The Artist, van een Joodse regisseur, won zondag vijf Oscars, maar Footnote redde het helaas niet. Goed, de Israëlische film Footnote, van Joseph Cedar, legde het zondag in het Kodak Theater in Los Angeles in de categorie foreign language af tegen de Iraanse inzending, A Separation, maar dat kan gebeuren: in de laatste ronde zijn er geen zwakke broeders meer.
Footnote, dat gaat over de rivaliteit tussen een vader en een zoon die beiden Talmoedische geleerden zijn, had wel de laatste vijf gehaald, de ‘genomineerde’ films, het voorportaal van de roem. Overigens bereikte de laatste vijf jaar viermaal een Israëlische film de top vijf, maar werd er niet één nominatie verzilverd. Beaufort, ook van Cedar, haalde het – begin 2008 – niet voor het jaar 2007. Dat is frustrerend, maar de documentairemaker Dan Katzir zei tijdens een feestje op het Israëlische consulaat zonnig dat ‘we ieder jaar dichterbij komen’.
Verder waren er veel lichtpunten aan de Amerikaanse Westkust, waar de fine fleur van de filmkunst en -industrie weer eens op één oergezellige en succesvolle hectare verzameld was. The Artist, een film over de nadagen van de stomme film – die deze toeschouwer, nadat hij aanvankelijk een neiging tot weglopen had bedwongen, dankzij de afwezigheid van hoorbare dialogen weer eens herinnerde aan de kracht van de lichaamstaal – won niet geheel onverwacht vijf Oscars: voor beste film, beste regisseur, beste mannelijke acteur, kostuumontwerp en muziek.
Regisseur Michel Hazanavicius (1967)(zie foto) is een Franse Jood; zijn ouders en grootouders overleefden de Duitse bezetting door zich op het platteland schuil te houden. De producent van de film, Thomas Langmann, is de zoon van de beroemde Franse regisseur Claude Berri, wiens ouders Oost-Europese Joden waren. Bij de vijf kanshebbers voor beste foreign language-film zat dit jaar ook de Poolse In Darkness, een Shoa-film over twaalf Joden die zich tijdens de bezetting van Polen in het ondergrondse rioleringenstelsel verstopten. Regisseur is de Poolse Agnieszka Holland, van wie de Joodse grootouders in het getto van Warschau werden vermoord. Haar moeder was een katholiek die bij de Poolse ondergrondse meevocht in de Opstand van 1944. Woody Allen was er gewoontegetrouw niet bij, maar hij kreeg zijn derde Oscar – en de eerste sinds 1987 – voor het original screenplay (dat wil zeggen, niet gebaseerd op ‘eerder gepubliceerd materiaal’) van Midnight in Paris, waarin vanaf de allereerste seconden tenminste gewoon, goed geluid zat.
Zionisten
De beste buitenlandse film werd zondag A Separation, van regisseur Asghar Faradi. De Iraanse staatstelevisie vierde de zege als een overwinning op Israël. De film was er volgens de hardliners in geslaagd om ‘het zionistische regime achter zich te laten’.
Die lof is niet zo gebruikelijk als zij lijkt. Meestal worden sportprestaties in de islamitische republiek aangegrepen om de nationale grootheid te benadrukken, en dat geldt ook voor wetenschappelijke ‘doorbraken’ die worden geclaimd. Maar internationale culturele onderscheidingen, voor films en amusement bijvoorbeeld, worden door Teheran vaak neerbuigend behandeld, omdat het onderscheidingen zijn die door westerse machten worden uitgereikt.
Iran heeft een flinke filmindustrie en er worden regelmatig films bekroond, zoals Unwanted Woman van Nima Behdadi, maar de hardliners maken het leven van kunstenaars vaak moeilijk. Velen worden gedwongen ondergronds te gaan of naar het buitenland te vluchten.
De bewondering voor A Separation is niet algemeen. Iraanse conservatieven waren verstoord over de thematiek ervan: hij gaat over een echtpaar waarvan de man voor zijn aan alzheimer leidende vader wil blijven zorgen, maar de vrouw wil het land verlaten. Het is een imponerend authentieke film over huiselijke ruzies, de ongelijkheid van de seksen, spanningen tussen sociale groepen, ziekte en aftakeling. De film speelt in Teheran, maar we worden niet één keer vergast op de obligate toeristische doorkijkjes.
Regisseur Farhadi maakte indruk met zijn dankwoord. Hij zei dat zijn land ‘een oude en rijke cultuur’ had die onder ‘het zware stof van de politiek wordt begraven’ en zijn landgenoten omschreef hij als ‘mensen die alle culturen en beschavingen respecteren en vijandigheid en afgunst verafschuwen’.
De BBC vond een nationalistische socioloog, Ibrahim Fayyaz, die de film – hoe treffend – ‘ zwart realistisch’ vond, waarin het land als ‘een oude man’ wordt neergezet (welnee) en emigratie wordt ‘aangemoedigd’ (geen sprake van). „Het Westen beloont films die hun eigen beleid bevestigen,” zei hij.
Het Israëlische consulaat gaf zondagavond een feestje in Los Angeles waar tweehonderd Israëli’s op afkwamen. Sommigen waren teleurgesteld over de uitkomsten, maar consulgeneraal David Siegel zei dat Israëlische films en televisieprogramma’s allang hadden aangetoond dat ‘Israël niet alleen over conflict gaat, maar een bron is geworden van creatief talent’. „We zijn nu het volk van het boek én de film,” zei hij, en niemand protesteerde.