Het artikel in HP/de Tijd over het Nederlands-Israëlitisch Seminarium en dayan Evers van afgelopen voorjaar is beoordeeld door de Raad voor de Journalistiek. Volgens de Raad is de berichtgeving onjuist en tendentieus.
In het verhaal met de titel ‘De rabbi, de declaraties en de spookstudenten’ werd onder meer gesteld dat rabbijn Evers miljoenen euro’s aan subsidiegeld zou hebben weggesluisd voor eigen gebruik. Ook zou er sprake zijn van niet bestaande studenten en ‘onterecht uitgeschreven diploma’s. De rabbijn herkende zich niet in het beeld en stapte naar de Raad voor de Journalistiek. De Raad oordeelde dat de bevindingen in het stuk, ondanks dat het blad aan hoor en wederhoor had gedaan, inhoudelijk niet kloppen. Zo staat in het oordeel: ‘Uit de publicaties blijkt weliswaar dat verweerders een deel van de berichtgeving hebben gebaseerd op meerdere betrouwbaar te achten bronnen, maar de ernstige beschuldigingen jegens het Seminarium en de rabbijn blijken afkomstig te zijn van anonieme bronnen. Uit de berichtgeving blijkt niet dat de uitlatingen van de anonieme bronnen door verweerders op een grondige wijze op juistheid en volledigheid zijn geverifi eerd, waardoor het aannemelijk is dat een eenzijdig en onvolledig beeld van de gang van zaken op het Seminarium is geschetst.’
Volgens de Raad worden Evers en zijn familie gediskwalificeerd en heeft de berichtgeving voor hen een ‘uitermate tendentieuze, negatieve lading gekregen, terwijl niet is gebleken dat daarvoor voldoende rechtvaardiging bestaat’. Het magazine laat weten dat het niet tot rectificatie is overgegaan, omdat het daartoe niet verplicht is. Hoofdredacteur Frank Poothuis: „Ik heb de uitspraak gelezen en me weer eens hogelijk verbaasd. Alleen omdat wij niet aanwezig waren constateert de raad dat wij onterecht gebruik hebben gemaakt van anonieme bronnen. Dat is natuurlijk onzin. Een onterechte gegrondverklaring dus.” Rabbijn Evers is opgelucht met de uitspraak. „Ik ben blij dat de Raad heeft ingezien dat hier geen sprake is van goede journalistiek. Er is afgegaan op anonieme roddelcampagnes die niet gebaseerd zijn op de realiteit. Ik sluit me aan bij het verzoek van de Raad aan HP/De Tijd om te rectificeren,” zegt hij.