Als Donald Trump al constateert dat het met het imago van Israël in de wereld slecht gesteld is, moet het wel heel ernstig zijn. Als er één leider is die weet wat een slecht imago in het buitenland betekent, is het wel de huidige Amerikaanse president. Buiten Israël scoort Trump wereldwijd een all time low in populariteit. In feite bestaat zijn vaste achterban alleen nog uit evangelische christenen in de Biblebelt.
Eerdere Amerikaanse presidenten scoorden soms internationaal ook extreem laag, maar dan betrof het nadrukkelijk hun buitenlandse beleid. Anti-Vietnambetogingen waren in de late jaren zestig aan de orde van de dag. Spandoeken bij die marsen met de slogan ‘Johnson molenaar’ (‘moordenaar’ was strafbaar) waren toen gebruikelijk. Het enige verschil is dat men zich keerde tegen het beleid van de president en niet primair tegen zijn persoon. Ook het verwijt dat de VS zich schuldig maakten aan genocide in Vietnam waren niet van de lucht.
Lering
Of volkerenmoord werkelijk de intentie van de VS was, heb ik altijd betwijfeld. Wel stond vast dat Johnson de afspraken over het gebruik van chemische en andere verboden wapens schond. De afloop mag als bekend worden verondersteld. De VS verloren de oorlog en vertrokken met de staart tussen de benen uit Vietnam. Washington verloor de oorlog binnenslands. Het verloor de oorlog van de grote tv-zenders die dagelijks afschuwelijke beelden toonden van hulpeloze, met napalm besproeide kinderen.
Als gevolg van desinformatie trok de vrije wereld de anti-Israëlkaart
Het heeft er alle schijn van dat Netanyahu lering heeft getrokken uit de jammerlijk mislukte oorlog in Vietnam en mede daarom vanaf de eerste dag van de oorlog tegen Hamas heeft gedecreteerd dat journalisten niet tot Gaza mochten worden toegelaten. De wereld, inclusief de Israëlische, diende verstoken te blijven van gruwelijke slachtpartijen en bergen kinderlijken. Dat die er toch doorheen glipten, is het resultaat van Gazaanse burgerjournalistiek. Terecht heeft Israël er enkele keren op gewezen dat Gazanen die zich uitgaven voor journalist gewoon employés van Hamas waren en in enkele gevallen zelfs werden geïdentificeerd als terrorist.
Burgers
Helemaal potdicht was de grens voor berichtgeving vanuit Gaza niet. Veel media maakten telefonisch gebruik van hand-en-spandiensten van lokale Gazaanse journalisten of types die zich daarvoor uitgaven. Anders dan in vorige grote oorlogen het geval was, zegevierde de burgerjournalistiek, mede dankzij intensief gebruik van de mobiele telefoon. Die burgers waren veelal in dienst van Hamas en maakten handig gebruik van de door Israël afgekondigde blokkade van verslaglegging. Het gevolg is dat de vrije wereld als gevolg van desinformatie de anti-Israëlkaart is gaan trekken en de Israëlische bevolking slechter op de hoogte is van de oorlog in Gaza dan de modale tv-kijker of krantenlezer in pakweg Montevideo of Oslo.
Israël kent al sinds zijn oprichting militaire censuur en heeft de kraan voor Israëlische en buitenlandse media in de huidige oorlog vrijwel geheel dichtgedraaid. Toch kan men tegenwoordig de grens technisch niet hermetisch afsluiten. Via satellieten komen toch beelden en reportages Israël binnen. Maar de Israëlische media zelf zijn aan de censuur onderworpen en zullen er niet in slagen eigen beelden van de humanitaire ramp op anderhalf uur rijden van Tel Aviv aan hun kijker te tonen. n
Dit is de laatste column van Hans Knoop in het NIW. In de volgende editie leest u een interview met de 81-jarige journalist.