Het Eurovisie Songfestival in Israël houdt de gemoederen bezig. Was voor sommigen Jeruzalem als locatie uit den boze, ook feeststad en gay capital Tel Aviv is voor hen de belichaming van het kwaad. Mensenrechten zijn hierbij ondergeschikt aan antizionisme.
Geen Eurovisie Songfestival zonder rel en er zijn er heel wat geweest. Rellen tussen Rusland en Georgië, Rusland en Oekraïne, een Noors liedje dat tot ongenoegen van de regering in 1980 de discriminatie tegen de Lappen (beter: Sami) aan de kaak stelde en de rellen over inzendingen als Diva van Dana International, die voor Israël het songfestival in 1998 won. Dat was na een hevig debat in het land zelf, want Dana was transgender, van man vrouw geworden. Volgens de ultraorthodoxie mag een man officieel geen zingende, vreemde vrouw aanhoren. Moest Dana International vanuit de halacha nu als man of als vrouw worden beschouwd? De deelname van Dana International was echter een duwtje in de rug voor de emancipatie van transgenders.
Voor Dana’s winst waren het Izhar Cohen & Alphabeta die in 1978 het songfestival in Parijs wonnen en een jaar later Gali Atari met de band Milk and Honey in Jeruzalem, met de evergreen Hallelujah. Of daarin politieke krachten meespeelden zal wel nooit duidelijk worden, feit is wel dat de wereld op dat moment vol was van de toenadering tussen Egypte en Israël, met uiteindelijk de Camp David-vredesakkoorden van 1980 als resultaat. Het songfestival werd in 1980 in Nederland gehouden, nadat Israël te kennen had gegeven een tweede festival op rij niet te kunnen bekostigen. Het was toen de legendarische Ralph Inbar, die het festival in 1979 ook in Israël had geregisseerd, die ervoor zorgde dat Nederland het gastheerschap overnam.
Jeruzalem werd Tel Aviv
Waar Dana International een lans brak voor transgenders deed Netta Barzilai dat vorig jaar in Portugal voor anderen. In een knap – hoewel niet voor iedereen even aangenaam klinkend – ‘kippenliedje’, geïnspireerd op de MeToo-beweging, veegde zij de vloer aan met iedereen die haar in haar jeugd had gepest. Ze deed dat ook met uit sprookjesboeken gestapte concurrenten, zoals de oogverblindende Eleni Foureira die namens Cyprus op de tweede plaats eindigde. En ook met de BDS-beweging, die de festivalleiding in Portugal had gevraagd de Israëlische inzending te boycotten. Ook opvallend: Netta won dankzij de popular vote, de stem van de kijkers, nadat ze door de vakjury op de derde plaats was gezet. In haar overwinningsroes riep Netta: “Next year in Jerusalem!” En daar had ze de poppetjes aan het dansen. Meteen gingen de wenkbrauwen omhoog vanwege de politieke gevoeligheid van Jeruzalem als hoofdstad van de Joodse staat. Verstandig dus van de politieke leiders en van de European Broadcasting Union om na maanden gebakkelei de lont uit het kruitvat te halen en het liedjesfestijn te verplaatsen naar Tel Aviv. In die stad, met een levendige homoscene (waarin het songfestival over het algemeen uitermate populair is) en beroemd uitgaansleven, hoort het songfestival sowieso meer thuis. Daarnaast kan Tel Aviv zorgen voor een onderkomen voor de tienduizenden medewerkers en fans, er is zelfs een glamping, een luxueuze camping in opbouw voor wie geen hotel kan vinden. Ook is het in Tel Aviv veel gemakkelijker van a naar b reizen uitgaande sjabbat. De havdala begint deze maand na acht uur ’s avonds, de live-uitzending staat om negen uur gepland.
Varken met davidster
Maar zelfs een festival in het seculier georiënteerde Tel Aviv vonden antizionisten pogingen tot een politieke boycot waard. In IJsland ging een petitie rond: ‘ga niet naar Israël’. Ook de linkse burgemeester van het Ierse Dublin, de linkse Zweedse partij Vänsterpartiet en een aantal linkse politici in het Verenigd Koninkrijk riepen hun land op niet op te komen dagen. In de Engelse kwaliteitskrant The Guardian publiceerden afgelopen weekend vijftig artiesten een grote advertentie waarin werd opgeroepen uit Tel Aviv weg te blijven. Onder hen musicus Peter Gabriel, actrice Julie Christie en uiteraard Roger Waters, het gezicht van de band Pink Floyd, die geen gelegenheid voorbij laat gaan om Israël – of zijn het Joden? – te demoniseren. Zo liet hij tijdens een optreden ballonnen in de vorm van een varken opgaan met daarop een blauwe davidster getekend.
Zelfs toen het toch niet al te democratische Turkije het songfestival in 2004 organiseerde waren er niet zoveel protestgeluiden.
Vriendjespolitiek
De executive producer van het festival, de Noorse Jon Ola Sand, waarschuwde de partijen terecht het feestje niet in te zetten voor politieke doeleinden. Er was uiteindelijk ook geen enkel land dat zich om BDS-redenen voor deze 64e editie terugtrok. Maar toch staat dit grootste liedjesfestijn ter wereld niet helemaal los van politiek. We zien immers al jaren dat buurlanden heel lief zijn voor de afgrijselijkste inzendingen van een aangrenzende natie. Het woord vriendjespolitiek is op zijn plaats. Je kunt een wedje leggen op de punten die landen uit voormalig Joegoslavië elkaar geven, Griekenland aan Cyprus en vice versa. Zelfs de Scandinavische landen maken zich schuldig aan incorrect nabuurschap. Wat dat aangaat mag het een wonder heten dat Israël – zonder rechtstreekse Europese buren – al vier keer heeft gewonnen.
Terug naar mensenrechten en emancipatie, en dan hebben we het weer over een Israëlische groep. Even leek het erop dat dat land dit jaar opnieuw met een bijzondere inzending zou komen. De Shalva-band bestaat uit Israëlische musici met een geestelijke of lichamelijke handicap. Ze zijn een sensatie in de talentenshow A star is born. Velen zagen hen als ideale inzending voor dit jaar. Er was echter een belangrijk obstakel. Een aantal leden is sjomeer sjabbat, wat inhoudt dat ze tot het einde van de sjabbat niet werken. Er werd koortsachtig onderhandeld met de European Broadcasting Corporation (EBC), om te kijken of er iets geregeld kon worden zodat de groep de sjabbatregels niet hoefde te schenden. Er werd zelfs een petitie opgesteld en religieuze Israëlische politici verzochten de EBC om coulance. Woensdag werd echter bekend dat die organisatie onverbiddelijk was: geen speciale voorkeursbehandeling, voor niemand, waar je in dit geval discriminatie op grond van religie van zou kunnen maken. Hoe het ook zij, Israël moet op zoek naar een nieuwe inzending. Als de Shalva-band het land wel had mogen vertegenwoordigen, zou Israël opnieuw een internationale boodschap van inclusiviteit hebben kunnen brengen. Niet alleen op het gebied van mensen met een handicap, maar ook op het gebied van vrijheid van religie.
Doodsbedreigingen
Dat er op dat vlak nog altijd veel te winnen is, blijkt ook uit de inzending uit Frankrijk. Dat land wordt dit jaar vertegenwoordigd door de Frans-Marokkaanse zanger Bilal Hassani. De negentienjarige, openlijk homoseksuele Hassani is een opvallende verschijning, met zijn geblondeerde coupe. Sinds bekend is dat hij Frankrijk zal vertegenwoordigen, wordt hij door racistische en homofobe elementen in Frankrijk met de dood bedreigd. Het aantal bedreigingen loopt richting de tweeduizend. De zanger heeft laten weten dat hij zich niet uit het veld laat slaan en gewoon acte de présence zal geven in Tel Aviv.
Wie daar waarschijnlijk ook zal staan is superster Madonna. De zangeres bezoekt Israël regelmatig en Israëlische bronnen melden zelfs dat zij een huis zou hebben gekocht in Safed. De ster houdt zich al jaren bezig met de kabbala. De Canadees-Israëlische miljardair Sylvan Adams heeft haar nu een miljoen dollar (een kleine 880.000 euro) geboden om na de optredens van de kandidaten, tijdens de televoting, een show weg te geven. Vorig jaar zorgde Adams er ook voor dat de wielerronde Giro d’Italia in Israël begon. De onderhandelingen zouden in een vergevorderd stadium zijn. Uiteraard hebben BDS-groeperingen ook hier al weer protest tegen aangetekend. Madonna zal zich daar echter niets van aantrekken. Als dat feestje niet doorgaat, zal het om andere redenen zijn.
In ieder geval is duidelijk dat het songfestival niet los gezien kan worden van de politiek, hoe graag de leiding dat ook zou willen. Was het niet de grote Duitse schrijver Thomas Mann die zei: alles is politiek?