De twee meest in het oog springende aanslagen op Joden in de VS van de afgelopen maand vonden níét in New York City plaats. De schietpartij in een koosjere supermarkt op 12 december, waarbij een politieman en de eigenaar, een medewerker en een klant van de deli vermoord werden, vond plaats in Jersey City, een brug over de Hudson verwijderd van Manhattan. En de steekpartij tijdens een chanoekaviering in het huis van een chassidische rabbijn, waarbij vijf orthodoxe Joden gewond raakten, had plaats in Monsey, vijftig kilometer ten noorden van het centrum van The Big Apple.
Maar de overgrote meerderheid van wat lijkt op een onstuitbare golf van antisemitische hate crimes in december, speelde zich af in de stad zelf. En dan vooral in Brooklyn, de wijk in New York waar traditioneel de meeste ‘zichtbare’ Joden wonen. De incidenten van afgelopen maand, als je nog van incidenten kunt spreken, staan niet op zichzelf. Meer dan de helft van alle ‘haatmisdaden’ in de stad zijn van antisemitische aard, wat betekent dat Joden vaker het slachtoffer worden dan alle andere minderheidsgroepen – zwarten, homoseksuelen, moslims, latino’s – bij elkaar. De politie van New York meldt dat in 2019 het aantal racistische misdrijven tegen Joden met meer dan de helft is gestegen.
Hierbij moet een opvallende ontwikkeling geconstateerd worden. Bij de golf recente aanvallen op Joden in de stad en staat New York, is de overgrote meerderheid van de daders zwart. Dus geen blanke nationalisten met Make America Great Again-petjes, maar antisemieten die zelf uit een etnische groep komen die eeuwenlang slachtoffer van racisme was. En vaak nog steeds is. Een klein aantal incidenten, zoals de aanslag in Jersey City, komt op het conto van de Black Hebrews, een sekte die gelooft dat de oorspronkelijke bewoners van wat nu Israël is zwart waren en dat ‘blanke’ Joden bedriegers zijn. Een andere bron van zwart-antisemitisme in de VS is de Nation of Islam, een moslimorganisatie met tussen de 20.000 en 50.000 leden. Hun leider, Louis Farrakhan, is een van de bekendste Jodenhaters van het land en heeft een serie antisemitische uitspraken op zijn naam waar de honden geen brood van lusten.
Blijkbaar is antisemitisme een groot en groeiend probleem onder de bevolking ‘van kleur’
Martin Luther King
Er gaan verschillende video’s rond op het internet waarin op veiligheidscamera’s vastgelegde aanvallen op Joden in New York te zien zijn. Wat opvalt, is dat de daders bijna zonder uitzondering zwart zijn; op twee van Latijns-Amerikaanse afkomst na waren alle verdachten van anti-Joodse hate crimes Afro-Amerikaans. Bijna zonder uitzondering zijn zij geen lid van de ‘Zwarte Hebreeërs’ of de ‘Islamnatie’. Nee, blijkbaar is antisemitisme een groot en groeiend probleem onder de New Yorkse bevolking ‘van kleur’, om dat verschrikkelijke anglicisme, dat ook in Nederland onder zelfbenoemde progressieven populair aan het worden is, maar eens te gebruiken.
Hoe is dit mogelijk? De zwarte burgerrechtenbeweging van Martin Luther King in de jaren zestig kon op de massale steun van de Amerikaanse Joden rekenen. Zij marcheerden met hem, en verschillende Joodse activisten moesten hun strijd voor gelijke rechten voor hun zwarte mede-Amerikanen met de dood bekopen. De zaak van de in 1964 door de Ku Klux Klan vermoorde Joods-New Yorkse activisten Andrew Goodman en Michael Schwerner is berucht in Amerika en beroemd wereldwijd dankzij de film Mississippi Burning (1988). Betalen zwarte New Yorkers dit offer een halve eeuw later terug met geweld tegen de Joodse gemeenschap in hun stad? Waarom?
De zwarte filosoof en activist Cornel West biedt een verklaring: wrok over het feit dat de Joden veel sneller zijn doorgedrongen tot de midden- en bovenklasse van de Amerikaanse samenleving dan de Afro-Amerikaanse gemeenschap. Dit ressentiment bestaat met name onder arme en laagopgeleide zwarten, waar het stereotype van de rijke, hebzuchtige Jood sterker leeft dan bij hoger opgeleiden. Dat dit zich vertaalt in verbaal en fysiek geweld tegen de zichtbaar Joodse chassidiem is niet zonder ironie; zij vormen het armste segment van de Joods-Amerikaanse gemeenschap. Daarnaast richt de zwarte frustratie zich ook op andere minderheidsgroepen, zoals homoseksuelen en Aziaten.
De golf van racistisch geweld in Trumps schoenen schuiven, gaat zelfs linkse media te ver
Solidair
Dit alles vormt een moreel dilemma voor de progressieve pers. Waar deze met vaak net iets te veel schadenfreude het rechtspopulisme van Donald Trump de schuld gaf van groeiende blanke Jodenhaat, met name in de nasleep van de extreemrechtse demonstraties in Charlottesville en de aanslagen op synagogen in Pittsburgh en Poway, hebben de New York Times en de Washington Post er nu grote moeite mee een schuldige aan te wijzen. De golf van racistisch geweld in New York in Trumps schoenen schuiven, gaat zelfs linkse media te ver. Maar tegelijkertijd weigeren de kwaliteitskranten het antisemitisme van Democratische politici en activisten – denk aan parlementariërs Ilhan Omar en Rachida Tlaib of Women’s March-leiders Linda Sarsour en Tamika Mallory – ter verantwoording te roepen.
De rechtse media hebben daar uiteraard minder moeite mee. Met name de Democratische burgemeester van New York, Bill de Blasio, krijgt het voor zijn kiezen. Niet geheel ten onrechte; De Blasio was het afgelopen jaar nauwelijks in zijn stad te vinden, omdat hij bezig was met een kansloze en inmiddels gestaakte gooi naar de kandidatuur van zijn partij voor het presidentschap. Kranten als de New York Post twijfelen er niet aan dat De Blasio wel degelijk hard zou hebben ingegrepen als zwarte New Yorkers het slachtoffer zouden zijn geworden van een vergelijkbare racistische geweldsexplosie.
Er is hoop. Afgelopen zondag protesteerden naar schatting 25.000 New Yorkers tegen de recente hate crimes in hun stad. En hoewel de demonstratie vooral een Joodse en blanke aangelegenheid was, kwam er ook solidariteit vanuit de zwarte gemeenschap. Naast De Blasio, gouverneur Andrew Cuomo, en senatoren Chuck Schumer en Kirsten Gillibrand, liep ook de eerste zwarte vrouwelijke procureur-generaal van New York, Letitia James, mee met de betogers. Een dag eerder had de leider van de Black Lives Matter-beweging in Brooklyn, de Afro-Amerikaan Anthony Beckford, zijn afschuw uitgesproken over de aanslag in Monsey: “Ik ben solidair met de leden van de Joodse gemeenschap tijdens deze tragedie en veroordeel alle door haat gemotiveerde daden.” Gelukkig doen ook Joodse levens in Brooklyn er blijkbaar nog steeds toe.
What a wonderful town…
Dit waren de geregistreerde antisemitische geweldsincidenten in één week, 23 tot 29 december, in New York:
MAANDAG
65-jarige Joodse man geslagen en geschopt – terwijl de dader ‘fuck you, Jew’ schreeuwt – in hartje Manhattan.
Twee jongetjes van zes en zeven jaar oud worden van achteren aangevallen door een groep jongeren in Brooklyn. De twee Joodse kinderen lopen lichte verwondingen op.
DINSDAG
Een groep snauwt een 25-jarige man in Brooklyn antisemitische verwensingen toe en bekogelt hem.
Ook in Brooklyn: jongeren stappen op een 56-jarige Joodse man af, een van hen slaat hem.
WOENSDAG
Een 40-jarige charedi wordt in zijn gezicht geslagen wanneer een zwarte man hem op straat de weg verspert en de Joodse man opzij stapt om hem voorbij te laten.
DONDERDAG
Ayana Logan (43), een dakloze vrouw, slaat in Brooklyn met haar tas een 34- jarige Joodse moeder voor het aanzien van haar dochtertje.
VRIJDAG
Tiffany Harris (30) slaat drie chassidische vrouwen in het gezicht in – opnieuw – Brooklyn. Daarbij schreeuwt ook zij ‘fuck you, Jews’ naar de slachtoffers.
Een man loopt het wereldhoofdkantoor van Chabad in Crown Heights, Brooklyn, binnen en dreigt de aanwezigen dood te schieten.
ZATERDAG
De 40-jarige Grafton Thomas dringt gemaskerd het huis binnen van een chassidische rabbijn in Monsey, New York, waar hij met een machete op de aanwezige chanoekavierders begint in te slaan en te steken. Vijf aanwezigen raken gewond, waarvan twee kritiek.
Foto: Flash90 /Mendy Hechtman