PvdA-politici nemen uiteenlopende standpunten in ten opzichte van antisemitisme uit moslimhoek. Het is een pijnlijke worsteling die hernieuwd in beeld kwam door het optreden van de omstreden rapper Appa tijdens een demonstratie tegen racisme op het Museumplein.
Door: Joram Bolle
Zaterdag 21 maart had een mooie dag kunnen zijn in de strijd tegen racisme. Op de Internationale Dag tegen Racisme stond ’s middags op het Museumplein een demonstratie gepland, volgens de poster van de organisatoren met als doel ‘Samen tegen racisme en islamofobie, tegen afrofobie en antisemitisme’. Onder degenen die zouden spreken bevonden zich RTL-presentator Humberto Tan en actrice Tanja Jess. Maar ook een aantal namen die de wenkbrauwen tot aan de haarlijn deden fronsen, zeker in Joodse kring. Ten eerste die van Abulkasim al-Jaberi van pro-Palestinaclub ‘Back to Palestine’, die tijdens anti-Israëldemonstraties openlijk zijn steun voor Hamas heeft uitgesproken en zou spreken op een omstreden debat op de VU waarin gepleit werd voor een boycot van Israël. De aangekondigde aanwezigheid van rapper Appa riep nog meer weerstand op. Appa heeft in het verleden anti-Joodse en anti-Israël uitspraken gedaan. Op demonstraties vorig jaar zomer tijdens de Gazaoorlog riep Appa onder andere ‘Fuck de Talmoed’ en ‘Ik ben klaar met zionistische honden die uit zijn op ons geld en bloed’. Na de aanslag op de redactie van het Franse satirische weekblad Charlie Hebdo, s prak Appa op s ocial m edia van een ‘false flag’: het zou in scène gezet zijn. Over terreurgroep Islamitische Staat repte hij op zijn Facebookpagina dat dit ‘slaven van de zionisten’ zijn. De SP liet in augustus 2014 verstek gaan bij een pro-Palestinademonstratie in Amsterdam omdat Appa er zou spreken.
Uithangbord
Een rapper met dergelijke teksten is bepaald geen uithangbord voor een demonstratie tégen racisme, zo klonk het op social media nadat zijn deelname bekend werd. Directeur Esther Voet van het CIDI besloot toch naar de demonstratie te gaan, maar ging weg na de speech van Abulkasim al-Jaberi, die PvdA-fractievoorzitter Diederik Samsom uitmaakte voor racist. De speech van Appa maakte ze daarom niet mee. Voet: „Het is ongelooflijk dat iemand als Appa voor een demonstratie tegen racisme wordt uitgenodigd. En dan weet je ook gelijk dat hij de situatie in Israël erbij gaat betrekken, terwijl de gedachte was dat het over Nederland zou gaan.” Op vrijdag, een dag voor de demonstratie, liet Voet op Twitter al weten Appa’s aanwezigheid niet te vinden deugen. Filmmaker en kritisch PvdA-lid Eddy Terstall twitterde daarop dat hij aannam dat de PvdA, die als een van de ondersteunende partijen van de manifestatie was aangekondigd, zich terug zou trekken. Kamerlid van de PvdA Keklik Yücel reageerde op de tweet van Terstall: „Ik loop in ieder geval niet meer mee.” In een vervolgtweet verklaarde ze: „Een manifestatie tegen discriminatie waar ook discriminatie/ antisemitisme is, is geen duidelijk statement tegen haat en racisme #jammer.” Haar partijgenoot Ahmed Marcouch, in de Tweede Kamer woordvoerder inburgering en integratie, reageerde bijna diametraal tegenovergesteld op Twitter. Hij tweette, naar eigen zeggen niet wetend dat Appa zou spreken, de poster van de manifestatie. In reactie op de vraag van journalist Bart Schut of hij daarmee ook achter Appa’s omstreden uitspraken staat, antwoordde Marcouch dat de demonstratie meer was dan één persoon en een groter doel dient. En: ‘Benieuwd naar diens optreden.’ Dat lokte een reactie uit van blogger Carel Brendel: „Dus voor het grotere doel mag een van de ergste antisemieten meedoen aan een manifestatie ook tegen antisemitisme.” Waarop Marcouch een foto stuurde van Geert Wilders en onder andere Marine Le Pen, met daarbij als begeleidende tekst: ‘Dit zijn de grootste antisemieten! Appa is te onderwijzen, is vooral een grote straatvlegel.’ Op die tweet volgde een golf van verontwaardiging; de verwijzing naar Wilders was misplaatst en Marcouch bagatelliseerde de antisemitische uitspraken van Appa. Ronny Naftaniel, oud-directeur van het CIDI en zelf ook PvdA-lid: „Marcouch heeft hiermee een scheve schaats gereden. Het is naïef om te denken dat iemand als Appa van gedachten valt te veranderen.”
Verwerpelijk
Ahmed Marcouch bevestigt in een reactie aan het NIW dat hij er zaterdag zelf niet bij was, maar zegt nu over de uitspraken van de rapper: „De antisemitische uitspraken van Appa zijn uiteraard zeer verwerpelijk.” Tegelijkertijd blijft hij erbij dat Appa van zijn ideeën af te brengen is, door met hem in gesprek te gaan: „Van tevoren wist niemand wat hij ging zeggen en ik zag tot mijn vreugde dat de demonstratie zich deze keer ook tegen antisemitisme richtte. Dus het had theoretisch gekund dat hij zaterdag afstand had genomen van zijn eerdere uitlatingen.” Over zijn partijgenote Yücel, die besloot de demonstratie te mijden: „Dat is haar keuze. De demonstratie tegen racisme was op zich toe te juichen en het is jammer dat foute sprekers die in diskrediet brengen.” Zijn partijgenoot Keklik Yücel was niet bereikbaar voor commentaar.
Partijstandpunt
Intussen dringt de vraag zich op wat nu het officiële PvdA-standpunt is in kwesties als deze en wat de houding van de partij is ten opzichte van de antisemitische uitlatingen van Appa in het bijzonder. PvdA-voorzitter Hans Spekman beperkt zich bij monde van zijn woordvoerder Geert van der Varst tot een ultrakorte reactie: „Hans Spekman vindt wat Ahmed Marcouch vindt.” Voor de rest verwijst hij naar Marcouch en de Tweede Kamerfractie. Op verdere vragen wil hij niet ingaan, ondanks dat de PvdA een van de officiële ondersteunende organisaties van de demonstratie was, onder de paraplu van het Comité 21 maart. Op vragen aan Diederik Samsom, of hij als fractievoorzitter uitsluitsel wil geven over het standpunt van de PvdA, kwam geen antwoord.
Complot
Niet alleen met betrekking tot Appa en de antiracismemanifestatie biedt de PvdA weinig duidelijkheid. In algemene zin lijkt sprake van een worsteling als het gaat om de houding ten opzichte van antisemitisme uit islamitische hoek. Begin deze maand publiceerde het Meldpunt Discriminatie Internet haar jaarverslag, waarin staat dat de meeste racistische uitingen op internet antisemitisch van aard zijn en dat het grootste deel uit islamitische en (ultra)linkse hoek komt. Voor de PvdA, een partij die bij verkiezingen relatief goed scoort onder kiezers van Turkse en Marokkaanse komaf, is dat in meerdere opzichten een relevant gegeven. Vorig jaar augustus tweette Yasmina Haïfi, lid van de PvdA en ambtenaar bij het ministerie van Veiligheid en Justitie, over terreurgroep Islamitische Staat: ‘ISIS heeft niets met Islam te maken. Is vooropgezet plan van zionisten die bewust Islam zwart willen maken.’ Daarop werd Haïfi geschorst door haar werkgever. Daarnaast stuurde een groep prominente PvdA’ers onder leiding van Ronny Naftaniel een brief naar het partijbestuur waarin een royement van Haïfi werd geëist. Maar tot een beslissing daarover kwam het niet. Haïfi zegde in september zelf haar lidmaatschap op. Voorzitter Hans Spekman van de PvdA liet het toen bij een mager ‘wij respecteren haar besluit’, waardoor onduidelijk bleef hoe de partij haar uitspraken kwalificeert.
Adviescommissie
Zo’n twee weken geleden bleek dat een adviescommissie voor ambtenaren onder leiding van PvdA-coryfee Job Cohen vindt dat Haïfi’s tweet geen aanleiding voor ontslag is en dat PvdA-minister Lodewijk Asscher te vlug reageerde door Haïfi’s tweet ‘afgrijselijk’ en van een ‘bijna onmetelijke domheid’ te noemen. Daardoor zouden volgens de commissie Cohen de arbeidsverhoudingen verstoord zijn. De commissie Cohen noemde de tweet van Haïfi slechts ‘mild plichtsverzuim’, omdat ze niet op een afdeling werkte waar ze inhoudelijk te maken had met het onderwerp waar ze over twitterde. Inmiddels is op internet een petitie gestart waarin wordt opgeroepen tot het ontslag van Haifi. De opstellers vragen zich ook af of Job Cohen als PvdA’er wel over een oud-partijgenoot zou moeten oordelen. Tot nu toe hebben ruim 1200 mensen de petitie ondertekend. Ronny Naftaniel vindt niet dat het ondertekenen van de petitie zinvol is, maar heeft geen enkel begrip voor het besluit van de commissie Cohen: „Het is onbestaanbaar dat dit geen reden voor ontslag zou zijn.” Het tekent volgens hem de verdeeldheid binnen de PvdA: „Aan de ene kant heb je Lodewijk Asscher, die dit scherp veroordeelt, en aan de andere kant heb je Job Cohen, die dat niet doet.” Op door het NIW per mail gestelde vragen aan PvdA-partijvoorzitter Hans Spekman over de zaak Yasmina Haifi, kwam geen reactie. Ahmed Marcouch noemt de uitspraken van Haïfi, net als die van Appa, verwerpelijk. Verder laat hij zich niet uit over de zaak Yasmina Haïfi en over de beoordeling daarvan door de commissie Cohen: „Dat is een arbeidsrechtelijke kwestie.”