Abonneer op het NIW

Het opinietijdschrift en cultureel magazine in één, voor iedereen geïnteresseerd in de Joodse wereld. Abonneer nu »

Column

Spierpijn

Redactie 07 juni 2020, 10:00
Spierpijn

Ben net terug van mijn eerste rondje ‘hardlopen’ sinds dertig jaar. ‘Hardlopen’ staat tussen aanhalingstekens. Niet omdat het een citaat is, maar omdat de sportieve activiteit die ik verrichtte er niet uitzag als hardlopen. Zelf kan ik niks meer zien vanwege de dansende zwarte vlekken voor en het zweet in mijn ogen, maar ik vermoed dat de omstanders, die nu met een dubbele hernia en een natte pantalon van het lachen nog liggen na te schokken op hun sofa, een soort Jabba de Hutt – zeg maar een reuzenpad – aanschouwden die over de Almeerse klinkers zwalkte. Elke stap liet een krater achter in de kinderkopjes door 150 kilo lillend vlees dat zich dreunend verplaatste door de wijk, autoalarmen gingen af, katten krijsten, honden huilden. Een enkel raam maakte zich minachtend los uit de sponningen en spatte in het schamele voortuintje uiteen, mijn schande met duizend scherven benadrukkend.

Nu zit ik dus in mijn coronafauteuil, waar ik al in zit sinds de uitbraak van het virus. Gelukkig ben ik zelf gezond, want ik begrijp dat je anders van staatswege wordt geregistreerd, dat je vrienden en kennissen je kunnen aanmelden voor de corona-app – wellicht krijgen ze er zelfs een vergoeding voor – zodat je als zodanig melaats verklaard wordt en met ratel en puntmuts je rondje moet ‘hardlopen’. Het blijft me vooralsnog bespaard, baroech Hasjeem. Dus corona doet ook goede dingen. Ik bedoel: ik sport nu. Ook al is het de schuld van corona dat ik inmiddels 225 kilo weeg. Kanderookniksandoen. Je moet thuisblijven, dus ik werd wel gedwongen om eten te bestellen. Groente wordt slap in zo’n warmhoudbak achterop een Tomos, dus dan maar weer 24 kipstukken van de KFC of Febo. Gefrituurd in plantaardige oliën hoor, dus dat is ook groente.

Bar-mitsweboy
Zucht. Werkelijk niets blijft mij bespaard. Nu heb ik spierpijn, misschien sterf ik alsnog door de corona vanwege kramp in mijn vroeger prachtige kuiten. Nu lijken het wel van die antiterreurpalen die voor de sjoel staan, je weet wel, die ‘Allah’ of ‘Adolf is groot’ gillende inteeltiërs moeten tegenhouden die met hun opgevoerde Simca door de hekken, de grachten en het kogelvrije glas mitsgaders de betonnen muren van de synagoge willen scheuren, teneinde zichzelf benevens onze kindjes op te blazen. Dat soort palen dus, maar dan heel bleek en met een zwarte vacht, die kuiten. Gelukkig zitten de islamofascisten nu ook thuis met hun mondkapje op grienend voor moeder de vrouw kebab te schillen of piepers te jassen. Dus corona brengt de wereldvrede een stukje dichterbij! Mogen alle antisemieten deze ziekte krijgen. Vooral die besmetbak die zich alwéér vergreep aan restaurant HaCarmel.

Over de al weken hermetisch gesloten sjoel gesproken: gisteren (31 mei) werd kind 4 dertien. Bar-mitsweboy kreeg geen feest in sjoel, dus we maakten er thuis wat van met online bestelde cadeautjes (een koff er cassettebandjes en een radiocassetterecorder met ingebouwde cd-speler) en twee lieve vrienden die we nog wél zien. De oudste zoon had een cake gebakken, terwijl zijn engel van een vriendin hem telefonisch instructies gaf. Die meid is een goudklompje van geduld. “Nee gozer, geen kruidnagel in het beslag doen.” Helaas was de cake pas klaar toen iedereen alweer in bed lag, maar de intentie telt en ik was de sjlemazzel die rond middernacht de cake met citroenrasp, maanzaad, anijszaad, mosterdzaad, quinoa en kaneel mocht proeven. Volgens mij zat er ook lever in. O ja, je leert elkaar beter kennen tijdens deze pandemie. Zoonlief houdt dus van kokkerellen, de citroenrasperd. Dat heeft hij van mij. Alleen kan ik het niet. Mijn maaltijden zien er steevast uit als cement, hondenbraaksel, slangeneieren of paarse stopverf.

Nadeel is dat ik vermoed dat sinds de corona-uitbraak al heel wat meer echtscheidingen zijn aangevraagd, delen van partners in kliko’s zijn beland zo her en der over de wijk verspreid, kinderen in bossen zijn achtergelaten, al dan niet aan bomen geketend en mensen vrijwillig met een mondkapje op onder een brug zijn gaan wonen. Hou vol mensen, blijf lachen – al klinkt dat wat gesmoord vanachter een mondkapje – want alles komt goed. Hoop ik.

Abonneer op het NIW

Abonneer nu!
Tags dit artikel heeft geen tags
Opmerkingen (0)
Plaats opmerking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *