De nacht van 7 op 8 november 2024 is er een die in Amsterdam zal doorleven in schande, om de Amerikaanse president Franklin D. Roosevelt te para-fraseren. Die nacht vond de eerste georganiseerde ‘Jodenjacht’ plaats in ons land sinds het einde van de nazibezetting in 1945. Die term, Jodenjacht, zou onomstreden moeten zijn. Die werd immers niet verzonnen door de pers of door rechtse politici, maar door de daders zelf.
Laten we man en paard noemen: de daders waren moslimjongeren, opgejut door andere moslims: taxi- en Uberchauffeurs, receptionisten van hotels, beveiligers van casino’s en andere islamitische jongeren. Burgemeester Femke Halsema sprak zelfs over een ‘pogrom’. Een term die zij snel weer inslikte, niet omdat hij niet van toepassing zou zijn, maar omdat die de daders en de etnisch-religieuze groep waaruit zij voortkwamen, in een kwaad daglicht zou stellen.
Gepland
De Jodenjacht was geen reactie op provocaties door Israëlische voetbalsupporters die met hun club Maccabi Tel Aviv mee naar Amsterdam gereisd waren voor de wedstrijd tegen Ajax. Uit het appverkeer tussen de daders bleek een hoge organisatiegraad. Bovendien bleek dat de aanvallen op Israëli’s en Joden – Amsterdammers werden gedwongen hun identiteitsbewijzen te tonen om te controleren of zij geen Joodse namen hadden – gepland was voordat Maccabifans in het centrum van de stad een Palestijnse vlag neerhaalden.
Niet alleen op jonge mannelijke Israëli’s – ‘genocideplegers’ in het latere linkse en islamitische jargon – werd gejaagd, maar op alle Israëli’s. Dus ook op wie niet anders dan voetbaltoeristen genoemd kunnen worden: Israëlische burgers die van de wedstrijd gebruikmaakten om een paar dagen Amsterdam te bezoeken. Vrouwen, ouderen, gezinnen met jonge kinderen, voor de ‘jagers’ maakte het allemaal weinig verschil. De vrijwilligers die ’s nachts kriskras door de hoofdstad reden om gestrande, doodsbange Maccabifans in veiligheid te brengen, kunnen daarvan getuigen.
Al snel draaide het narratief en werd de leugen waarheid. De schuld van de jacht lag bij de Maccabifans, zo beweerden met name linkse politici. Denk-voorman Stephan van Baarle loog schaamteloos over een ‘Arabierenjacht door Maccabituig op genocideverlof’, al waren de enige Arabieren, de enkele moslims die in die nacht in Amsterdam onveilig waren, degenen die door de jagers voor Joden werden aangezien. De onwaarheden over het Gazaconflict waarover het NIW zo vaak schreef, werden nu overgenomen door Nederlandse politici en geprojecteerd op die schandelijke nacht in Amsterdam.
Onveilig
Een jaar later, zo veel incidenten later. Woedende demonstranten belaagden Christenen voor Israël, waarbij zij in Katwijk een koekje van eigen deeg te slikken kregen. Extreemlinkse demonstranten maken universiteiten onveilig voor Joodse studenten en docenten en de ‘culturele Jodenjacht’ is in ons land ingezet. Ook nu er hoop gloort op vrede, wordt Israëlische universiteiten, wetenschappers en kunstenaars het leven zuur gemaakt, terwijl ‘antizionisten’ die tot geweld tegen Joden oproepen als helden worden vereerd in onze cultuurpaleizen.
Nederland is er niet leuker en evenmin veiliger op geworden voor Joden sinds de nacht van 7 op 8 november. Het NIW sprak met advocaat Johan Oosterhagen.
Hoe is de stand van zaken bij de vervolging van daders?
Momenteel worden er geen verdachten van de Jodenjacht meer vervolgd, alleen de zaak tegen Mahmoud A. loopt nog in hoger beroep. Zeker honderd geweldsincidenten blijven zonder strafrechtelijke vervolging. Wij hebben genoeg bewijs en hebben ook in een aantal gevallen de getuigenissen kunnen matchen met beelden van de gewelddadigheden. In sommige gevallen zegt het Openbaar Ministerie (OM) niet te kunnen vaststellen wie het slachtoffer is, terwijl wij voldoende beeldmateriaal kunnen aanleveren. Ook krijgen we te horen dat de daders niet geïdentificeerd kunnen worden omdat niemand zich heeft gemeld en de publicatie van beelden te weinig tips opleverde.
Wat vindt u daarvan?
Weinig overtuigend. Zo is niemand van het OM naar Israël gegaan om onze cliënten te horen. En er is van die avond zoveel beeldmateriaal. Dit is niet een simpele mishandeling in een café waar iemand een klap op zijn kop krijgt en geregistreerd wordt door één cameraatje. Hier is op verschillende beelden zien hoe de geweldplegers zich verplaatsen. De officier van justitie moet kunnen vaststellen met wie de verdachte zich heeft opgehouden, waar hij vandaan kwam, waar hij naartoe ging en hoe hij zich verplaatste. Voldoende aanknopingspunten om daders te identificeren.
Gewoonlijk is er nooit zoveel beeldmateriaal voorhanden. Van een van onze cliënten is het paspoort geroofd. Later heeft de dader hem op Instagram opgezocht en hem provocerend een video van zijn paspoort gestuurd. Dat is een Instagramaccount dat tot de dader kan leiden. Maar ook daar wordt niets mee gedaan.
Om hoeveel verdachten gaat het?
Om zo’n tweehonderd verdachten. Het OM heeft de beelden van ongeveer veertig verdachten vrijgegeven om te identificeren. Die foto’s zijn genummerd, en een ervan heeft nummer 74. Dat betekent dat er zeker sprake is van bijna tachtig verdachten die op camerabeelden zijn vastgelegd. Het is ons totaal onduidelijk waarom het OM deze verdachten wel wil tonen aan het publiek en de andere verdachten niet.
Uiteindelijk is er maar één geweldsmisdrijf tegen een cliënt voor de rechter gekomen?
Inderdaad. Dat was Mahmoud A., een Palestijn met een verblijfsstatus. Dat hij wordt vervolgd, komt doordat hij zichzelf heeft gemeld. Zijn zaak loopt nu in hoger beroep. Hij kreeg tot nu toe de hoogste straf voor geweld tegen Israëlische supporters: zes maanden gevangenis. De uitkomst van het hoger beroep moet worden afgewacht. Het betekent dat er nog steeds geen onherroepelijke veroordeling is van een dader die verantwoordelijk is voor geweld tegen een van onze cliënten.
‘Het Openbaar Ministerie lijkt bewust de zaak te laten doodbloeden’
Hoe reageren jullie cliënten op de gang van zaken?
Erg ongeduldig. Zij vragen zich af waarom het allemaal zo lang moet duren. Wij kunnen niet veel meer zeggen dat wij ons best doen, maar dat we op dit punt weinig invloed hebben. Het OM moet besluiten de verdachten strafrechtelijk te vervolgen of de zaak te seponeren. Dat gebeurt niet. De aanklager lijkt bewust de zaak te laten doodbloeden.
Wat zijn de volgende stappen?
Wij beginnen voor de meeste cliënten een artikel 12-procedure om via het gerechtshof het OM te dwingen alsnog te vervolgen. Voor het eind van dit jaar hopen wij de klaagschriften in te dienen.
Is er sprake van onwil?
Misschien speelt de publieke opinie een rol. Het OM is mogelijk gevoelig voor het anti-Israëlsentiment. Met de hoeveelheid beeldmateriaal moet het mogelijk zijn tot meer vervolgingen tegen dit buitensporige geweld te komen.
Weet u iets van de behandeling van de aangiftes tegen Maccabisupporters vanwege racistische leuzen en vernielingen?
Het bevestigt alleen maar het idee dat het OM gevoelig is voor de publieke opinie. Die zijn volstrekt kansloos, dat weet de aanklager ook wel. Supporters worden vrijwel nooit vervolgd voor spreekkoren. De Israëlische aanhangers zijn massaal slachtoffer geworden van geweld, zij waren geen daders. Er is geen enkele reden hen te vervolgen. Bovendien: als het OM al niet in staat is verdachten in Nederland te vinden, hoe denkt het dan een Israëlische supporter in Nederland voor de rechter te krijgen?