Duitsland zal twee schilderijen teruggeven aan de enige erfgenaam van een verzamelaar die door de nazi’s werd vermoord. Dat maakte de Duitse minister van Cultuur Bernd Neumann 19 november bekend. Het gaat om twee werken van de befaamde expressionist Karl Schmidt-Rottluff, Landgoed in Dangast (1910) en Zelfportret (1920). Ze zullen worden overgedragen aan de Argentijnse zakenman Roberto Graetz (6o).
Hij is de neef en enige erfgenaam van de Joodse textielfabrikant en kunstverzamelaar Robert Graetz, die werd vermoord in Auschwitz. Graetz heeft tien jaar strijd geleverd voor de teruggave van de werken. De marktwaarde ervan is vier miljoen. Over de kwestie is lang gedelibereerd door de commissie-Limbach. Er zijn geen directe bewijzen, maar er was ‘geen concreet bewijs tegen de claim dat Graetz zijn collectie door de nazivervolging is kwijtgeraakt’. De gemeente Berlijn had eerder geclaimd dat er genoeg bewijs was voor het feit dat de schilderijen werden gestolen door de nazi’s. Over wat er met de schilderijen na 1938 gebeurde kon de commissie geen bewijzen vinden.