De progressieve kehille Beit Ha’Chidush protesteert bij het bestuur van de Uilenburgersjoel in Amsterdam tegen de komst van medehuurders. De evangelische Vineyardbeweging, waarvan onder anderen voormalig CU-Kamerlid Joël Voordewind lid is, heeft daar sinds begin deze maand onderdak gevonden voor de zondagsdiensten. Die zijn een doorn in het oog en oor van Beit Ha’Chidush. De organisatie huurt de sjoel uit 1766 officieel drie dagdelen per maand.
De kille vindt dat het Joodse karakter van de synagoge in het geding is en beroept zich op een oude afspraak die ooit zou zijn gemaakt met Arnold Heertje. De econoom zette zich begin 2000 in voor het behoud van de sjoel. Ook niet-Joden mogen er sociale, culturele en educatieve activiteiten houden, maar killeleden zijn van mening dat een christelijke dienst daar niet onder valt. Na een verbouwing van anderhalf miljoen euro – waaraan Beit Ha’Chidush niet meebetaalde – streek de organisatie in de sjoel neer. Oorspronkelijk was het plan dat de kille meer dagdelen zou gaan huren, maar dat is er nooit van gekomen, integendeel. Het ledenaantal is de laatste tijd sterk gedaald.
Het bestuur van de Uilenburger-sjoel is blij met de komst van de nieuwe huurder, maar de geestelijk leider van Beit Ha’Chidush, rabbijn Tamarah Benima, stuurde de voorganger van Vineyard een emotionele brief waarin zij onder meer een verband legde tussen christenen en de Holocaust. De voorzitter van de Uilenburgersjoel, Maurits Jan Vink: “Daar hebben wij direct ferm afstand van genomen.” Een afspraak met Heertje is hem volstrekt onbekend: “Die afspraken bestaan helemaal niet.” Vink meldt dat er op korte termijn een gesprek met Beit Ha’Chidush zal plaatsvinden.