Het rommelt weer bij Joodse studenten- en jongerenvereniging IJAR. Afgelopen oktober was er al onenigheid: het bestuursvoorstel voor een verlaging van maximumleeftijd van 36 naar 28 stuitte op veel verzet bij de oude garde. Dat voorstel is van de baan, maar inmiddels is sprake van een nieuwe crisis. Een groep van zo’n tien leden heeft zich tegen het bestuur gekeerd, omdat dat assimilatie in de hand zou werken. Eén van die leden, Yoni Vromen: „Het huidige bestuur overtreedt de statuten, door niet te controleren of leden al dan niet halachisch Joods zijn. Ze zijn daar meerdere keren op aangesproken, maar zonder resultaat.” Philip Wallage, eveneens verontwaardigd lid: „Het meest kwalijke is dat er reisjes gesubsidieerd worden voor mensen die niet lid kunnen zijn van IJAR.” Hij doelt hiermee op het World Union of Jewish Students Congress, eind december in Israël. Daar stuurde IJAR een vertegenwoordiger naartoe die niet halachisch Joods zou zijn. „Dat was voor ons de druppel,” aldus Vromen. De tien leden hebben voor woensdag 4 februari een Algemene Ledenvergadering uitgeroepen. Er is een motie ingediend om het bestuur uit haar functie te ontheffen. Dit kan volgens Vromen het einde van IJAR betekenen. „Als het bestuur wordt afgezet is de vraag hoe verder te gaan. Als dit bestuur aanblijft, zal IJAR op lange termijn steeds meer leden en subsidies verliezen.” Hij stelt voor als het bestuur de statuten wil wijzigen door ook niet-halachisch Joodse jongeren te accepteren, dat ze een eigen vereniging starten. „Dat is in de jaren 90 ook gebeurd, met MOOS. Dat is inactief, maar bestaat officieel nog steeds. Ze kunnen het zo overnemen.” Het IJAR-bestuur wil niet inhoudelijk reageren, laat voorzitter Gideon Pappie weten.