Ophef in de hoofdstedelijke politiek: oppositieleden in de Amsterdamse gemeenteraad beschuldigen het college van B en W ervan een rapport over geweld tegen homoseksuelen zes maanden onder de pet te hebben gehouden.
Daarentegen zou een onderzoek naar antisemitisme juist razendsnel zijn uitgevoerd om de uitkomst ervan te beïnvloeden. Uit het onderzoek naar geweld tegen lhbt’ers blijkt dat de daders buitenproportioneel vaak allochtoon zijn. Daarom zou met name GroenLinks-wethouder Rutger Groot Wassink het rapport zes maanden stil hebben gehouden en vervolgens tijdens de zomervakantie hebben gepubliceerd om zo weinig mogelijk ruchtbaarheid aan de politiek onwenselijke conclusies te geven.
Tegelijkertijd moest een rapport over antisemitisme in de hoofdstad snel worden afgerond, waardoor de onderzoekers niet de explosie van Jodenhaat na 15 mei – het begin van het conflict tussen Israël en Hamas – konden meenemen.
Onderzoekster Sharon Polak vroeg om meer tijd, maar kreeg nul op het rekest. Onderzoekers van een vergelijkbare studie naar moslimhaat kregen wel alle tijd, meldt JA21-raadslid Annabel Nanninga op Twitter. Groot Wassink ontkent in alle toonaarden, schrijft De Telegraaf: “Er is helemaal geen sprake van het achterhouden van informatie. Het hele pakket aan actieonderzoeken is pas net af. We wilden dit allemaal gelijktijdig naar de raad sturen.” Dit blijkt niet waar te zijn, nu de onderzoekers naar moslimhaat wel en die naar Jodenhaat niet meer tijd hebben gekregen.