Dialoog is momenteel hét toverwoord om het kwaad uit de wereld te helpen. Polderen, hoe Nederlands. Leek meteen na 7 oktober het niet hijsen van de Israëlische vlag nog ons grootste probleem, inmiddels giert de Jodenhaat door de straten. De haat tegen Israël en Joden is manifest in de media, in de politiek, in het publieke debat. En in sociale contacten: van de NRC-journalist die journalist Jigal Krant laat weten dat hij zijn recepten zal verbranden, tot uitstel van de struikelstenenplaatsing. Legio andere voorbeelden, schaamteloos in je gezicht geslingerd. Zelfs onder vrienden komen beschuldigende ‘jamaars’ je aanvliegen. Welke dialoog die niet eens onder vrienden lukt, kan tegen deze teloorgang aan beschaving nog helpen?
En dan de fysieke klopjachten op Joden wereldwijd. Van de barbaarse studenten in de VS die op campussen jacht maken op Joodse medestudenten tot de bloeddorst van pogrommeutes in Dagestan die oprukken om passagiers van een vlucht uit Tel Aviv te lynchen. Net zoals Hamas op 7 oktober deed, willen antisemieten elders met eigen hand willekeurige Joden vermoorden. Hamas-verheerlijking ontbreekt daarbij nooit.
Gebrul
Ook in Nederland niet. Elke keer als voor Palestina wordt gedemonstreerd – onze deugdzame bestuurders vertalen dat als ‘verdriet dat erkend moet worden’ – weerklinkt de propaganda van Hamas. Over de moorden op Israëli’s geen woord, over Hamas’ destructie van Palestijnse levens evenmin. Alles is de schuld van ‘de bezetter’ en in naam van de dekolonisatie vindt er antisemitische opruiing plaats, gebaseerd op desinformatie en een verlustiging in de viering van dit momentum: de dag waarop de Jodenhaat zo dominant actief is dat die alle agenda’s dicteert.
Het zijn niet Nederlandse Joden die Palestijnse burgers bombarderen, maar het zijn wel Nederlandse moslims die de misdaden van Hamas bagatelliseren
Zijn dit waardige dialoogpartners? Degenen die de idealen van de beulen adopteren? Die de vlaggen van de Taliban en ISIS bij hun betogingen tolereren en blijven blèren dat Palestina van de rivier tot de zee gezuiverd moet worden? Waarom, vraag ik, moeten Joden in gesprek met lui die vooral leugens en afkeer te bieden hebben? De partijen, doorgaans vertegenwoordigers van ‘gemeenschappen’ van Joden en moslims, zijn allesbehalve gelijkwaardig. Joden rouwen om pogroms, de partij van de amokmakers op straat (niet exclusief voor moslims) tolereert het gebrul om destructie van Israël en negeert antisemitische uitingen.
Joden duiken in stilte onder, uit de moslimgroep (nu eenmaal de groepen die bestuurders aan tafel wensen) komen hetzes, vandalisme, fysiek geweld tegen Joden. Er gaan geen Joden de straat op met leuzen vol haat tegen Palestijnen of met opdrachten om Palestina te zuiveren. Het privilege om dat ongehinderd te doen, vanuit antisemitisme, is gereserveerd voor de andere partij. In geen enkel opzicht is er proportionaliteit tussen de beoogde dialooggroepen.
‘Context’
Misschien nog het allerbelangrijkste verschil: het zijn niet Nederlandse Joden die Palestijnse burgers bombarderen of daarbij staan te juichen, er is geen viering van de bloedige vergelding, maar het zijn wel Nederlandse moslims die de misdaden van Hamas overschreeuwen, bagatelliseren, van disculperende ‘context’ voorzien en de rouw verstoren door de slachtoffers als daders te vervloeken. Zij gaan de straat op om de agenda van terroristen te propageren. Onbewust, uit verdriet? Daar is geen excuus voor. Er is geen enkele basis voor dialoog bij verhoudingen die zo scheef lopen dat slachtoffers ter verantwoording worden geroepen om daarna samen met fellow travellers van Hamas oplossingen te zoeken.
In de salons waar deze pacificatie moet plaatsvinden, worden vast alleen mensen uitgenodigd die het vooral over gevoelens hebben, om de olifant in de kamer te omzeilen. De geschiedenis van het multiculturele samenleven leert dat je daar niets aan hebt. Het gebeurt al jaren, met kruiperig respect, maar het heeft niet kunnen voorkomen dat Joden van landgenoten meer haat en bedreiging dan ooit moeten incasseren.
Bestuurders moeten de Joden nu met rust laten. Ze moeten zorgen dat ‘de gemeenschappen’ die bedreigen en ophitsen, bestraft en ingetoomd worden. Niks dialoog, maar een stevige boodschap, waarschuwingen en juridische vervolging van diegenen die het Joodse leven in Nederland onveilig maken. Pas als dit geregeld is en er diepe excuses aan Joden zijn gemaakt, kan een dialoog beginnen.