De vierde mei moet weer draaien om de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog, vinden vertegenwoordigers van Joden, moslims en christenen. „Als we nu niks doen dan verwatert de herdenking.”
Afgelopen jaar werd Dodenherdenking overschaduwd door opstootjes. In Amsterdam was er het gedicht van een vijftienjarige over zijn oudoom die bij de Waffen- SS zat en in Vorden wilde een burgemeester langs de graven van Duitse soldaten lopen. De essentie van de herdenking raakte uit zicht en dat mag niet meer gebeuren. Op vier mei moeten we alleen de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog – en niet gevallenen van andere oorlogen – herdenken, zo stond in een officiële brief aan het Nationaal Comité 4 en 5 mei van het interreligieuze Caïro-overleg, waar zowel Joden als christenen en moslims plaats in hebben. Vorige week dinsdag vond een tweede ontmoeting plaats tussen het Caïro-overleg en afgevaardigden van het Nationaal Comité. „Wij treden naar buiten omdat de beeldvorming, na de incidenten van vorig jaar, niet meer helder is; zeker bij de jongere generaties. Jonge moslims krijgen het vaak van huis uit niet mee wie en waarom we herdenken op 4 mei. Dat komt mede omdat hun ouders en grootouders nog niet in Nederland woonden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ook een groep christenen, voornamelijk uit de Antillen, mist die band,” vertelt Hanneke Gelderblom- Lankhout. „Bij de herdenking moeten we stilstaan bij de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog: de Joden, Roma en Sinti die zijn uitgemoord. We moeten wijzen op het mechanisme van de vernietiging. Als we nu niks doen, dan verwatert de herdenking. De kern van 5 mei is het vieren van de vrijheid, op 4 mei het herdenken. Het wordt onduidelijk als die twee door elkaar lopen. Als mensen op 5 mei bloemen bij het graf van de neergeschoten Duitse piloten in Vorden willen leggen als teken van verzoening met het huidige Duitsland, vind ik dat een mooi gebaar. Maar op 4 mei absoluut niet.”
Gesprekken
„Wij zijn heel blij dat we nu twee gesprekken met het 4 en 5 mei comité hebben gehad. Daar steken zowel wij als het comité veel van op. Wij hebben begrepen dat ons voorstel om de omgekomen militairen van andere oorlogen te eren op Veteranendag op korte termijn te pijnlijk is voor die nabestaanden. Maar wij laten die gedachte niet los,” aldus Gelderblom- Lankhout. Het Nationaal Comité laat bij monde van woordvoerder Coromandel Brombacher weten het gesprek met het Caïro-overleg als ‘positief en constructief’ te ervaren: „Het Nationaal Comité werkt in beleidsperioden van vijf jaar en zal binnenkort de voorbereidingen opstarten voor de periode 2016 tot en met 2020. Afgesproken is dat het Caïro-overleg – net als de andere organisaties – bij de gesprekken hierover betrokken blijft. Wat betreft de Joodse gemeenschap is het Centraal Joods Overleg het aanspreekpunt voor het Nationaal Comité.”
Centraal Joods Overleg
Jigal Markuszower, voorzitter van het Centraal Joods Overleg (CJO) is niet blij met het initiatief van het Caïro-overleg: „Wij hebben het ze afgeraden. Het zou veel beter zijn als zij hun ideeën via het CJO in zouden brengen, zodat hun argumentatie en redenering niet verloren gaan. Anders loopt alles door elkaar heen. We leven in een vrij land, dus ze mogen doen wat ze willen, maar dit leidt niet tot een eenstemmig geluid. Ik vind het bovendien onhandig dat mensen die gelieerd zijn aan het CJO, waaronder het Nederlands Verbond voor Progressief Jodendom en het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap, nu onder een andere vlag en op eigen houtje het 4 en 5 mei comité benaderen. Wij als CJO zijn al in gesprek met het comité, werken aan een klankbordgroep en geven onze gedachten over de nieuw herijking. Deze actie leidt tot verwarring” Volgens Gelderblom-Lankhout is er geen sprake van verwarring: „Het Centraal Joods Overleg weet dat wij dit doen. Ik voorzie geen probleem, we zitten niet in elkaars vaarwater. Het voelt goed dat wij samen met andere religies optrekken en betrokken zijn bij de nieuwe herijking. Per slot van rekening vertegenwoordigen wij een brede groep Nederlanders.”