Abonneer op het NIW

Het opinietijdschrift en cultureel magazine in één, voor iedereen geïnteresseerd in de Joodse wereld. Abonneer nu »

Buitenland

Eindelijk erkenning

Redactie 04 juli 2012, 00:00
Eindelijk erkenning

Foto: Flash90

Voor het eerst in de geschiedenis komt er een niet-orthodoxe rabbijn op de loonlijst van de staat Israël  

Eind mei nam de Israëlische regering een belangrijke beslissing: voor het eerst in haar geschiedenis is de staat bereid om Reform en Conservative rabbijnen te erkennen en hun salaris te betalen, net als zij dat doet met orthodoxe rabbijnen. De beslissing was het resultaat van een proces dat zeven jaar duurde. In 2005 spande het ‘Israel Religious Action Centre (IRAC) van de Israëlische beweging voor Reform en Progressief jodendom in naam van de vrouwelijke rabbijn Miri Gold, een zaak aan tegen de staat waarin zij gelijke betaling voor hun rabbijn en voor religieuze diensten eisten. 

Eind mei ging de staat uiteindelijk akkoord, nadat rechter Elyakim Rubinstein om inmenging van procureur-generaal Weinstein had gevraagd. Weinstein adviseerde om niet-orthodoxe rabbijnen van kleine gemeenten en landbouwgemeenschappen dezelfde vergoeding te bieden als orthodoxe rabbijnen. De beslissing geldt niet voor gemeenschappen in de grote steden. Tijdens onderhandelingen, die buiten de rechtbank gehouden werden, ging de staat er weliswaar mee akkoord de niet-orthodoxe rabbijnen te erkennen, maar weigerde ze om ook hun rabbinaten te erkennen. Ook werd er onderhandeld over de terminologie. Zowel Reform- als Conservativerabbijnen zullen nu vallen onder de noemer ‘rabbijnen van niet-orthodoxe gemeenschappen’.

Voor Miri Gold en vijftien andere rabbijnen betekent het in ieder geval dat zij nu, zij het via een omweg, hun salaris van de staat Israël zullen ontvangen. Hoewel het als een belangrijke stap wordt beschouwd hebben deze rabbijnen nog steeds niet dezelfde status en mogelijkheden als orthodoxe rabbijnen. Zo worden ze niet betaald door het ministerie van Religieuze Zaken, maar door het ministerie van Cultuur en Sport. Ook zijn ze niet bevoegd te beslissen in halachische kwesties en kunnen ze geen huwelijken sluiten.

In Israël zijn het de orthodoxe batei dien (rechtbanken) die over het familierecht gaan  Zij kunnen onder meer huwelijken sluiten en ontbinden. Zo’n vierduizend orthodoxe rabbijnen worden in Israël door de staat betaald voor hun werk. Daar is per jaar tussen de vieren zeshonderd miljoen dollar mee gemoeid. Reform en Conservativebewegingen strijken tezamen een magere tweehonderdduizend dollar op.

Miri Gold 

Reformrabbijn Miri Gold werd het gezicht van de strijd voor gelijke beloning van Reform- en Conservativerabbijnen omdat de zaak in haar naam werd aangespannen. Ze groeide op in de conservatieve gemeenschap Sha’arei Zedek, in de stad Detroit in de Verenigde Staten, waar vrouwen niet voor de Tora opgeroepen konden worden. Toen ze 21 was en haar opleiding had afgerond vroeg ze aan de rabbijn: ‘Mag ik nu bat mitswa doen?’ Hij zei nee. In 1977 maakte Gold aliya. Ze ging in de nieuw opgezette kibboets Gezer wonen, mede omdat daar een liberaal jodendom werd bele- den met een kosjere keuken en andere religieuze tradities. Toen de oprichter van deze Birkat shalom-gemeente, Levi Weiman-Kelman, de kibboets verliet, nam Gold het roer van de gemeente van hem over. Ze ging de diensten voor de Hoge Feestdagen voor en deed de bar en bat mitswa-opleidingen voor de kinderen van de kibboets. Na de bat mitswa van haar eigen dochter in 1993, raadden mensen haar aan om de rabbijnenopleiding te doen. Ze ging naar het Hebrew Union College van de Reformbeweging (een van de vier opleidingen voor niet-orthodoxe rabbijnen in Israël) en werd in 1999 de derde vrouw die in Israël tot rabbijn werd benoemd.

Tot nu toe werd Gold betaald met hulp van de Reformbeweging en giften uit het buitenland. „Ik kreeg het salaris voor een halve baan maar ik werk natuurlijk fulltime. Je kan moeilijk zeggen: ‘op dinsdag doe ik geen begrafenis’.” In een interview in Ha’aretz noemt ze de Reform en Conservativebewegingen in Israël een stabiele factor. „Het Hebrew Union College begon al eind 19e eeuw met het opleiden van rabbijnen. Er zijn sindsdien een heleboel rabbijnen die zich Conservative, Reform of Reconstructionistisch noemen, benoemd.”

Wassen neus? 

Hoewel de beslissing een belangrijke doorbraak lijkt te zijn voor de erkenning van andere Joodse stromingen in Israël, raakt het niet aan de belangrijkste zorg van de niet-orthodoxe bewegingen: ze mogen nog steeds geen huwelijken sluiten of over andere religieuze kwesties beslissen, onderwerpen waar diverse bewegingen onder aanvoering van IRAC, al jaren voor strijden.

Gold denkt dat er in de toekomst ook op dit punt juridische stappen genomen zullen worden. Ook rabbijn Gilad Kariv, hoofd van de Israëlische Reformbeweging denkt er zo over: „Dit is een eerste stap, maar een hele belangrijke, in de richting van gelijkstelling van alle Joodse stromingen in Israël. We verwachten dat dit tot andere stappen zal leiden en uiteindelijk tot het einde van de ernstige discriminatie van niet-orthodoxen.”

Buitenland 

Zowel de Reform- als de Conservativebewegingen zijn buiten Israël aanzienlijk groter dan in het land zelf. Wat betekent deze beslissing voor hen? Volgens Gold zelf is het juist voor hen belangrijk. „Voor deze Joden is het heel belangrijk om te voelen dat ze ook in Israël meetellen. Zij zijn niet alleen wanhopig, ze zijn woedend,” aldus Gold. Geldt dat ook voor progressieve Joden in Nederland?

Rabbijn Menno ten Brink van de Liberaal Joodse Gemeente Amsterdam: „Wij zijn als progressieve en conservatieve Joden buiten Israël nauw verbonden met onze beweging in Israël. Door deze beslissing worden onze collega’s daar nu eindelijk serieus genomen. De orthodoxen hebben, omdat ze door de staat gesubsidieerd werden, altijd veel meer mogelijkheden gehad. Bij liberale of conservatieve gemeenschappen moesten de salarissen van rabbijnen uit eigen fondsen betaald worden. Dat betekent dus discriminatie van Joden onderling. Arza (de Nederlandse afdeling van Arzenu, de wereldorganisatie van progressief Joodse zionisten) zet zich precies hiervoor in, voor religieuze pluriformiteit in Israël. Zodra die pluriformiteit bereikt is en onze rabbijnen ook begrafenissen, britot (besnijdenissen), en choepot (huwelijken) kunnen doen, kan Arza zichzelf opheffen.”

Maar zover is het nog niet, aldus de liberale rabbijn: „Het is een stap in de richting, maar ze zijn nog steeds niet gelijkwaardig. De orthodoxie in Israël wil de ultieme macht houden, maar men, en dan met name de staat Israël moet zich realiseren dat er ook andere Joodse stromingen zijn. Het is toch te gek voor woorden dat we in Nederland gelijkwaardig zijn maar in Israël niet? Er bestaat geen godsdienstvrijheid in Israël. Dat is onvoorstelbaar in een Joodse democratie.”

Protest

Lang niet iedereen in Israël is blij met de beslissing. Vorige week sprak de sefardische opperrabbijn Shlomo Amar nog van ‘ernstige schade’ door de Reform- en Conservativebeweging die volgens hem de ‘fundamenten van de Tora aantasten’. Hij roept zijn collega orthodoxe rabbijnen op alles te doen om de uitvoering van de beslissing van het Hooggerechtshof te voorkomen.

Afgelopen dinsdag kwamen op zijn verzoek rond de 130 orthodoxe rabbijnen en politici van Shas en de Nationale Eenheid-partij bijeen om te protesteren tegen het plan. De minister van Religieuze Diensten, Yaakov Margi, ook aanwezig, liet zich eerder al negatief uit over de beslissing. Hij zei dat als hij gedwongen wordt om de salarissen van nietorthodoxe rabbijnen te betalen, hij aan zijn geestelijk leider, (Shasrabbijn Ovadia Yosef) toestemming zal vragen om onmiddellijk ontslag te nemen. Ondertussen demonstreerden ongeveer vijftig Reform- en Conservativerabbijnen bij het gebouw van het opperrabbinaat met de eis dat de staat de beslissing van het hooggerechtshof ook daadwerkelijk zal uitvoeren.

Andere politici hebben zich positief uitgelaten over de beslissing. Oppositieleider Shelley Yacomovich van de Arbeid-partij zei dat het een keerpunt is in de verhouding tussen de staat en alle Joodse stromingen in Israël en de rest van de wereld. Ook Meretzkamerlid Nitzan Horovitz prees de stap en noemde het ‘een belangrijke stap in de richting van pluralisme en godsdienstvrijheid’.

Abonneer op het NIW

Abonneer nu!
Tags dit artikel heeft geen tags
Opmerkingen (0)
Plaats opmerking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *