Zaterdagavond 24 november overleed Joelek Goldfinger, oud-voorzitter van het NIW. Niet alleen het NIW zal zijn naam in ere houden, heel Joods Nederland zou dat moeten doen.
‘Ik lig hier in een vijfsterrenhotel!” Het waren de woorden van voormalig NIW-voorzitter Joelek Goldfinger (1945 – 2018) toen hij net was verhuisd van Ziekenhuis Amstelland naar Joods Hospice Immanuel. Hij vervolgde met een terechte lofzang op de sfeer, de liefdevolle verzorging en professionaliteit van de medewerkers daar. Zijn stem klonk ijl, had aan kracht ingeboet. Zich zeer bewust van het feit dat het einde naderde, wilde hij de laatste dagen van zijn leven vrienden en dierbaren nog wat wijze lessen meegeven. Want wijs was hij. Op zijn sterfbed maakte hij het nog goed met personen met wie zaken nog niet ‘af’ waren. Die gesprekken ervoer hij als bevrijdend: “Vergeef. Als het niet voor de ander is, dan zeker voor jezelf,” vertelde hij daarna op indringende toon. Hij gaf zijn wijze raad alleen als hij er zelf de goedheid van had gezien door aan de ander.
Een paar weken voordat hij zaterdagavond overleed, was het hem tijdens een golfvakantie in Spanje met zijn vrouw Evelyn en goede vrienden John en Sonja Manheim, in de rug geschoten. Toen kon nog niemand vermoeden dat die pijn veel kwaadaardiger bleek dan zomaar een verrekte spier. Er volgde een jobstijding. Niet alleen voor hem, ook voor zijn familie, vrienden en dierbaren. En daar zijn er nogal wat van, niet in de laatste plaats bij ons, het NIW.
Heikele kwesties
In mei nam hij afscheid als onze voorzitter. Hij had met recht het volste vertrouwen in zijn opvolger, Gideon Simon. Een groot afscheidssymposium wilde hij niet. Liever een gezellig samenzijn, zodat hij persoonlijk contact kon hebben met de medewerkers. De acht jaar dat Joelek voorzitter van het NIW was, waren jaren van hoogtepunten en diepe dalen. Het was zijn goede vriend Jaap Meijers die hem vroeg de zware taak van voorzitter op zich te nemen. Joelek had immers zijn sporen verdiend, niet alleen in het zakenleven, maar zeker ook als bestuurder, bij de Joodse Omroep en het NIK. Bij de Joodse Omroep had hij een heikele kwestie tot een goed einde gebracht, als bestuurder van NIG Rotterdam probeerde hij al jaren geleden de mediene en het NIK nader tot elkaar te brengen in een nieuw bestuurlijk model. Zijn model redde het toen niet. Joelek trok zijn conclusies, maar hoewel hij verhuisde naar Amstelveen zou hij Rotterdam altijd trouw blijven.
Joelek zorgde ervoor dat het NIW financieel gezond bleef en de toekomst met vertrouwen tegemoet kan zien. Bijzonder, want enige tijd zag het er heel beroerd uit voor het oudste opinieweekblad van Nederland. Ons 150-jarig bestaan, drie jaar geleden, kon dan ook vooral dankzij hem met hart, ziel en feestelijkheid worden gevierd.
Ervaringsdeskundige
In zijn afscheidsinterview in NIW 29, mei dit jaar, kunt u zijn bijzondere levensverhaal teruglezen. Hoe hij als Joodse vluchteling uit Oezbekistan in Rotterdam een internationale groente- en fruitzaak opzette. Hoe nederig zijn beginjaren waren: “Ik ben Nederland ongelooflijk dankbaar dat ik hier, als allochtoon, de kans heb gekregen een toekomst op te bouwen.” En: “Wees dankbaar en pas je aan. Als die boodschap komende jaren niet ter harte wordt genomen, voorspel ik voor de komende jaren heel grote problemen in ons land.” Joelek schroomde er niet voor man en paard te noemen. Hij kon dat. Hij was ervaringsdeskundige. Toen ik de eerste versie van dat interview naar hem opstuurde, had hij toch een paar op- en aanmerkingen. Hij vond dat het belang van zijn familie te weinig aan bod kwam. Want bovenal was Joelek een familieman. Hij was dol op zijn vrouw Evelyn, die zijn steun en toeverlaat was, en zijn dochters Monique en Sandra. En dan zijn trots over zijn schoonzoons en vooral zijn kleindochters. In de vorige editie van onze rubriek Mensch stond kleindochter Naomi van Kalken, actief in het bestuur van de NIG Rotterdam. Voor hem kwam een cirkel rond. Haar portret was een van de laatste dingen die hij meekreeg voordat de dood intrad.
Vraagbaak
Over Joelek Goldfinger valt zo veel te vertellen. Hij verhuisde een paar jaar geleden naar Amstelveen, maar Rotterdam zou nooit uit zijn hart zijn. Daarom ligt hij nu ook in die stad begraven. Hij bleef zich tot het laatste moment inzetten voor de NIG Rotterdam, de kehilla die mede dankzij de laatste NIK-perikelen in zwaar weer terecht was gekomen. De nieuwe voorzitter van de kehilla, Chris den Hoedt, herinnerde eraan hoe Joelek was opgegroeid in de Rotterdamse synagoge. Letterlijk. Hoe hij zestien jaar lang voorzitter was, hoe hij tot het einde gold als inspirator en vraagbaak en hoe hij een van de meest verbindende factoren in Joods Nederland was: “Het is ondoenlijk in woorden uit te drukken wat Joelek Goldfinger allemaal heeft betekend voor onze Joodse gemeente in Rotterdam,” aldus Den Hoedt.
John Manheim, honorair consul voor de staat Israël, is al sinds zijn jeugdjaren een goede vriend van Joelek. Hij herinnert zich vooral de belangrijke rol die Joelek speelde toen zijn Joodse dochter niet Joods trouwde. Door de familie uitgenodigd trad Joelek daar als rabbijn op en gaf zo op onnavolgbare wijze een Joods karakter aan de bruiloft. Ook hoe hij jaar in jaar uit seideravonden bij John en Sonja thuis gaf, waardoor kinderen en kleinkinderen betrokken werden bij hun Joodse identiteit.
Nog zo’n vriend uit zijn jeugd, Jaap Meijers, vertelt: “Ik voel me geamputeerd, dit is zo oneerlijk. Mijn herinnering aan Joelek is die van een integer, liefdevol mens met gevoel. Een vriend bij wie je geheimen en gevoelens veilig waren, iemand die veel voor een ander over had. Die gevoelens blijven.”
NIW-bestuurslid Paul Brill, columnist van Het Parool en voormalig adjunct-hoofdredacteur van de Volkskrant: “Het bewogen leven van Joelek Goldfinger is een metafoor voor de Joodse geest- en herstelkracht na de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog. Als telg uit een Pools vluchtelingengezin dat eerst was uitgeweken naar Oezbekistan en in 1948 naar Nederland kwam, heeft hij een imposante carrière gemaakt en zowel binnen als buiten de Joodse gemeenschap groot aanzien verworven. Geen taak was hem te min. Met tact en vernuft, én met groot respect voor de redactionele onafhankelijkheid leidde hij het NIW uit de gevarenzone.”
Joelek had dan wel officieel afscheid genomen van diverse organisaties, hij bleef zich – onbaatzuchtig – achter de schermen inzetten. Zo werkte hij opnieuw aan een nieuwe organisatiestructuur voor het NIK om uit de impasse te komen die tussen NIK en de mediene was ontstaan. Dat plan ligt er nu en het is te hopen dat het NIK dat ter harte neemt want het zou de redding kunnen betekenen voor orthodox-Joods Nederland.
Groter geheel
Onze redactie gaat ervoor zorgen dat er naast een portret van Bloeme Evers ook een portret van Joelek aan de muur van ons kantoor komt, ter inspiratie en ter herinnering aan die zo belangrijke eigenschap: integriteit. Zijn naam mag niet vergeten worden. Voor een groot deel van de redactieleden was hij een mentor. Hij wist belangrijk advies altijd zo te brengen dat het nooit als een aanval voelde, eerder als bijna vaderlijke goede raad.
En dan was er die glimlach. Altijd minzaam. Maar als je hem in de ogen keek, wist je dat hij het bloedserieus meende. Altijd eerlijk, altijd zichzelf in dienst stellend van het grotere geheel, altijd met het welzijn van de gemeenschap voor ogen. Velen worden mensch genoemd, niet iedereen verdient die titel, maar hij was er écht een. Voor wie zijn woorden wilde horen, zijn zijn wijze lessen een schat voor de toekomst.