
Tijdens een pro-Gaza-demonstratie in Den Haag, vorig jaar zomer, werd de Israëlische vlag gelijkgesteld aan het hakenkruis. Foto: Hollandse Hoogte
Europa kan er niet meer omheen: het antisemitisme is groeiende. Maar wat te doen wanneer die ziekte er in West-Europa heel anders uitziet dan in het Oosten? Is er een gemeenschappelijke noemer? Of moet de aanpak per land verschillen?
De afgelopen maanden hebben er in Israël en Washington vier conferenties plaatsgevonden die het groeiende antisemitisme in Europa in kaart hebben gebracht. Zo was er het Global Forum in Jeruzalem, georganiseerd door het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken, er was een conferentie geïnitieerd door het Israeli Jewish Congress in Tel Aviv, ook tijdens de General Assembly van de Jewish Federations of North America was er speciale aandacht voor, evenals tijdens de AIPAC-conferentie in Washington in maart. Daarnaast is er een doorgaande dialoog geweest tussen vertegenwoordigers van Joden in Europa en Ira Forman, de Special Envoy Anti-Semitism van het Amerikaanse State Department, het ministerie van Buitenlandse Zaken.
Geen eenduidig gezicht
Hoewel de crisis met de Grieken al maanden de koppen in de kranten beheerst, is antisemitisme niet van de agenda verdwenen. Velen beschouwen het als een weliswaar ‘minder urgent’, maar nog gecompliceerder probleem dan het Griekse (bijna-)failliet. Dat komt ook omdat antisemitisme in de diverse Europese landen geen eenduidig gezicht heeft. Kijk naar het verschil tussen Oost- en West-Europa. Daar waar in West-Europa linkse partijen het antisemitisme bewust onderschatten en ondergeschikt maken aan moslimhaat, vaak om electorale redenen, zijn linkse partijen in Oost-Europa zich juist zeer bewust van het unieke karakter van antisemitisme. Daar speelt immers de moslimstem niet. In landen als bijvoorbeeld Litouwen en Hongarije is vrijwel geen antisemitisme vanuit moslimhoek te vinden. Een groot verschil met landen als onder meer Frankrijk, België, Nederland, Engeland en Duitsland, waar juist die vorm van antisemitisme het agressiefst is.
Regering sluit de ogen
Een unieke situatie vinden we in Zweden. De Joodse gemeenschap daar leeft in een schemergebied. De regering kan zich niet voorstellen dat Joden worden gediscrimineerd of zelfs bedreigd, want in Zweden zien Joden ‘er zo Zweeds uit’. De regering sluit over het algemeen de ogen voor de dreiging die moslims op Joden uitoefenen. En Zweden is een van de Europese landen die de grenzen het ruimst opent voor vluchtelingen uit moslimlanden. Die dreiging, zo stellen vertegenwoordigers van de gemeenschap, zal in de komende jaren dus alleen maar groter worden. Joden zelf durven amper in het openbaar te zeggen wat er daadwerkelijk gaande is en spelen verstoppertje, op hier en daar een dapper persoon na. We hebben allemaal kunnen vernemen hoe beroerd de situatie is in Malmö en het is een feit dat zich in het noordelijke Uppsala een schuilsynagoge bevindt. Ja, u leest het goed: in het o zo democratische, beschaafde Zweden, dat veel andere westerse landen als lichtend voorbeeld zien, moeten Joden hun toevlucht zoeken tot een schuilsynagoge.
Schrijnende getuigenissen
Zo heeft ieder land zijn specifieke problemen die eens en te meer duidelijk werden tijdens het Global Forum in Jeruzalem, waar uw hoofdredacteur co-chair was van de werkgroep West-Europa, dat moet worden vertaald in vertegenwoordigers van landen uit de EU + Zwitserland. De getuigenissen waren schrijnend. In Griekenland is er geen synagoge meer die geen racistische graffiti van de gevel heeft moeten spuiten en de Gouden Dageraad is een nazistische club die de gemeenschap daar angst inboezemt. In Hongarije zit ook zo’n partij: Jobbik, waarvan de leden zonder gêne de Hitlergroet brengen. En dan is er nog het ouderwetse, klassieke antisemitisme en het christelijke antisemitisme dat we vooral in Oost-Europa tegenkomen. Uiteraard hebben West-Europese landen vooral te maken met geïmporteerd antisemitisme vanuit moslimlanden. We hebben de excessen daarvan het laatste jaar tot en met aanslagen gezien. Maar onderschat het klassieke antisemitisme daarbij niet, want hoewel dat geen levens eist, is het nog altijd springlevend.
Antisemitisme en antizionisme
Officiële instanties in Israël maken zich ook zorgen over het antisemitisme dat zich uit in de vorm van antizionisme. We hebben daar de vorige zomer ook de nodige voorbeelden van gezien in ons eigen Nederland. Tijdens een demonstratie op de Hoefkade in Den Haag sprak een van de sprekers de woorden: ‘We zeggen nu wel zionisten, maar we weten allemaal: het gaat over de Joden.’ Ook waren er de rants van rapper Appa, die bewust alleen het woord zionisten gebruikte, met daarachteraan kwalificaties die rechtstreeks uit de Protocollen van de Wijzen van Zion kwamen: ‘… die uit zijn op ons geld en ons bloed’. In de Verenigde Staten worden dit soort uitspraken gezien als antisemitisme, omdat daar de drie D’s van Natan Sharanski worden gebruikt om de link te leggen tussen de twee fenomenen. Die drie D’s staan op de officiële chart van het State Departement, onder de kop: What is Anti-Semitism relative to Israel? De drie D’s staan voor Demonize Israel, Double Standard for Israel en Delegitimize Israel. De Amerikanen zijn daarin heel duidelijk. Net als de Canadezen en de Australiërs.
De ene BDS’er is de andere niet
Anders ligt dat in Europa, waar de BDS-beweging stevig voet aan de grond heeft gekregen. BDS staat voor Boycot, Divestment and Sanctions. We zien ze ook in Nederland, bijvoorbeeld op universiteiten en in vakbonden als de FNV. De Israëlische achilleshiel waarop door deze activisten wordt gefocust, is het nederzettingenbeleid. Er wordt door de BDS-beweging gevraagd om het labelen van producten die uit de Westbank komen, en liever nog: het boycotten van producten die uit de nederzettingen komen. Dat daarmee Palestijnse werknemers het meest worden gestraft is voor hen om het even. Er wordt gelobbyd om sancties uit te vaardigen tegen Israëlische bedrijven die op de Westbank actief zijn, zie bijvoorbeeld het Nederlandse pensioenfonds PGGM, of waterbedrijf Vitens. Je kunt degenen die voor deze ‘wapenfeiten’ verantwoordelijk zijn, naïevelingen noemen, of antisemieten. Beide kwalificaties zijn, zoveel werd tijdens de bovengenoemde conferenties duidelijk, niet dekkend. Wel kan worden gesteld dat naïeve idealisten worden gebruikt door antisemieten. De grote krachten achter de BDS-beweging verleggen langzaam maar zeker de strijd tegen de ‘bezetting van de Westbank’, de strijd tegen ‘Israël als agressor’ naar een heel ander paradigma, het paradigma dat vanaf het begin uitgangspunt was: ‘Israël hoort niet te bestaan’.
Zelfeschikkingsrecht
En daar komen antisemitisme en antizionisme samen. Waar houdt kritiek op het Israëlische regeringsbeleid op en begint de gedachte dat Joden geen recht hebben op zelfbeschikkingsrecht, in de staat Israël? Er is, zeker ook in Europa, onder grote bevolkingsgroepen een verschuiving gaande die het paradigma probeert te verzetten van 1967 (het jaar waarin de Westbank onder Israëlische controle kwam) naar 1948 (het jaar waarin de staat Israël werd uitgeroepen). Die discussie is al te lang gaande, en is uniek in de wereldgeschiedenis. Van geen enkel ander land op de wereld wordt het bestaansrecht zo bediscussieerd als dat van Israël. En de manier waarop is nog zorgwekkender. Want we zien hier een giftige cocktail van linkse academici die Joden niet zien als een volk, maar het jodendom slechts zien als religie, en een religie heeft geen land nodig, klassiek antisemitisme en antisemitisme dat is geïmporteerd vanuit de islam, met de nodige, onuitputtelijke financiële Arabische middelen daarachter.
Wat te doen?
Terug naar Europa. Wat te doen met de twee miljoen Joden die dit werelddeel nog binnen de grenzen heeft en hoe ze optimale bescherming te bieden? Tijdens de diverse conferenties kwamen de volgende conclusies boven. Allereerst moet er voor de landen van de EU een gemeenschappelijke definitie van antisemitisme komen. Die is er nu nog niet. Er was even een ‘working definition’, maar die is al snel weer verdween omdat het woord Israël daarin werd genoemd. Het is essentieel dat Europese landen een kleinste gemene deler vinden om ten minste een leidraad te vormen voor antisemitische incidenten. Nu houden individuele landen hun eigen definitie aan, die onderling verschilt, waardoor cijfers niet met elkaar kunnen worden vergeleken. Daarnaast, en dat is ook een wens vanuit de Verenigde Staten, zou er een Special Envoy Anti-Semitsm in Brussel moeten komen. Een persoon die de verschillende nuances aangaande antisemitisme in de Europese landen zou kunnen duiden en verslag zou kunnen uitbrengen aan Brussel, zoals Ira Forman doet in de Verenigde Staten. Kortgeleden spraken Joodse vertegenwoordigers met Frans Timmermans. Die zag de bui al hangen: dan ook een vertegenwoordiger voor de moslims, Sinti, Roma, et cetera. En die vrees is gerechtvaardigd. Maar naast alle belangrijke stappen die in de Europese landen individueel moeten worden ondernomen, is een vertegenwoordiger die overzicht heeft over alles wat gaande is helemaal niet zo’n gek idee.
Wat kunnen we zelf?
Opvallend tijdens de diverse conferenties was de houding van veel vooraanstaande, oudere vertegenwoordigers van Europese Joden. Waar jongere sprekers uit bijvoorbeeld Zweden, Nederland en Zwitserland duidelijk proactief dachten, bleven veel kopstukken van Joodse gemeenschappen op de diverse conferenties hangen in een klaagzang. De problemen werden geduid, problemen die iedereen inmiddels wel kent, maar oplossingen werden niet geboden. Dat veroorzaakte veel irritatie. Want om naar Israël te kijken om hier in Europa oplossingen te bieden is niet reëel. Europese Joden zullen zelf proactief moeten gaan handelen en het maatschappelijke debat moeten aangaan, met hun overheden en regeringen, met andere organisaties in hun samenleving. Zo kwam er een verfrissend idee uit Zwitserland om met ouders van allochtone kinderen via scholen in dialoog te gaan. Hier in Nederland hebben we ook voorbeelden als het project ‘Leer je buren kennen’ van de LJG. Maar voor- en bovenal zullen Joden in Europa op alle mogelijke manieren hun stem moeten laten horen. Naar de overheid, de regering en vooral: naar de maatschappij. En dat betekent niet alleen de academici en politici, maar zeker ook naar het maatschappelijk middenveld. De algehele conclusie die tijdens al deze bijeenkomsten naar voren kwam was: de tijd van verschuilen is voorbij. Willen wij Joden hier in Europa een toekomst hebben, dan zullen we onszelf moeten laten zien en ons moeten uitspreken voor onze normen en waarden. En ja, daar hoort onze liefde voor Israël ook bij.