Vorige week schreef Laura Vrijsen als gastcolumnist over haar ervaring bij Stichting Nieuw Thuis Rotterdam, wat tot grote ophef leidde. Faciliteert SNTR antisemitisme?
Laura Vrijsen omschrijft in haar column Ongemakkelijk gesprek (NIW 17) een sollicitatiegesprek bij twee ‘oer-Hollandse dames’ van Stichting Nieuw Thuis Rotterdam. Tijdens het gesprek wordt op subtiele wijze getoetst of Vrijsen Joods is, aangezien zij in Jeruzalem heeft gestudeerd en voor Joods Maatschappelijk Werk heeft gewerkt. Vervolgens stelt een van de vrouwen dat, mocht Vrijsen namens de stichting op huisbezoek gaan, zij het hier beter niet over kan hebben, omdat SNTR ook Palestijnse vluchtelingen opvangt. “Hun families moesten eerst vluchten uit Palestina en nu moeten ze opnieuw alles achterlaten, dit keer in Syrië. Dat verdriet zit heel diep en zal nooit helemaal helen.”
Vrijsen is niet van Joodse komaf, maar plaatst grote vraagtekens bij het sollicitatiegesprek. Wanneer zij later een telefoontje krijgt met de boodschap dat zij de baan niet krijgt, vraagt ze: “Stel dat ik Joods was geweest, hadden jullie dan ook gezegd dat ik dat beter kan verzwijgen?” Het antwoord luidt: “Ook dan zouden we het je niet aanraden om erover te praten.” We vroegen een aantal politici om een reactie. Afgezien van Tanya Hoogwerf hebben ze een Joodse achtergrond.
Leefbaar Rotterdam
Tanya Hoogwerf van Leefbaar Rotterdam: “Als men zo specifiek naar dit soort dingen vraagt tijdens een sollicitatiegesprek en dit op deze manier behandelt, is dat discriminatie.” Haar partij vroeg na het verschijnen van de column een debat aan in de Rotterdamse gemeenteraad, voor donderdag 15 februari. “De stichting doet een hoop goede dingen voor de stad, maar dit kan niet door de beugel. We hebben de afspraak gemaakt om niet samen te werken met bedrijven en stichtingen die discrimineren, dus als SNTR zich hier schuldig aan heeft gemaakt moeten we de samenwerking stoppen.” In 2016 ontving de stichting 165.000 euro subsidie, voor twee jaar. Hoogwerf maakt zich ook boos om het feit dat er meer commotie was over een recent onder- zoek van discriminatiemeldpunt Radar over discriminatie bij uitzendbureaus. “En nu blijft het in de Rotterdamse politiek nagenoeg stil. Dit is een zeer schadelijke kwestie, antisemitisme lijkt steeds meer toe te nemen. Het zijn de Joodse instellingen die tegenwoordig extra beveiliging nodig hebben.”
VVD
Ook Benjamin Smalhout, kandidaat-raadslid voor de VVD in Amstelveen, is verontwaardigd over het stuk van Vrijsen. “Het is goed dat Laura aan de bel heeft getrokken, de mensen bij deze stichting hebben duidelijk geen kaas gegeten van het integreren van vluchtelingen.” Smalhout noemt het accepteren van andere geloven een voorwaarde voor hulp bij integratie. “Als de mensen die begeleid worden door een dergelijke stichting bezwaar hebben tegen
Joodse hulpverleners, dan zou de hulp wat mij betreft ook meteen moeten stoppen.”
“Ik ben zeer ontdaan over de kwestie.” Smalhout vindt ook dat er gekeken moet worden naar de subsidiëring, als drukmiddel om veranderingen binnen de stichting af te dwingen. “We moeten hier keihard tegen optreden, antisemitisme is onaanvaardbaar.”
PvdA
Dinah de Riquet-Bons, kandidaat-raadslid voor de PvdA in Amsterdam, kaart aan dat niet alleen Vrijsen, maar ook de statushouders benadeeld worden door de handelswijze van de stichting. “Op deze manier wordt er voor de groep vluchtelingen gedacht, terwijl zij juist primair anders moeten leren omgaan met de Nederlandse diversiteit aan culturen, geloven en identiteiten.”
D66
“Dit klinkt heel verkeerd,” laat Bart Vink, raadslid voor D66 in Amsterdam, weten. “Hier in Nederland doet iedereen mee en moet iedereen zichzelf kunnen zijn. Dit geldt ook voor Joodse Nederlanders. Dat Stichting Nieuw Thuis Rotterdam hier onderscheid in tracht te maken is zeker niet op zijn plaats, dat kan echt niet.”
PVV
Gidi Markuszower, Tweede Kamerlid voor de PVV, noemt de gang van zaken bij de stichting niet verrassend. “Als Laura Vrijsen echt iets voor de Joodse gemeenschap wil betekenen moet zij niet solliciteren bij clubs die zich inspannen om gelukszoekers uit islamitische landen hiernaartoe brengen. Want hoe meer gelukszoekers uit die landen hier zijn, hoe meer van de ellende van daar hiernaartoe komt,” stelt Markuszower. “Vrijsen is hopeloos naïef als zij denkt dat het binnenhalen van gelukszoekers uit islamitische landen leidt tot minder antisemitisme, vrouwen-en homohaat.”
Aangifte
Antidiscriminatiebureau Radar in Rotterdam heeft een duidelijk oordeel over de manier waarop Vrijsen is behandeld bij SNTR. “Dit is absoluut discriminatie. Er mag tijdens een sollicitatiegesprek helemaal niet gevraagd worden naar een religieuze achtergrond. Ook gaven de vrouwen tijdens het gesprek aan dat dit een beperking zou zijn, ook dat is uiterst discriminerend,” zegt woordvoerster Anita Ravenstein. Het bureau is nog niet klaar met de kwestie en hoopt dat Vrijsen aangifte doet tegen SNTR. “Wij willen graag met mevrouw Vrijsen in gesprek. Wat Stichting Nieuw Thuis Rotterdam gedaan heeft is strafbaar en wij willen haar helpen met een eventuele aangifte.” Volgens Ravenstein mag een organisatie of stichting alleen aan iemand vragen om zijn of haar geloof niet te benoemen wanneer het om een organisatie gaat met een duidelijke en specifieke gelovige achtergrond, zoals een religieuze school of een zorginstelling voor een bepaalde religieuze doelgroep. “Daarvan is hier geen sprake, dus er is geen enkele reden waarom deze stichting de vrijheid van godsdienst zou mogen beperken.”
Stof tot nadenken
“Ik had niet verwacht dat dit zo groot zou worden,” laat Laura Vrijsen zelf weten. “Maar ik denk dat het goed is dat de discussie hierdoor op gang is gekomen. In dit geval is mijn verhaal over deze specifieke stichting opgepikt, maar ik denk dat er meer soortgelijke organisaties zijn die op deze manier handelen.” Vrijsen wil de stichting en de twee vrouwen die zij heeft gesproken niet als antisemitisch bestempelen. “Ik denk dat ze het deden met goede bedoelingen. Maar op deze manier maken zij de keuze voor de mensen die zij begeleiden om niet in aanraking te komen met andere geloven en culturen. Wat ik wel kwalijk vind, is dat ze antisemitisme vrij spel geven door te accepteren dat sommige statushouders antisemitische opvattingen hebben. Daar zou ik als werknemer dan maar rekening mee moeten houden, dat moet niet kunnen.” Vrijsen hoopt vooral dat de stichting er zelf iets mee gaat doen. “Ze doen verschrikkelijk goed werk, daarom wilde ik daar ook graag werken. Ik hoop dat mijn stuk en de aandacht voor de situatie intern zal worden meegenomen en dat ze gaan nadenken over hun werkwijze.”
Geen discriminatie
SNTR-woordvoerster Katja Meertens laat in een reactie weten dat de stichting zich niet herkent in het verslag van Vrijsen. “Wij betreuren dat de sollicitante het sollicitatiegesprek, dat in de zomer van 2017 plaatsvond, zo heeft beleefd. Haar beschrijving van het gesprek strookt niet met de beleving van onze medewerkers hiervan.” Meertens noemt het verzwijgen van identiteit op geen enkele manier passend in de werkwijze van de stichting. “We herkennen onze organisatie dan ook niet in haar verslag en in haar conclusie dat wij – al dan niet indirect – antisemitisme accepteren. SNTR wijst elke vorm van discriminatie ten stelligste af.” Meertens noemt gelijkwaardigheid de belangrijke waarde binnen SNTR. “Het team van SNTR, dat bestaat uit medewerkers met verschillende geloofsovertuigingen, culturen en seksuele voorkeuren, bespreekt deze waarde met elk gezin.” Ook laat de woordvoerder weten dat er communicatietrainingen zijn voor medewerkers om de integratiewaarde ‘gelijkwaardigheid’, of dat nu gaat over geloof, geslacht, afkomst of seksuele geaardheid, effectief met statushouders te bespreken. “Het eigen geloof of de identiteit verzwijgen is geen optie.”