In het NIW van 1 augustus 2014 stond deze overlijdensadvertentie: “Natan Rotenstreich woonde zonder te hoeven verhuizen, met dank aan respectievelijk Frans Joseph, Stalin en Hitler, achtereenvolgens in de Habsburgse monarchie, Polen en de Sovjet-Unie, tot hij zich na de Tweede Wereldoorlog in Amsterdam vestigde. Hij vocht in het Rode Leger tot aan de val van Berlijn. […] Natan, we zijn trots op je.” Die indrukwekkende zinnen vatten in het kort het levensverhaal samen van de vader van auteur Mirjam Rotenstreich. Bijna elf jaar na die overlijdensadvertentie komt Rotenstreich met een biografie, een emotionele en feitelijke invulling van die samenvatting. Ze doet de onvoorstelbare levensloop van haar vader uit de doeken.
Het begint met moeizame interviews in een benauwd huis in Amsterdam-Zuid. Natan is maar moeilijk aan het praten te krijgen. Niet verwonderlijk, aangezien hij als enige van zijn familie de oorlog heeft overleefd. De verrassingen volgen elkaar op: plotseling blijkt dat hij niet zoals gedacht in 1916, maar in 1912 is geboren. Andere geheimen worden niet ontrafeld – hij zal ze later mee zijn graf in nemen. Aan een huisvriendin durft hij meer te vertellen. Als Rotenstreich het gesprek na lang dralen in kleine porties afluistert, schrikt ze van de diepe angst in Natans stem: hij lijkt ervan overtuigd dat hij zelfs op dat moment nog in groot gevaar zou zijn als hij bepaalde zaken prijs zou geven. De schrijfster begint te zoeken om de gaten in het familieverhaal in te vullen. Met flinke speurdrift en hulp van Google weet ze haar vaders gezin van herkomst te reconstrueren.
Tefilin
Al snel moet ze concluderen dat ze haar liefhebbende vader eigenlijk niet kent, zo veel tot dat moment onbekende feiten komen er naar boven. Jeugdherinneringen dienen zich aan, zoals de rondgestrooide snoepjes met Simchat Tora in de Obrechtsjoel, het gedans met de tora door extatische feestvierders. Hoewel haar vader de orthodoxe opvoeding van zijn jeugd had verruild voor het communisme, ging hij in Amsterdam weer naar de synagoge. Tijdens de Zesdaagse Oorlog begon hij zelfs weer te bidden. De mysterieuze tefilin, die ze maar zelden zag, kwamen nu tevoorschijn en zetten Mirjams kinderlijke fantasie in werking: haar vaders hoofd werd een berg, het haar op zijn armen bomen.
Natans geheimen hingen als een zware deken boven het gezin en het weinig gelukkige huwelijk van haar ouders werd uiteindelijk ontbonden. “Zat papa in een getto opgesloten? Is papa gedeporteerd geweest? Nee. Hij loog over alles. Dat is jullie vader.” Zo werd het Rotenstreich en haar zusje Hinde door hun moeder ingepeperd toen hun vader een uitkering voor oorlogsslachtoffers kreeg van de Claims Conference. Hij had in die oorlog een actieve rol gespeeld door te vechten voor het Rode Leger, was ongetwijfeld getraumatiseerd en de paar honderd euro per maand kwamen hem toe, maar niet voor wat hij op het aanvraagformulier had aangegeven.
Tonio
In een intense en liefdevolle zoektocht gebruikt Rotenstreich alles wat ze tegenkomt aan al dan niet digitale informatie, documenten, foto’s en herinneringen om het portret van haar vader te schetsen. Ten slotte moet de man die alles heeft verloren, als hij richting de honderd gaat ook nog het verlies van zijn enige kleinkind Tonio meemaken, de 21-jarige zoon van Mirjam en schrijver A.F.Th. van der Heijden. Een aangrijpend monument voor de eeuw van Natan Rotenstreich, een fascinerend verhaal voor de lezer.

________________________________
Mirjam Rotenstreich, Vader zoeken. De eeuw van Natan Rotenstreich. De Geus 2025, 252 p., € 24,99
Eén reactie
Het verhaal van Miriam Rotenstreich over haar vader Natan & haar zusje Hinde, brengen jeugdherinneringen terug aan mijn vader Leo Fuks, wiens vriend hij was, verbonden door oorlogstrauma’s en hun dochters, verbonden door verjaardagsfeestjes.