Eli Ben-Zaken heeft het wéér geflikt. De ongeschoolde hobbywijnboer die het wist te schoppen tot voornaamste wijnmaker van Israël heeft een baanbrekende nieuwe wijn op de markt gebracht.
Geen pronkstuk dat zich kan meten met gerenommeerde grand cru’s, maar een frisse witte slobberwijn zonder kapsones. Juist die lichtvoetigheid maakt de blend van sauvignon blanc, chardonnay en gewürztraminer een revolutionaire Israëlische wijn.
Ik bezocht Eli en zijn dochter Ilana vorig jaar in de groene heuvels ten westen van Jeruzalem. In niets leek de geestelijk vader van Domaine du Castel op zijn hoogdravende wijnen. De Israëlische wijngoeroe – boswachtersbaardje, overjarig brilmontuur – bleek de bescheidenheid zelve en nam uitgebreid de tijd voor de visite. Ik had een vriend meegebracht met wie ik een culinaire rondreis door Israël maakte. De wijnen van Castel vormden al jaren de smeerolie van onze vriendschap en derhalve skipten we de formele proeverij. De spuugbekers werden terzijde geschoven en nog voor het middaguur zaten we gezellig met zijn vieren te tafelen. Ongemerkt gingen er flink wat Israëlische kaasjes en glaasjes doorheen.
Ongemerkt gingen er flink wat Israëlische kaasjes en glaasjes doorheen
Eli vertelde hoe hij kort na de Zesdaagse Oorlog met zijn vrouw Monique vanuit Italië naar Israël was geëmigreerd. Hij vestigde zich als kippenboer in heuvelachtig Judea, waar het een beetje aan thuis deed denken. In de jaren 80 openden ze Mama Mia, het eerste fatsoenlijke Italiaanse restaurant in Jeruzalem.
Energieke wijn
Het wijnmaken begon min of meer per ongeluk. De familie had een geschil met de gemeente over het eigendom van een braakliggend heuveltje. Omdat hij dacht daarmee sterker te staan, beplantte Eli het betwiste stukje grond met druivenranken. De wijn die hij een paar jaar later aan vrienden liet proeven viel in de smaak en Eli besloot wijnboer te worden. Niet dat hij wist hoe dat moest. Zijn knowhow haalde hij uit boeken.
Twintig jaar later wordt Domaine du Castel beschouwd als Israëls beste wijnhuis. Vanaf het begin lag de lat hoog. Eli wilde wijnen maken in de beste traditie van de Bordeaux en de Bourgogne. Met typische Israëlische gotspe doopte hij zijn eersteling Grand Vin. Maar vriend en vijand waren het erover eens: de wijn maakte zijn hoogdravende naam waar. Het rode vlaggenschip kreeg gezelschap van een even Grote Witte en, vooruit, nog een tweede rode. Daar moest het bij blijven. De chateaus waaraan Eli zich spiegelde maakten ook niet meer dan twee, hooguit drie topwijnen.
Toch kwam er een rosé. Toen Eli er een ontkurkte, legde hij bijna verontschuldigend uit dat Israël nooit een fatsoenlijke rosé had gekend. Als zionistische wijnmaker had Ben-Zaken het als zijn morele plicht gezien het pad te effenen voor toekomstige generaties.
Ook zijn rosé werd een wijn van internationale klasse. Stoer en stevig, zoals alle Israëlische toppers. Door het hete klimaat zijn Israëlische wijnen al gauw wat zwaar op de tong. Alcoholpercentages van boven de 15 procent zijn eerder regel, dan uitzondering. Dat levert in de gunstigste gevallen zwoele, krachtige eetwijnen op met veel donkerrood fruit. Maar minstens zo vaak fabriceren Israëlische wijnboeren overrijp, weeïg en zondoorstoofd sap. Voor lichtvoetige, elegante zondagmiddagwijntjes moet je niet in Israël zijn.
En zo zette Eli Ben-Zaken opnieuw zijn trots opzij en ging hij de uitdaging aan. Ook in Israël moest het mogelijk zijn om een verkwikkende doordrinkwijn te maken. Hoe die moest gaan heten wist hij nog niet, maar hij beloofde ons een on-Israëlische slobberwijn. Het werd La Vie, met recht een wijn om het leven mee te vieren. Geen ponemloos hap-slik-wegdrankje, maar een energieke wijn met hinten van sinaasappel, abrikoos en limoenzuurtjes. Perfect als aperitief of als begeleider bij Israëlische mezze. Spoed u zich dus naar Mouwes, waar La Vie voor een (relatief) schappelijke prijs te koop is en toost op Eli Ben-Zaken, die tegen wil en dank zijn land opnieuw een grote dienst heeft bewezen.