Renaissancevrouwen die zich dankzij hun vermogen en intelligentie een onafhankelijke status konden aanmeten, we kennen ze. Denk aan Elizabeth I van Engeland. En denk aan Gracia Nasi, de vrouwelijke bankier die een groots imperium opbouwde nadat zij uit Portugal via Antwerpen was gevlucht en daarna vanuit onder meer Venetië in het Ottomaanse rijk van Suleiman de Grote terechtkwam. Maar hoe zag het leven eruit voor hun vrouwelijke tijdgenoten in het Venetiaanse getto, die hun leven doorbrachten op een paar vierkante kilometer waarvan ’s avonds de bruggen werden opgehaald zodat niemand er meer in of uit kon? Hadden zij enige speelruimte om een leven te leiden buiten het geijkte pad van kinderen baren en voor het huishouden zorgen?
Wie daar meer van weet, is historica Evelien Chayes. Zij specialiseerde zich in de zestiende eeuw en combineert archiefonderzoek met haar literaire achtergrond; een plus om oude teksten goed te interpreteren. Na verschillende deelstudies over het getto van Venetië werkt Chayes nu aan een monografie over hetzelfde onderwerp. Zij stelde zich vragen als: wie leefden er in het getto? En hoe? Wat verzamelden ze en wat lazen ze?
Momenteel legt Chayes de laatste hand aan een artikel met coauteur Anna de Wilde, die binnenkort promoveert op Joods boekbezit in vroegmodern Amsterdam. Ze zijn beiden schatplichtig aan Julie-Marthe Cohen, werkzaam bij het Joods Museum. Cohen onderzocht bronnen over het getto in deze periode en schreef er een ongepubliceerde scriptie over.
Decreet
In de archieven van Venetië kwam Chayes op het spoor van een bijzondere bewoonster van het getto. Letizia Nahmias woonde er in de eerste helft van de zeventiende eeuw, toen het getto een bloeiperiode doormaakte. Uiteraard hadden Joden nog geen burgerrechten, die kwamen vanaf de napoleontische tijd. Maar vanaf de tweede helft van de zestiende eeuw onderkende het stadsbestuur dat Joden economisch nut voor de stad hadden. Daarom mochten zij zich er via een soort erfpachtregeling, het ius gazaga, semipermanent of blijvend vestigen.

De ambivalente spanning tussen allengs versoepelde maatregelen enerzijds en Jodenhaat en onderdrukking anderzijds blijkt uit een plakkaat uit 1704 bij de ingang van het Gheto Vechio. Vlak bij restaurant Gam Gam staat op een ingemetseld stuk marmer een decreet dat iedere bekeerling ten striktste verbiedt het getto nog te betreden. Zij mochten zelfs geen enkel contact meer hebben met voormalige geloofsgenoten, ook niet met familie. De straffen voor degene die werd gesnapt, waren niet zachtzinnig. Dit moest vooral de groei van het aantal crypto-Joden indammen: degenen die zich voor de buitenwereld bekeerden, maar toch in het geheim de Joodse religie bleven aanhangen.
Choepa
Chayes reconstrueerde het leven van de tot nu toe vergeten Letizia Nahmias aan de hand van een groot aantal documenten. Een van die teksten toont aan dat haar voorouders van Spanje naar Constantinopel vluchtten en van daaruit in Thessaloniki terechtkwamen.
“Met zo’n reconstructie neem je oude vooroordelen weg. Sommige daarvan bestaan in de Joodse gemeenschap zelf, zoals de veronderstelling dat er tussen de verschillende Joodse ‘bloedgroepen’ niet getrouwd werd. Uit de bewijzen blijkt dat er wel degelijk uitwisselingen van verschillende subgroepen onder de choepa waren,” vertelt Chayes. “Als je goed zoekt, valt veel terug te vinden. Bijvoorbeeld hoe Joden hun boeltje pakten om het vanuit het zestiende- en zeventiende-eeuwse Venetië verderop te zoeken, in Amsterdam, Bordeaux of elders.”
Van Letizia, gestorven in 1669, is tot nu toe veel bekend geworden. Ze trouwde, niet ongebruikelijk in die tijd, met haar neef. Voor die neef, Samuel Nahmias, gingen de zaken niet voorspoedig. Reden voor hem zich te bekeren tot het christendom, maar Letizia weigerde dat.

“Tijdens mijn speurwerk bleek dat veel historici een blinde vlek hebben voor de geschiedenis van vrouwen. Haar kant van het verhaal bleek wel degelijk gedocumenteerd, onder meer in twee testamenten die ik van haar vond.” Samuel zette door, hij werd christen en nam de naam Giulio Morosini aan. Dit moet een duizelingwekkend keerpunt zijn geweest in Letizia’s leven en hoewel de nieuwgeboren Giulio naar het verre Rome trok, waren ze nog niet van elkaar af.
Onafhankelijk
“Letizia en haar familie eisten een get en teruggave van haar bruidsschat, wat Samuel/Giulio kopzorgen bezorgde. Klem tussen de Joodse en de katholieke wet, weigerde hij beide negentien jaar lang, en zou zich in zijn nagelaten geschriften beklagen over Letizia en haar misjpooche.” Giulio zou een lieveling van het Vaticaan worden. Hij kreeg er een betrekking als lector en censor en produceerde een lijvig werk dat zich in het Nederlands laat vertalen als De weg van het geloof. “Het is doorspekt met antisemitische clichés, maar bevat ook een schat aan details over het Joodse leven in Venetië. Julie-Marthe Cohen schreef een waardevolle scriptie over riten en gebruiken in het Venetiaanse getto, die Morosini beschrijft.”
Letizia Nahmias is een voorbeeld van de emancipatie van vrouwen in die tijd
Letizia stelde zich na het vertrek van haar echtgenoot zeer onafhankelijk op, ze is een voorbeeld van de emancipatie van vrouwen in die tijd. Uit de inboedelinventaris die na haar dood werd opgemaakt, blijkt dat ze beschikte over een groot aantal boeken, waaronder werken van Maimonides. Als ze al geen boeken verkocht, distribueerde ze die in ieder geval. “Haar betrokkenheid bij de boekenwereld had ze niet van een vreemde. We weten dat de mannen in haar familie vanaf het einde van de vijftiende eeuw Hebreeuwse boeken uitgaven van Constantinopel tot in Venetië.”
Parel
Chayes: “Ook stak Letizia er via haar testament een stokje voor dat de erfpacht van haar huis over zou gaan op nazaten van de familie Nahmias. Zo nam zij wraak op haar overleden vader en haar broers, die haar het leven zuur hadden gemaakt wegens de bruidsschat. Liever gaf ze haar nalatenschap weg aan een van de synagogen in het getto. Dat mocht de Spaanse zijn, de Duitse of de Levantijnse, waaruit blijkt dat ze niet exclusief aan één gemeenschap verbonden was. Haar geld mocht zelfs naar niet-Joodse meisjesweeshuizen in de stad, de befaamde ospedali.” Daarnaast vergat Letizia haar dienster niet. Die erfde een grote parel voor haar trouwe dienst.
“Letizia stond in contact met veel tijdgenoten. Sowieso waren er intensieve contacten met niet-Joodse Venetianen, maar ook met andere bezoekers: ambassadeurs, vrijdenkers, protestanten. Eén vrijzinnige geleerde nam zelfs een rabbijn in huis om Hebreeuws te leren. Verzamelaars zochten contact met rabbijnen om antiquiteiten op te sporen, zoals waardevolle medailles en boeken. Overigens was er ook veel onderling contact tussen de rabbijnen van de synagogen in het getto.”
Ook Letizia had contact met niet-Joodse Venetianen. Chayes: “Ze zocht haar toevlucht tot het civiele recht en maakte gebruik van notarissen buiten de kehilot.”
Onderzoek
Het verhaal van Letizia laat zien dat er nog veel valt te ontdekken. Het is een zoektocht die Chayes graag met collega’s onderneemt. Het door haar opgezette project SION-Digit reconstrueert Joods leven en cultuur tussen 1500 en 1700 door personen en objecten te traceren die circuleerden tussen Venetië, Bordeaux en Amsterdam. Het project wordt geleid vanuit het Nationaal centrum voor wetenschappelijk onderzoek in Parijs, waaraan Evelien Chayes verbonden is.
Deze Venetiëspecial werd mede mogelijk gemaakt door Maror en verscheen eerder in het NIW39 van 8 juli 2022
