Afgelopen maandag vond op de VU een bijeenkomst plaats over de mogelijkheid van een academische boycot van Israël, georganiseerd door de VU in samenwerking met de SRP: Studenten voor Rechtvaardigheid in Palestina. Deze club probeerde in januari ook al een debat op de VU te organiseren, over hetzelfde onderwerp, maar dat werd na veel ophef verplaatst naar elders.
Officieel was sprake van een debat, maar alle panelleden bleken voorstander van een boycot. „Israël is een genocidale apartheidsstaat, gebouwd op gestolen grond,” zei Thomas van Beersum, bestuurslid van SRP. „Israël noemt zich een democratie. Dat is zij ook wel in zekere zin, zij het alleen voor Joden,” verklaarde Paul Aarts, docent internationale betrekkingen aan de UvA. Alleen de aanwezige hoogleraar strafrecht Elies van Sliedrecht, die voorafgaand aan de paneldiscussie kort het woord voerde, toonde zich sceptisch over een boycot. Zoals vooraf aangekondigd kwam Jaap de Winter, voorzitter van het College van Bestuur van de VU, aan de slot van de bijeenkomst met zijn ‘conclusies’. „Het was een mooi debat dat past bij de VU,” verklaarde De Winter. Hij pleitte voor het aanhalen van ‘de dialoog’ met Israëlische universiteiten om ‘de zorgen’ die in het debat naar boven kwamen, te uiten. Waar de dialoog dan precies over zou moeten gaan bleef onduidelijk. „Dit is zeker niet het einde van het gesprek over hoe we hiermee omgaan, maar het begin. Ik neem het serieus.” De lovende woorden van De Winter over een debat waarin vrijwel uitsluitend felle pleidooien voor een boycot klonken, lijken – ondanks de wollige taal van de bestuursvoorzitter – wel degelijk de weg vrij te kunnen maken voor een boycot. Voorzitter Aviël Ragamin van de CIDI-jongerenorganisatie, die erbij was, beschouwt de inhoud en opzet van het debat als uiterst problematisch. „De vermeende schuld van Israël leek al van tevoren vast te staan, tegenstanders in het publiek van een academische boycot kregen luid boegeroep te verduren. Het is een vergissing geweest van het College van Bestuur om het debat op deze manier te organiseren.” Ragamin kondigt aan contact op te nemen met het College van Bestuur van de VU om opheldering te vragen over de gang van zaken.