De nieuwe hoofdtrainer van het eerste elftal van de Amsterdamse voetbalclub AFC wordt beschuldigd van het maken van antisemitische opmerkingen. Met als gevolg flinke beroering onder de Joodse aanhang van de club.
Maurice Loonstijn is gek van voetbal en van AFC. Niet alleen als supporter, maar ook als sponsor is hij betrokken bij zijn ‘cluppie’. Al jaren volgt hij het Eerste, uitkomend in de Topklasse Zondag, op de voet. Hij hangt er een beetje omheen, zoals hij het zelf zegt.
Dus toen het Eerste naar Italië vertrok voor een trainingskamp, volgde Loonstijn de equipe. En daar ging het mis. De nieuw aangestelde hoofdcoach Willem Leushuis kon de bemoeienissen van de diehard-supporter, die geen officiële staffunctie heeft, niet echt waarderen. Harde woorden vielen en tegen de spelersgroep zou Leushuis zich erg negatief hebben uitgelaten over ‘de Jood Loonstijn’.
„Toen ik het hoorde, heb ik meteen actie ondernomen en ben naar het bestuur gestapt,” zegt Loonstijn. „We hebben daarna begin augustus een goed gesprek gehad en de coach heeft duizendmaal zijn excuses aangeboden. We hebben elkaars hand geschud en daarmee was het voor mij klaar.” Maar het verhaal was nog niet klaar, in ieder geval niet voor Robby Lobatto. Toen het trouwe AFC-lid hoorde van de kwestie ontplofte hij. Hij stelde een e-mail op waarin hij het ontslag van de hoofdcoach eiste, verzond het naar vele bekenden en verspreidde het via Facebook. „Ik heb het bewust laten escaleren. Kijk, Maurice heeft geen Joodse opvoeding gehad. Ik wel, dus dat hij er vrede mee heeft, betekent nog niet dat ik het accepteer. Integendeel,” zegt Lobatto.
Het bericht van Lobatto ging als een lopend vuurtje door Joods Amsterdam. Ook columnist Theodor Holman ontving een bericht. In zijn column in het Parool van 12 augustus schreef hij: „Gisteren ontving ik een mailtje van iemand over mijn oude voetbalclub AFC. Een trainer heeft het over iemand anders als die Jood! En dat is dan niet grappig bedoeld. Hij waarschuwt voor die Jood. Op een toon alsof tegen je deur wordt geschopt. Tja, dat achteloze antisemitisme waarover steeds vaker de schouders worden opgehaald.” De emoties liepen vervolgens hoog op. Zeker op Facebook, waar Lobatto na een paar dagen zijn eigen bericht verwijderde. „Het liep uit de hand. Er waren jongens die een bezoekje aan de trainer wilden brengen. Dus ik heb het bericht eraf gegooid,” vertelt Lobatto.
Adequaat gehandeld
AFC-bestuurslid Ronald Koster betreurt de hele zaak rondom Loonstijn: „Toen ons het incident ter oren kwam, hebben we meteen actie ondernomen. We hebben duidelijk laten weten dat we dit niet accepteren. We zijn een club met vele achtergronden, van Joodse tot Marokkaanse jongens. De persoon in kwestie heeft zijn excuses aangeboden. Kijk, er zijn woorden gevallen, maar in onze ogen is het woord antisemitisme te zwaar. We zitten met meerdere Joodse mannen in het bestuur, dus ik denk wel dat wij een goede inschatting ‘Ik begrijp niet waar al die mensen zich mee bemoeien’ kunnen maken. Het is jammer dat een inter- ne aangelegenheid zo wordt opgeblazen.”
Door de berichten van Lobatto trok de zaak ook de aandacht van het CIDI. „We nemen dit incident mee in onze antisemitisme-monitor,” zegt directeur Esther Voet. „Maar ik wil daarbij wel zeggen dat het bestuur van AFC adequaat gehandeld heeft en uitstekend in staat is om dit zelf op te lossen.” Inmiddels heeft er een nieuw gesprek plaatsgevonden tussen Lobatto, Loonstijn en leden van het bestuur. „Dat was een goed gesprek,” zegt Lobatto. „De trainer kunnen ze niet ontslaan, maar er komt in de toekomst wel expliciet in het contract van de coach te staan dat antisemitisme en discriminatie onmiddellijk leidt tot ontslag.”
En hoofdpersoon Maurice Loonstijn, de man die het middelpunt werd van de rel? Die weet eigenlijk niet wat hem overkomen is. „Ik begrijp niet waar al die mensen zich mee bemoeien. Het gaat toch over mij? Zij waren er niet bij. Ik begrijp dat je schrikt als je zo’n e-mail van Robby ziet. Maar het is allemaal een beetje uit zijn verband gerukt. Ik heb alles in overleg gedaan met het bestuur. En ik heb genoeg op ze aan te merken, maar dit hebben ze goed gedaan. Klaar.”
En zijn cluppie? „Ik ben en blijf gewoon een trouwe sponsor en supporter. Daar verandert niks aan.”