
Perl Wolfe (l) en Dalia Shusterman
7 augustus 2014. Het is vol op de stoep voor de ingang van Arlene’s Grocery, een concertzaal aan de New Yorkse Lower East Side. Dit keer niet met de gebruikelijke verbannen rokers en sms’ende hipsters, maar met vrouwen. Heel veel vrouwen. Al deze vrouwen komen om het concert te zien van Bulletproof Stockings, een alternatieve rockband van chassidische vrouwen. No men allowed.
De frontvrouwen van deze bijzondere formatie zijn Perl Wolfe (27), die de vocalen en toetsen voor haar rekening neemt, en drummer Dalia Shusterman (40), beiden uit Crown Heights in Brooklyn, dat een kleine chassidische gemeenschap heeft. Vanwege deze chassidische achtergrond treedt de band uitsluitend op voor vrouwelijk publiek. Dat betekent overigens niet dat ze zich alleen op een ultraorthodox of zelfs maar exclusief Joods publiek richten. Ze maken vette rock voor iedereen. Dat ze elkaar gevonden hebben mag een klein wonder heten. In de ultraorthodoxe gemeenschap zijn musicerende vrouwen eerder uitzondering dan regel. Wolfe groeide op in een chabad-gezin in Chicago. Omdat haar ouders zelf niet religieus waren opgevoed en veel familieleden seculier waren, had ze relatief veel contact met de niet religieuze wereld. Haar ouders, zelf muziekfans, lieten haar kennismaken met Jimi Hendrix, the Doors, Led Zeppelin en the Beatles, maar ook met klassieke muziek, jazz, ragtime en blues. Vanaf haar zesde kreeg ze pianoles. In haar tienerjaren ging ze twijfelen aan haar religieuze omgeving. Ze stopte met kosjer eten en maakte geen sjabbat meer. Tot ze na de middelbare school, zoals zoveel Joodse meisjes, een jaar naar een meisjesseminarium in Israël ging. Die ervaring zorgde ervoor dat ze uiteindelijk terugkeerde naar haar roots.
Na een scheiding verhuist ze naar New York waar de, tot dan toe, visagiste begint met het schrijven van muziek. Juist de muziek herinnert haar aan de kracht van haar geloof. ‘Ik ging zitten en dan kwam het er gewoon uit. Ik keek naar de teksten van mijn liedjes en dacht: Wow! Ik ben een chassied! Ik ben gefrustreerd en in de war, maar dit ben ik.’
Liftend door het land
Shusterman komt uit een modern-orthodoxe familie. In een interview vertelt ze dat ze dat als een ‘spiritueel uitgedroogd pad’ ervaart. Ze krijgt als kind pianoles, maar als ze op een feestje tijdens de pauze van de band het podium opklimt om de drumset uit te proberen weet ze zeker: ik ben een drummer. Op haar zestiende verlaat ze het ouderlijk huis (en haar religie) en trekt ze liftend het land door om op te treden. Overal waar ze komt eindigt ze op een podium. Ze strandt in New Orleans, waar ze kennismaakt met jazz, Braziliaanse muziek en Afro-Cubaanse muziek. Nadat ze een paar jaar lang het land heeft rondgetoerd met de band Hopewell is het genoeg geweest. ‘Hoewel op het podium staan een heel bevredigende en zelfs spirituele ervaring was, wist ik dat het niet de wereld was waarin ik wilde leven,’ zegt ze in hetzelfde interview. Op een dag kreeg ze in Brooklyn een flyer in haar handen gedrukt met een uitnodiging voor een Soekotfeest. Op die avond in Crown Heigths ontmoette ze de man die haar echtgenoot zou worden. ‘Hij was bezig rabbijn te worden en ik stapte uit de toerbus.’ Het echtpaar verhuisde naar Los Angeles en Shusterman luisterde vijf jaar lang helemaal niet naar muziek.
Dan slaat het noodlot toe. De man van Shusterman overlijdt. Met haar vier kinderen verhuist ze terug naar Crown Heights, waar ze kennismaakt met Wolfe, ondertussen voor de tweede keer gescheiden, en druk bezig met het schrijven van muziek. ‘Ik herinner me dat ik in mijn kamer stond en tegen G’d zei: Je moet echt een geweldige vrouwelijke drummer voor me regelen.’ En zo geschiedde. ‘Om iemand in die vrome wereld te vinden, een vrouw nota bene, die muziek maakt, is heel zeldzaam. Het is echt een wonder dat we elkaar gevonden hebben. Een sjiddech!’ vindt Shusterman.
Samen richten ze in 2011 de formatie Bulletproof Stockings op en al in 2012 verschijnt hun eerste EP, Down To The Top. Tegenwoordig wonen de twee samen in een appartement waar ze, als de kinderen naar school zijn, druk repeteren en aan hun repertoire schrijven. De band is inmiddels uitgebreid met tourleden Elischeva Maister en Laura Kegeles, allebei cellist. De muziek die de band maakt is vergeleken met Adele, Fiona Apple en Florence and the Machine, maar heeft ook duidelijk chassidische invloeden. Ook zijn in sommige nummers duidelijk jazzinvloeden te horen. Wolfe, verantwoordelijk voor de meeste songteksten, noemt haar teksten ‘niet altijd uitgesproken religieus, maar wel geïnspireerd op de Tora en de Lubavitcher versie van het chassidisme’.
Zonder mannen
Hoewel de band in kleinere zalen en op een aantal vrouwenuniversiteiten optrad, is het niet altijd makkelijk geweest podia te vinden. Een zaal in Brooklyn zei op het laatste moment een optreden af omdat ze er toch moeite hadden met het ‘geen-mannenbeleid’. Ook Arlene’s Grocery was in eerste instantie niet happig om de band te boeken. ‘We aarzelden, vanwege hun beperkte ervaring in de live scene van New York, en ook omdat we de mannen zouden moeten wegsturen,’ zegt de directeur van de zaal in een interview. Zouden ze de zaal wel vol krijgen? Dus gingen de bandleden letterlijk de straat op om handtekeningen in te zamelen van vrouwen die beloofden te zullen komen. De zorgen bleken onnodig: op de avond van het optreden zat de zaal (150 staanplaatsen) stampvol. En hoewel er geen mannen bij waren, was het vrouwelijk gezelschap zeer divers. ‘Er waren vrouwen met glimmende pruiken, en vrouwen met kortgeknipt haar en oorbellen. Er waren oudere vrouwen, jonge vrouwen, hele vrome vrouwen, agnostische vrouwen. Er waren vrouwen die Engels spraken en vrouwen die Russisch spraken; vrouwen met afro’s en vrouwen met jewfro’s,’ schreef Kayla Epstein in The Guardian’.
Bevrijd of onderdrukt?
Sinds het optreden in Arlene’s Grocery heeft de band geen klagen over media-aandacht. Van The Huffington Post, via de Wall Street Journal naar The Guardian, d e g rote k ranten en sites wisten de vrouwen te vinden. Veelvoorkomende termen in alle artikelen: ‘onderdrukking’ en ‘feminisme’. Het niet toelaten van mannelijk publiek blijkt voor velen de belangrijkste nieuwsfactor. Wolfe en Shusterman zijn daar goed op voorbereid. In elk interview benadrukken ze dat kol isja lijk: ‘de stem van een vrouw’) – de mitswe die mannen verbiedt om naar zingende vrouwen te luisteren – niet betekent dat vrouwen niet mogen zingen. Mannen kunnen de muziek overigens wel via mp3 of online video’s beluisteren.
Volgens Shusterman bestaat hun publiek uit verschillende generaties. Janis Joplin- fans, jonge vrouwen die het missen om naar concerten te gaan en meisjes die nog nooit naar een optreden zijn geweest. Wolfe: ‘Voor de vrouwen in onze gemeenschap die niet religieus opgroeiden, zijn we een frisse wind.’ Na het optreden bij Arlene’s kreeg de band veel negatieve kritiek. Uiteraard vooral online. Het apart houden van vrouwen zou mysogien, seksistisch en onderdrukkend zijn, en bovendien discriminerend. Zelf vinden de vrouwen niet dat zij anti-man zijn, maar juist pro-vrouw. ‘Ben ik bevrijd of onderdrukt? Ik denk dat ik dat zelf bepaal,’ aldus Wolfe. Ze noemt zichzelf eerder feministisch. ‘We creëren een plek waar vrouwen zichzelf kunnen uitdrukken zonder mannelijke aanwezigheid en input. Een ruimte waar vrouwen kunnen zingen en dansen en springen. Dat hebben we nodig. Dit is een feestje waar vrouwen helemaal los kunnen gaan. Mannen zijn niet het middelpunt.’ Dat vindt ook bezoeker van het optreden Chriss Williams: ‘Het is gewoon vrouwenavond. Je hoeft je geen zorgen te maken over mannen versieren. Dat legt de focus op de muziek.’
Stereotypen
Wolfe en Shusterman kennen een groeiende schare seculiere fans, iets waar ze erg blij mee zijn. Wolfe: ‘We richtten ons altijd al op vrouwen in het algemeen,’ maar de band heeft te kampen met stereotypen over de chassidische gemeenschap. ‘Mensen gaan uit van vooronderstellingen. Ze denken dat we niet-Joodse, niet-orthodoxe of niet-heteroseksuele vrouwen zullen discrimineren. Dat is niet zo. Sinds wanneer is dit een religieus evenement? Dit is een rockconcert.’ De meeste negatieve feedback kwam overigens van mannen, en dan vooral van niet-religieuze mannen.
In een online interview beantwoordt Shusterman droogjes de vraag of het niet zonde is de helft van hun potentiele publiek te negeren. ‘Er zijn ongeveer drie miljard vrouwen in de wereld. Wij vinden dat wel genoeg.’