Abonneer op het NIW

Het opinietijdschrift en cultureel magazine in één, voor iedereen geïnteresseerd in de Joodse wereld. Abonneer nu »

Opinie

Blij met Kaag

Max van Weezel over Sigrid Kaag

Redactie 06 november 2017, 00:00
Blij met Kaag

Sigrid Kaag ontmoette ik voor het eerst in 2015 toen ze in het Haagse perscentrum Nieuwspoort de jaarlijkse Kees Lunshof lezing hield. En ik gooi maar meteen de knuppel in het Joodse hoenderhok: ik vond Kaag een bijzonder indrukwekkende vrouw. Ze had net aan het hoofd gestaan van de gezamenlijke delegatie van de Verenigde Naties en de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens die Basharal-Assad ervan moest overtuigen dat hij er beter aan deed af te zien van een groot deel van zijn chemische wapenarsenaal. Daarvoor had ze leidinggevende functies vervuld bij het kinderfonds Unicef en het ontwikkelingsprogramma UNDP. Maar vooral die missie naar Damascus intrigeerde me. Als je een dictator als Assad zover krijgt tonnen sarin en mosterdgas te laten vernietigen, moet je wel wat in je mars hebben.

In oktober 2016 hoorde ik Kaag op het verkiezingscongres van D66 in de RAI een vurig pleidooi houden voor de internationale rechtsorde, het eerbiedigen van de mensenrechten en het belang van multilaterale organisaties als de VN en de EU. Ook nam ze stelling tegen de links/rechts-polarisatie die Nederland verscheurde. Haar betoog sprak me aan. Stilletjes hoopte ik dat D66 haar naar voren zou schuiven voor een ministerspost in het volgende kabinet.

Vorige week ontdekte ik dat niet de hele Joodse gemeenschap daar zo over denkt. Eerst ontstond in Israël commotie over het bericht dat ze Lilianne Ploumen zou opvolgen als minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. De site The Times of Israel onthulde dat Kaag, getrouwd met de Palestijnse tandarts, diplomaat en politicus Anis al-Qaq, in de jaren 90 had gezegd dat premier Netanyahu niet representatief was voor het vredelievende deel van de Israëlische bevolking. Hij zou een verkiezingscampagne hebben gevoerd met een racistische en demagogische ondertoon. De bewoners van de Joodse nederzettingen op de West-bank noemde ze ‘illegale kolonisten’. Ze beklaagde zich erover dat sommige van die kolonisten haar voor ‘Arabische hoer’ hadden uitgemaakt. De redactie van The Times of Israel leek niet erg geporteerd van de vrouwelijke diplomaat met banden met de Palestijnse gemeenschap.

Als je een dictator als Assad zover krijgt tonnen sarin en mosterdgas te laten vernietigen, moet je wel wat in je mars hebben

Stapje verder
Toen sloeg ook hier in Nederland de vlam in de pan. GeenStijl publiceerde een foto van Kaag met een hoofddoek om, noemde haar een ‘Palestijnenpijper’ en voorspelde dat het ministerie van Buitenlandse Zaken zou gaan lijken op de Gazastrook. De rechtse site De Dagelijkse Standaard ging nog een stapje verder: volgens hoofdredacteur Michael van der Galien was haar hele partij ‘keihard anti-Israël – en zelfs antisemitisch’. Maar niets haalde het bij het persbericht dat Likoed Nederland uitbracht. Hoe durfden ze een vrouw die voor een tweestatenoplossing pleit en kind aan huis is bij het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken een ‘terroristenvereerder’ te noemen?

Op de kennismakingsbijeenkomst van het nieuwe kabinet met de parlementaire pers liep ik Sigrid Kaag toevallig tegen het lijf. Opnieuw dacht ik: wat een aanwinst voor de Nederlandse politiek. Niet alleen vanwege die missie naar Damascus, maar ook omdat zij degene was die partijen als VVD en CDA als eerste voorhield: je kunt wel voor opvang van vluchtelingen in de eigen regio zijn, maar zorg er dan voor dat niet wordt bezuinigd op de vluchtelingenhulp in landen als Jordanië en Libanon. Als minister kan ze daar daadwerkelijk wat aan doen. Tot het bewijs van het tegendeel wordt geleverd, ben ik blij met Sigrid Kaag.

Abonneer op het NIW

Abonneer nu!
Tags dit artikel heeft geen tags
Opmerkingen (0)
Plaats opmerking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *