Het CIDI constateert een stijging van 71 procent van het aantal gemelde antisemitische incidenten in Nederland. Om wat voor meldingen gaat het en wat is de betekenis van het cijfer?
Door: Joram Bolle
Al vijf weken lang wordt een vijftienjarige jongen gepest op een school in Amsterdam. Hij wordt uitgescholden voor ‘zionist’ en krijgt van zijn pester te horen dat hij ‘wou dat Hitler de oorlog gewonnen had’. Als er een gevecht tussen de twee ontstaat, steekt de pester de jongen met, waarschijnlijk, een geodriehoek. Gevolg: een snee op z’n buik van twintig centimeter.In Arnhem loopt een man ’s nachts over straat. Hij spreekt Hebreeuws. Zeven mannen passeren hem en roepen hem toe: ‘Denk maar niet dat we niet weten welke taal je spreekt.’ Daarna wordt hij uitgemaakt voor ‘kankerjood’ en uiteindelijk in elkaar geslagen.
Deze incidenten staan beschreven in de Monitor antisemitische incidenten in Nederland$, die jaarlijks door het CIDI wordt uitgebracht. In totaal zijn er over 2014 171 incidenten door het CIDI meegenomen in het rapport. In de monitor staan verschillende soorten incidenten. Dat kunnen geweldsplegingen zijn, maar ook scheldpartijen op straat, racistische e-mails of bekladdingen op muren met bijvoorbeeld hakenkruizen.
Scholen
Een paar cijfers uit de CIDI-monitor vallen op. Met 40 incidenten, is het aantal gemelde scheldpartijen twee keer hoger dan een jaar eerder en het aantal mailtjes met antisemitische teksten is verdrievoudigd naar 29. „Wat we zien is dat de incidenten ook zwaarder geworden zijn,” zegt onderzoeker Guy Muller van het CIDI. Welke factoren daartoe hebben geleid, komt niet naar voren in de Monitor, geeft Muller aan.
In haar rapport besteedt het CIDI relatief veel aandacht aan incidenten op scholen. 2013 kende volgens het rapport al veel incidenten, met 11, maar 2014 ging daaroverheen met 15 gemelde incidenten, exclusief het steekincident met de geodriehoek, dat in de categorie ‘geweld’ is meegerekend. Het gaat vooral om langdurige pesterijen waarvan een melding binnenkomt bij het CIDI. Het rapport is kritisch over de reacties daarop van de scholen: „Sommige scholen doen een melding het liefst af als ‘incident’ of ontkennen dat er ‘op onze school’ wordt gediscrimineerd, wat resulteert in het niet aanpakken van antisemitische pesterijen,” staat in het rapport. Guy Muller: „Het is het hoogste aantal incidenten op scholen in jaren. Dat is extra pijnlijk, want op scholen wordt de basis voor onze democratische rechtstaat gelegd. We vinden dan ook dat er meer aan educatie gedaan moet worden.”
Gazaoorlog
Over 2013 telde het CIDI 100 meldingen mee in de monitor. In 2014 waren dat er al 171. Een flink deel van de stijging is volgens het CIDI gelieerd aan de Gazaoorlog: „In eerdere jaren bleek een significant verband te bestaan tussen grote Israëlische militaire acties en het aantal antisemitische incidenten in ons land,” staat in het rapport. Guy Muller: „Dat is uiteraard geen excuus voor antisemitische incidenten. Geen enkele vorm van racisme kan gerechtvaardigd worden door wat er in het Midden-Oosten gebeurt. Ook racisme tegen moslims niet.”
De Gazaoorlog zorgde onder meer voor een toename van incidenten in de categorie ‘demonstraties’. De beruchtste was de ‘pro-ISIS’-demonstratie op 24 juli in de Haagse Schilderswijk. Daar werd onder andere geroepen: ‘Dood aan de zionist! Vuile Joden!’ De aanwezige politie stelde het niet te hebben gehoord. De Haagse burgemeester Van Aartsen liet via een woordvoerder weten dat er geen grenzen waren overschreden. Op deze houding van Van Aartsen klonk vanuit de Joodse gemeenschap scherpe kritiek. Muller: „En het niet ingrijpen door de politie zorgde voor een toegenomen gevoel van onveiligheid.”
In de drie maanden dat de Gazaoorlog duurde, werden 81 incidenten gemeld. Er werd onder meer een Joods monument in Gorinchem beklad, met de tekst ‘Free Gaza’. Een man met keppel in Vught werd uitgescholden tijdens het uitlaten van zijn hond: ‘Vuile kanker-Jood, vuile kanker-Israëliër, smerige tering-Jood! Dood moeten jullie allemaal, stelletje tering-Joden, klootzakken!’ In Amsterdam ontstaat een ruzie tussen iemand die een Israëlische vlag op het balkon te drogen hangt en de onderburen die als reactie een Palestijnse vlag ophangen. Er worden eieren naar de Israëlische vlag gegooid en uiteindelijk zelfs een molotovcocktail.
Graadmeter
Betekenen de cijfers in het CIDI-rapport ook dat het antisemitisme in Nederland in vergelijking met 2013 is toegenomen? Op haar website meldt het CIDI uitsluitend dat sprake is van een stijging van 71 procent aan antisemitische incidenten. Wie in het rapport duikt, leest een meer genuanceerd verhaal: „Uit dit alles moge duidelijk zijn dat de cijfers in deze monitor geen betrouwbaar beeld kunnen geven van het werkelijke aantal antisemitische incidenten in Nederland in 2014. Zij kunnen wel dienen als een waardevolle graadmeter voor trends, aanwijzingen bieden voor de ontwikkelingen en een bijdrage leveren aan het huidige beleid omtrent antisemitisme en discriminatie in het algemeen.” Zonder de incidenten rond de Gazaoorlog mee te tellen, ligt het aantal incidenten ongeveer even hoog als het jaar daarvoor. Van een structurele stijging van antisemitische incidenten is volgens Guy Muller van het CIDI daarom geen sprake: „Het is niet structureel in die zin dat er meer incidenten zijn. Maar het klopt wel dat er structureel meer antisemitische incidenten zijn als er een oorlog in Israël is.”
Een ander recent rapport, dat van het Meldpunt Discriminatie Internet (MDI), ontwaart ook een stijging van antisemitische gebeurtenissen. De CIDI-monitor rekent incidenten op internet niet mee, omdat het MDI dat al doet. In 2013 was er sprake van 250 antisemitische uitlatingen op internet, in 2014 waren dat er 328. Verder zijn anti-Joodse uitlatingen in absolute zin de grootste categorie volgens het MDI.
Spreekkoren
Duidelijk is in ieder geval dat binnen de Joodse gemeenschap het gevoel van onveiligheid toenam, onder meer door de antisemitische aanslagen in Brussel en Parijs, en omdat er weinig met aangiftes van antisemitisme lijkt te gebeuren, schrijft het CIDI. Dat is bijvoorbeeld ook zo bij spreekkoren bij voetbalwedstrijden. Tijdens de wedstrijd FC Utrecht-Ajax op zondag 5 april, was het weer raak. Guy Muller: „We hebben over deze spreekkoren wat meer meldingen binnengekregen dan andere keren.” Hooligans riepen: ‘Mijn vader zat bij de commando’s, mijn moeder zat bij de SS. En samen verbrandden zij Joden, want Joden verbranden het best.’ De wedstrijd werd ondanks de spreekkoren niet stilgelegd. Pas toen later beelden op YouTube opdoken, werd duidelijk dat Utrecht-aanhangers deze teksten gescandeerd hadden. De KNVB en FC Utrecht ontkenden dat ze de antisemitische koren al tijdens de wedstrijd gehoord hadden.
Joodse organisaties reageren op uiteenlopende wijze op de spreekkorren en dragen verschillende soorten oplossingen aan. Stichting BAN, met journalist Hans Knoop als woordvoerder, klaagde FC Utrecht aan omdat de stadionspeaker van de club de supporters niet tot rust maande. Federatief Joods Nederland van advocaat Herman Loonstein, wil met een kort geding afdwingen dat de KNVB een noodinstructie uitvaardigt richting voetbalclubs en scheidsrechters om wedstrijden bij antisemitische spreekkoren stil te leggen. Daarnaast vindt Loonstein dat de wedstrijd FC Utrecht-Ajax moet worden overgespeeld. Het OM heeft al laten weten de KNVB en FC Utrecht niet in het onderzoek te betrekken en alleen de daders te zullen vervolgen. Het CIDI riep naar aanleiding van de gebeurtenissen in Utrecht op clubs te verplichten camera- en geluidsapparatuur te installeren, waardoor daders kunnen worden opgespoord. In haar monitor over 2014 noemde het CIDI ADO Den Haag als goed voorbeeld van een club die dat al gedaan heeft en dat het voor de alle clubs door de KNVB ‘sterk kan worden aangeraden, zo niet verplicht’.
In de politiek lijkt wel steeds meer bewustwording en consensus over de ernst van hedendaags antisemitisme te komen, vindt Guy Muller. Minister Asscher van Sociale Zaken noemde het CIDI-rapport ‘slecht nieuws’, minister Van der Steur van Veiligheid en Justitie bestempelde de FC Utrechtspreekkoren als ‘onsmakelijk’ en vroeg zich af waarom niet was ingegrepen. „Maar je ziet dat het weinig eenduidig is,” zegt Guy Muller. „Aan de ene kant wordt er meer beveiliging bij Joodse instellingen geplaatst, waardoor Joden zich veiliger moeten voelen en wordt antisemitisme door de meeste politici veroordeeld. Aan de andere kant wordt ambtenaar bij het ministerie van justitie, Yasmina Haifi, die IS in een tweet een Joods complot noemde, niet ontslagen.”
Het laatste wapenfeit in de politieke strijd tegen antisemitisme kwam op 2 april in beeld. Tijdens een debat in de Tweede Kamer over de EU diende de SGP een motie in om de aanpak van antisemitisme tot speerpunt te benoemen als Nederland in 2016 een halfjaar voorzitter van de EU is. De motie werd door alle partijen aangenomen, op GroenLinks na, dat bij vergissing tegenstemde. Guy Muller: „Dat is geen heel concrete maatregel tegen antisemitisme. Mensen die zichtbaar Joods zijn, zijn het vaakst slachtoffer van anti-Joodse incidenten. Wij willen dat er undercoveragenten meegestuurd worden met sjoelbezoekers om de pakkans van daders te vergroten. Want dan is het duidelijk dat Joden uitschelden of aanvallen niet zomaar kan.”