Abonneer op het NIW

Het opinietijdschrift en cultureel magazine in één, voor iedereen geïnteresseerd in de Joodse wereld. Abonneer nu »

Buitenland

De Ripper 

Redactie 14 september 2014, 00:00

cartoon NIW47126 jaar bleef hij een raadsel: Jack the Ripper. Een illustere seriemoordenaar die in de herfst van 1888 vijf prostituees om het leven bracht in Oost-Londen. De meest uiteenlopende complottheorieën over zijn identiteit deden de ronde. Vele potentiele daders passeerden de revue, waaronder de kleinzoon van de Engelse koningin Victoria, de ex-premier William Gladstone en de kunstschilder Walter Sickert. Maar een oude sjaal en een nieuw DNA-onderzoek zorgden voor het einde van een hoofdstuk in de wereldgeschiedenis. Jack the Ripper was een paranoïde en schizofrene Jood uit Polen, zo meldt de Britse krant The Daily Mail. Het mysterie werd opgelost door de Britse zakenman Russell Edwards die in 2007 op een veiling een sjaal kocht, vermoedelijk van een van de vermoorde prostituees. Een politieman vond de sjaal destijds bij hem lijk van Catherine Eddowes en nam het stiekem mee naar huis voor zijn vrouw. Al die jaren is de sjaal nooit gewassen. „Ik raakte in de ban van Jack the Ripper nadat ik de film From Hell met Johnny Depp uit 2001 had gezien. Ik kende het verhaal van de sjaal, maar had geen idee dat de dunne, bevlekte en kapotte stof tot de identiteit van Jack the Ripper zou leiden,” zei Edwards tegen The Daily Mail.
De vermogende zakenman schakelde de hulp in van Jari Louhelainen, expert in het analyseren van oud genetisch materiaal. Met een speciale infraroodcamera en UV-fotografie vond Louhelainen bloedspetters en spermavlekken. Na analyse bleek dat Aaron Kosminski, een Poolse Jood die samen met zijn familie vanwege het Russische geweld naar Polen was gevlucht, de echte Jack the Ripper was. Het DNA van een familielid van Kosminski kwam overeen met het materiaal op de sjaal. De Joodse immigrant was overigens geen onbekende. In 1888 behoorde hij al tot de drie hoofdverdachten in de moordzaak, maar zijn betrokkenheid kon nooit bewezen worden. Wel bleek hij psychisch ziek te zijn. Kosminski was paranoïde, schizofreen en leed aan hallucinaties. Kort na de moorden werd hij vanwege zijn krankzinnigheid opgesloten in een gesticht.

Abonneer op het NIW

Abonneer nu!
Tags dit artikel heeft geen tags
Opmerkingen (0)
Plaats opmerking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *