Er was eens een kind dat als vluchteling vlak na de oorlog spreekwoordelijk aanspoelde op een kade in de Rotterdamse haven. Hij kende de taal niet, het klimaat niet, de mensen niet. Op een strandje in die haven keek hij, drie turven hoog, uit naar de overkant, over het water, waar grote bedrijven zich ontwikkelden. Later zou hij als zakenman aan die overkant werken en uitkijken op dat strandje waar hij als kind had gespeeld.
Een leven later woonde Joelek Goldfinger als voorzitter van het NIW een concert bij van de Israëlische muziekgroep Tzahal, georganiseerd door Christenen voor Israël, in hartje bible belt. Joelek zat vooraan, op rij twee. We zaten allemaal te wippen op onze stoel, want de band swingde nogal, maar ja, je gaat toch niet uit je dak in deze christelijke contreien? Daar dacht Joelek anders over. Toen de eerste klanken van Masjiach, masjiach, masjiach door de zaal galmden, stond Joelek op en begon te dansen dat het een lieve lust was. Op rij twee. Vooraan. Zijn vreugde was aanstekelijk. Binnen twee minuten danste de hele zaal met hem mee. In de bible belt ging het dak eraf.
Maandag namen we afscheid van hem. Waarschijnlijk zal de Rotterdams Joodse begraafplaats Toepad nooit meer zo’n overweldigende menigte zien. Hij werd te ruste gelegd terwijl EenVandaag de bevindingen van een onderzoek naar hedendaags antisemitisme publiceerde. We spraken vaak over jodenhaat. En als ik weer eens somberde, antwoordde hij: “Dat heb ik ook gedaan. Maar dan hoor ik mijn kleindochters zeggen: ‘Opa, daar gaan we gewoon mee dealen,’ en dan word ik weer vrolijk.”
Niet iedereen deelde zijn onverwoestbare optimisme, maar niet iedereen is dan ook met niets, in die Rotterdamse haven, begonnen om vervolgens uit te groeien tot een succesvol zakenman, liefdevolle echtgenoot, vader en opa, dierbare vriend en baken van integriteit in Joods Nederland. Joelek Goldfinger was een sjolemmacher, een man die tegengestelde belangen bij elkaar kon brengen en respect had voor zijn medemens.
Velen in de gemeenschap weten dat ik er niet bepaald bekend om sta raad van anderen aan te nemen. Ik ben nogal eigenwijs. Maar omdat ik wist dat Joelek niet uit eigenbelang raad gaf, voelde ik altijd de vrijheid die van hem aan te nemen. En zo waren er meer, bleek maandag tijdens de begrafenis.
Wat rest is dankbaarheid. De wereld heeft meer Joeleks nodig.