
Maurice Swirc
Afgelopen dinsdag kwamen de langverwachte handtekeningen onder het convenant over de rituele slacht. De betrokken partijen zijn tevreden, maar de onrust rondom de sjechieta lijkt nog steeds niet weg.
Het is een fotomoment voor de aanwezige fotografen: NIHS-bestuursvoorzitter Ronnie Eisenmann staat op vanaf de centrale tafel met microfoons in het zaaltje van perscentrum Nieuwspoort. Hij loopt naar de voorste rij stoelen waar Robbert Baruch van het Centraal Joods Overleg en opperrabbijn Binyomin Jacobs zitten. Een van de fotografen gaat zelfs even door de knieën terwijl Eisenmann enkele woorden wisselt met Baruch. Eisenmann keert vervolgens terug naar de tafel waarachter staatssecretaris Henk Bleker (CDA) van Landbouw en de andere vertegenwoordigers van de convenantspartijen rustig wachten. Twee minuten later komt NIK-voorzitter Jaap Hartog samen met NIK-secretaris Ruben Vis het zaaltje binnengesneld. Eisenmann staat op en Hartog en Vis nemen samen zijn plek achter de tafel in. Later zal Eisenmann weer achter de tafel terugkeren als de pers gelegenheid krijgt om vragen te stellen.
Met deze fraaie stoelendans begint de persconferentie waarop – na maanden van strijd en spanningen – eindelijk het Convenant Onbedwelmd Ritueel Slachten wordt ondertekend. „Ik ben er trots op dat we ten aanzien van deze belangrijke morele kwestie oplossingen hebben gevonden die ook daadwerkelijk voor verbetering van het dierenwelzijn zullen zorgen,” zegt Bleker als hij achter het spreekgestoelte heeft plaatsgenomen. Kort ervoor zijn plechtig de handtekeningen gezet onder de papieren in zwartlederen mappen, door de staatssecretaris en de convenantpartijen; naast Vis en Hartog zetten ook een vertegenwoordiger van het CMO (moslims) en de VSV (slachterijen) hun handtekening. Bleker bedankt hen voor de samenwerking en benadrukt dat de betrokken partijen wel degelijk oog hadden voor elkaars belangen en visies, maar de afgelopen maanden terecht waren gekomen in een ‘sfeer van polarisatie’. „Feitelijk gaat het hier om de vraag hoe om moet worden gegaan met grondrechten,” aldus Bleker. „Ik zet wel vaker ergens een handtekening onder, maar deze handtekening heeft ook voor mij persoonlijk principiële waarde.”
Polderoplossing
In het convenant is onder andere vastgelegd dat bij de rituele slacht een veterinaire arts aanwezig moet zijn. Dat punt is alleen relevant voor de moslimgemeenschap omdat dit bij de sjechieta reeds gebeurt. Verder mogen alleen dieren worden aangevoerd die fysiek geschikt zijn voor de rituele slacht, waarbij onder andere wordt gekeken naar het gewicht en de dikte van de huid. Vervolgens moet een dier dat met een halssnede wordt gedood, binnen veertig seconden het bewustzijn hebben verloren. Dat laatste moet worden aangetoond met wetenschappelijke testmethoden. Daarnaast zijn er voorschriften over onder andere de lengte van messen, de opleiding van slachters en de wijze waarop een dier wordt gefixeerd.
De staatssecretaris gaat zelf de vergaderingen voorzitten van de wetenschappelijke commissie die moet toezien op de uitvoering van het convenant, maar wordt geen formeel voorzitter. Dat blijft een wetenschapper. Daarmee komt Bleker met een echte polderoplossing. Of de omstreden huidige voorzitter Ludo Hellebrekers voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde, op zijn plek blijft, staat daarmee niet vast. Verder wijzen de convenantspartijen een waarnemer aan om de bijeenkomsten bij te wonen. Ook zal de commissie alleen nog gevraagd advies geven en niet – zoals eerder de bedoeling was – ook ongevraagd. De adviezen zijn bovendien niet bindend, bevestigt de staatssecretaris na afloop van de persconferentie tegenover het NIW. „Het gaat hier om technische adviezen. Hoe daarmee wordt omgegaan, is een afweging die wordt gemaakt door de convenants-partners. Daar speelt de commissie geen rol in. Verder bestaat er de mogelijkheid voor de convenantspartners om een second opinion te vragen,” aldus Bleker.
De behandeling van het felbevochten convenant staat nu gepland op 12 juni in de Eerste Kamer, waar eind vorig jaar de behandeling van het initiatiefwetsvoorstel van Marianne Thieme van de Partij voor de Dieren om ritueel slachten te verbieden was opgeschort. „Ik verheug me op dat samenzijn,” aldus Bleker.
Messen
De staatssecretaris geeft desgevraagd aan geen plannen te hebben om de Raad voor de Koosjere Slacht van rabbijn Lody van de Kamp in het vervolgtraject nog actief te betrekken. Die presenteerde zich eerder bij de staatssecretaris als de werkelijke vertegenwoordiger van de orthodox-Joods Nederland en gaf onlangs aan zich ‘geschoffeerd’ te voelen door de staatssecretaris omdat zijn club niet betrokken is bij het convenant. Bleker: „Natuurlijk kan er nog contact plaatsvinden met de heer Van de Kamp. In het kader van het convenant heb ik echter te maken met de formele organisaties die deze hebben ondertekend.
” Na afloop van de persconferentie wandelen Eisenmann, Hartog, opperrabbijn Jacobs en Vis vanuit Nieuwspoort op een zonovergoten Lange Poten. „Weet je nog dat we hier een jaar geleden stonden? En onder welke omstandigheden?” merkt Vis op. „Toen zag het er allemaal veel somberder uit. Er is veel gebeurd in een jaar.” Even later vervolgt Vis: „De zaak ligt nu weer echt helemaal open, inclusief de bezetting van de commissie. Het belangrijkste winstpunt is echter dat vandaag duidelijk is dat ritueel slachten samen kan gaan met dierenwelzijn. En ook dat er weer respect wordt geuit over de rituele slacht.
” Een dag later laat advocaat Herman Loonstein het NIW weten dat hij namens zijn cliënt slagerij Marcus een procedure begint tegen de Staat der Nederlanden, onder andere omdat het convenant verschillende voorwaarden bevat waar volgens de slagerij in de praktijk niet mee valt te werken door de sjocheet (ritueel slachter). Loonstein: „Zo wordt de lengte van de messen voorgeschreven. In die lengte hebben we hier helemaal geen sjechieta- messen,” stelt Loonstein. In een brief van afgelopen dinsdag aan de staatssecretaris schrijft de advocaat dat Slagerij Marcus niet gebonden is aan het convenant. „Als dat anders zou zijn, zou dit het einde van de laatste kosjere slagerij in Nederland betekenen.
” Volgens Loonstein – die ook betrokken is bij de door de staatssecretaris gepasseerde Raad voor de Koosjere slacht – zijn NIHS-opperrabbijn Ralbag en NIHS-rabbijn Wolff niet geconsulteerd in het kader van het convenant. Zij hebben er volgens hem pas dinsdag via het internet kennis van genomen. „Dat is onzin,” reageert Eisenmann. „Meneer Loonstein schiet met hagel. Wat hij zegt klopt niet. We hebben wel degelijk overleg gevoerd met de rabbijnen Ralbag en Wolff. De letterlijke laatste tekst van het convenant hebben we niet aan hen voorgelegd, maar die bestaat ook voor negentig procent uit niet-rabbinale zaken. De zaken die wel relevant waren, hebben we gewoon met ze besproken,” aldus de NIHS-voorzitter. „Ik heb gisteren nog contact met de rabbijnen gehad en ze staan achter de inhoud van het convenant. Rabbijn Ralbag heeft me verder vandaag laten weten dat meneer Loonstein niet namens hem spreekt. Deze actie is een slechte zaak omdat het voor onrust zorgt en schadelijk is, ook voor slagerij Marcus. En dat terwijl er echt een goed convenant ligt.”