar kan je dit gedicht voordragen, maar niet op 4 mei.
De Nederlandse geschiedschrijving over de Tweede Wereldoorlog met alleen de Duitsers en een handjevol collaborateurs als ‘fout’ en de rest van Nederland als ‘goed’ is de afgelopen twintig jaar langzaam onderuit gehaald. Intussen doemt er de laatste jaren in het historisch debat in Nederland een nieuw dogma op. Daarbij wordt het onderscheid tussen ‘goed’ en fout’ feitelijk afgeschaft. Alle Nederlanders worden met terugwerkende kracht een beetje dader en een beetje slachtoffer, wat opnieuw de historische werkelijkheid geweld aandoet. De wens om een gedicht te laten voordragen over een Waffen SS-er dat wordt afgesloten met de woorden dat ‘ook Dirk Siebe niet vergeten mag worden’ moet in dat kader worden geplaatst.
Nadat het Comité 4 en 5 mei bij monde van voorzitter Nine Nooter woensdagavond aanvankelijk aangaf niets te begrijpen van het protest van het CIDI en de ontstane commotie, trok het comité het gedicht gisteren toch in. Daarvoor alle waardering. Het comité geeft daarbij echter in haar persbericht onder andere aan te betreuren dat ‘een integer gedicht van een jongere tot speelbal wordt in een discussie van volwassenen’. Daarmee legt ze de schuld bij degenen die reageerden op de geplande voordracht van het gedicht. Het is spijtig dat juist dit comite niet lijkt te begrijpen welke begrijpelijke gevoeligheden er spelen rondom de 4 mei herdenking. Het lijkt hoog tijd voor een debat over de vraag wat er nu precies centraal moet staan tijdens de Nationale dodenherdenking.