Het geheimzinnige jodendom van Belmonte

Ver in het noordoosten van Portugal werd ruim honderd jaar geleden een crypto Joodse gemeenschap ontdekt. Op dat moment hadden de Joden van Belmonte hun geloof meer dan vierhonderd jaar verborgen gehouden voor de katholieke autoriteiten. Nu zorgt dat geheime jodendom voor de onverwachte renaissance van het stadje.
Gezicht op Belmonte vanaf de wijnranken aan de voet van de heuvel waarop het stadje gebouwd is  DREAMSTIME
Gezicht op Belmonte vanaf de wijnranken aan de voet van de heuvel waarop het stadje gebouwd is  DREAMSTIME

TEKST EN FOTO’S: BART SCHUT EN ESTHER VOET

Niemand komt per ongeluk in Belmonte terecht. Het stadje van zo’n 3500 zielen – meer een uit de kluiten gewassen dorp – ligt diep in de heuvels van oostelijk Portugal, dichter bij de Spaanse universiteitsstad Salamanca dan bij Lissabon. Die afgelegen ligging heeft een grote rol gespeeld in de bizarre geschiedenis van de ‘mooie berg’. Want Belmonte is wereldberoemd om slechts één reden: het is de enige plek op het Iberische Schiereiland waar een geheime Joodse gemeenschap bleef bestaan nadat koning Emanuel I in 1496 de Joden in Portugal de keuze gaf: bekering tot het christendom of vertrek.

Het jodendom bleef voortbestaan in Belmonte, niemand weet precies waarom juist hier. Was het omdat de lokale heren een oogje dichtknepen? De beroemdste zoon van de regio, de ‘ontdekker’ van Brazilië Pedro Álvares Cabral, was van Joodse afkomst aan zijn moederskant. Isabel Gouveia stamde uit een van de meest welvarende en gecultiveerde Joodse families van Portugal. Misschien dat de Cabrals het crypto-jodendom oogluikend toestonden vanwege hun eigen afkomst?

Gebruik vooral de term ‘marrano’ niet, a­fkomstig van een Arabisch woord voor varken

Of misschien was het een kwestie van geluk, gecombineerd met de afgelegen locatie van Belmonte. Geruchten over de geheime Joden van de regio waren er eeuwenlang. Gebruik voor hen vooral niet de term marrano, want hoewel de etymologie van dat woord omstreden is, wordt het vaak geassocieerd met een Arabisch woord voor ‘varken’. De inquisitie in Portugal, in 1536 door de paus in het leven geroepen, joeg op de crypto-Joden van Belmonte. Zonder veel succes, overigens. Ja, er waren verraderlijke beschuldigingen door katholieke buren, maar bewijs werd er zelden gevonden.

Mondelinge overlevering

Een van de redenen hiervoor is dat het jodendom van de inwoners van Belmonte verwaterde. Er waren eeuwenlang geen synagoge, geen rabbijn, geen geschreven religieuze bronnen – die zouden gevaarlijk bewijs hebben opgeleverd. Dus verwaterde de kennis van het geloof en gingen tal van tradities verloren. Men hield zich in huis aan de sjabbat, al werden de kaarsen in potten van klei aangestoken, maar op straat niet om geen wantrouwen op te wekken. Besnijdenis was geen optie. Er werd in het geheim gevast tijdens Rosj Hasjana en Jom Kipoer. De tradities werden in ere gehouden door mondelinge overlevering en doordat de crypto-Joodse families vooral met en onder elkaar trouwden.

In de achttiende eeuw waagde de inquisitie vanuit het meer dan honderd kilometer westelijk gelegen Coimbra nog een poging de geheime Joden uit te roken, wat gezien kan worden als bewijs dat het jodendom in vij­fhonderd jaar nooit helemaal verdween in Belmonte. Maar zelfs toen de katholieke Jodenvervolging in 1821 werd beëindigd met het opheffen van de inquisitie, bleven de Joden van Belmonte hun geloof vooral in het geheim belijden, ook nadat in 1912 in Lissabon een nieuwe synagoge was verrezen. Waarschijnlijk omdat zij een terugkeer van de vervolging vreesden, misschien ook omdat dat ondergrondse een deel van hun traditie was geworden.

Vertrouwen

Een van de eerste zaken die opvallen tijdens een wandeling door stadje is het grote aantal tegels op de gevels met verwijzingen naar Nossa Senhora da Esperança de Belmonte (Onze-Lieve-Vrouwe van de Hoop van Belmonte). Alsof de bewoners er geen enkele twijfel over willen laten bestaan dat zij in ieder geval geen Joden zijn. Mezoezot zijn een stuk moeilijker te vinden, zelfs wanneer je bedenkt dat er maximaal zo’n driehonderd Joden in Belmonte en omgeving wonen, op een totale bevolking die ruim tienmaal zo groot is.

De Joden van Belmonte werden ontdekt door een Poolse mijnbouwkundige

Zo werden de Joden van Belmonte min of meer ‘ontdekt’ toen in 1914 een van oorsprong Poolse mijnbouwkundige, Samuel Schwarz, de regio bezocht. In een winkel werd hij gewaarschuwd voor een concurrent van de eigenaar: “Het volstaat te zeggen dat het een Jood is.” Uiteraard prikkelde het de nieuwsgierigheid van de Asjkenazische Schwarz en hij ging op zoek naar de concurrent, een zekere Baltasar Pereire de Sousa. Deze introduceerde de Pool aan andere crypto-Joden in het dorp. Door te bewijzen dat hij zelf een Jood was, slaagde Schwarz erin het vertrouwen van de kehila van Belmonte en omliggende dorpen te winnen. In 1925 publiceerde hij zijn boek De nieuwe christenen van Portugal in de twintigste eeuw.

De militaire staatsgreep in Portugal van een jaar later dwong de Joden van Belmonte hun traditionele geheimhouding voort te zetten. Al was het regime van António de Oliveira Salazar (dictator van 1932 tot 1968) minder antisemitisch dan dat van Franco in buurland Spanje, van een democratische rechtsstaat met de bijbehorende vrijheden was geen sprake. Die kwam pas nadat progressieve legerofficieren met de Anjerrevolutie een einde maakten aan de dictatuur van de ‘Nieuwe Staat’.

Hernieuwde aandacht

Langzaam kwam een meer openbaar Joods leven op gang in Belmonte. Voorzichtig en vasthoudend aan tradities van die eeuwenlange geheime geloofsbeleving, duurde het tot 1996 voordat met steun van rijke Joden in de VS en Marokko de eerste synagoge in meer dan vijf eeuwen werd gebouwd: Bet Eliahu, die voor bezoekers van buitenaf permanent gesloten is. Twee jaar eerder hadden leiders van de gemeenschap een rabbijn uit Israël naar hun stadje gehaald om hen weer enigszins in de schoot van het meer officiële jodendom te laten terugkeren.

De interesse in het leven van de kleine groep crypto-Joden van Belmonte nam sterk toe. Hun aantal wordt geschat op maximaal driehonderd in de regio, van wie er zo’n honderd in het stadje wonen. Die hernieuwde aandacht leidde zelfs tot een Franse documentaire, Les derniers marranes. Daarmee kwam ook het toerisme op gang en dat bleek de redding voor het afgelegen plaatsje.

Bij de ingang van Belmonte staan een paar toerbussen geparkeerd. Joodse toeristen komen voor een dagje over uit Lissabon of Porto. Het bleek een onverwachte bron van inkomsten voor de bevolking, en niet alleen de Joodse. Er werd een modern viersterrenhotel gebouwd, restaurants leven van het toerisme en souvenirwinkels pronken met Belmontes Joodse verleden en heden.

Vingerhoedje

Dat blijkt als wij het Casa da Judiaria binnenstappen. Op het kleine pleintje voor de winkel staat een enorme chanoekia. De winkel ertegenover is meer eclectisch: in de etalage staan menora’s, heiligenbeelden en zelfs een verdwaalde boeddha. Het ‘Huis van de Jodenwijk’ daarentegen is, zoals de naam al doet vermoeden, honderd procent op de Joodse bezoeker gericht.

De schappen staan vol met koosjere wijn, port en likeuren

We worden welkom geheten door de familie die de zaak runt: Mosje (Moisés in het Portugees), zijn vrouw Elisheva en hun dochter Daniela. De schappen staan vol met koosjere wijn, port en likeuren. Overal liggen stapels keppels, tallitot, tegeltjes met Joodse motieven. We vinden zelfs een vingerhoedje met een davidster.

Mosje toont het boek dat zijn familiegeschiedenis vertelt

Als Mosje hoort dat wij journalisten van een Joods weekblad zijn, pakt hij het boek met zijn familiegeschiedenis erbij. Helaas spreekt hij geen woord Engels en zijn Hebreeuws is nog roestiger dan het onze. Meer informatie biedt het Museu Judaico, net om de hoek bij Mosjes winkel. Binnen in het opvallend moderne, ambitieuze museum leren wij dat de geschiedenis van de Joden in Belmonte teruggaat tot de dertiende eeuw. We vinden er het portret van Samuel Schwarz, we lezen over de veelal vruchteloze pogingen van de inquisitie het jodendom uit de regio te verbannen en er hangen – geheel tegen de traditie van geheimhouding in – lijsten met de namen van de Joden van Belmonte.

Dansmuziek

De namen zijn keurig verdeeld in verschillende categorieën: degenen die regelmatig naar de synagoge gaan, de leden die het minjan vormen, maar ook Joden uit Belmonte die zijn vertrokken naar andere plaatsen in Portugal en zelfs de inwoners die geëmigreerd zijn. Zo blijken liefst zeven leden van de familie De Sousa Nunes naar Duitsland vertrokken te zijn. Nederland was blijkbaar geen populaire plaats van bestemming, ons land komt niet voor op de lijst. Wat ons enigszins verbaasd achterlaat, is dat we Mosje wel terugvinden, maar Elisheva en Daniela niet tegenkomen op een van de lijsten.

Het viersterrenhotel laat zien hoe Belmonte is opgestuwd in de vaart der volkeren

Voor wij ons opmaken voor de bijna vier uur durende rit terug naar Lissabon, stoppen we voor een versnapering in het viersterrenhotel Belmonte Sinai, symbool voor de wijze waarop het dorp dankzij de geheime Joden is opgestuwd in de vaart de volkeren. Helaas, afgezien van de Israëlische vlag in de lobby, een mezoeza aan de deurpost en een sjabbatdeur, mist het hotel iedere verwijzing naar het mysterieuze Joodse verleden van Belmonte. Het is een dertien-in-een-dozijnhotel, inclusief de pseudomoderne dansmuziek in de bar. Toch constateren we dat dit op een onverwachte wijze bijdraagt aan de mystiek van Joods Belmonte. Het is 2024 en nog steeds lijkt de kille niet het achterste van haar tong te laten zien en verschuilt zich achter een façade van normaliteit. Zoals de Joden van Belmonte dat al meer dan vijf eeuwen doen.

____________________

Gered door een worst

De alheira is een van Portugals meest geliefde delicatessen. De worst wordt gemaakt van verschillende soorten vlees, gemengd met brood. Natuurlijk op smaak gebracht met een stevige hoeveelheid knoflook, alho, waar de worst zijn naam van heeft gekregen. In 2011 kozen de Portugezen de alheira als een van hun zeven gastronomische wonderen.

Dreamstime

Veel minder bekend is de ontstaansgeschiedenis van de worst. Die begon in de zestiende eeuw in het stadje Mirandela, zo’n 150 kilometer ten noorden van Belmonte. Net als in dat kleine stadje woonde in Mirandela een groep Joden die zich weliswaar officieel en onder druk tot het christendom hadden bekeerd, maar die in het geheim trouw bleven aan het Joodse geloof. Zij hadden echter een probleem. Het was traditie lokaal geproduceerde worsten aan de balken in het rookhuis te hangen. De crypto-Joden die koosjer aten, vielen daardoor onmiddellijk op. Niemand zag immers hun worsten hangen. Dus bedachten zij een list. In plaats van met varkensvlees maakten zij hun gerookte worsten van kip en brood. Die hingen zij op en niemand kon het verschil zien. In de loop der eeuwen werden de alheira’s zo populair dat iedereen ze maakte van welk vlees er maar voorhanden was. Maar de geheime Joden van Mirandela, van wie er voor zover bekend inmiddels geen meer over zijn, slaagden er zo wel in zich lange tijd de inquisitie van het lijf te houden.

____________________

Deze Portugalspecial werd mede mogelijk gemaakt door Maror en verscheen eerder in het NIW26 van 5 april 2024

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Meer Gerelateerde Berichten

Lissabon

Begin van het einde