Abonneer op het NIW

Het opinietijdschrift en cultureel magazine in één, voor iedereen geïnteresseerd in de Joodse wereld. Abonneer nu »

Binnenland

Ontheemd

Redactie 25 juli 2014, 00:00
Ontheemd

Om me heen staan mensen met woede in de ogen. Geconcentreerd kijken ze naar de spreekster op het podium die de namen van recent omgekomen kinderen in Gaza opleest. Het is iets over drieën, zondag 20 juli, en ongeveer drieduizend mensen demonstreren vandaag op het Museumplein tegen ‘de genocide tegen de Palestijnen’. De demonstranten hebben Arafatsjaals om, de Palestijnse vlag om zich heen geslagen, maar er zijn er ook velen die de Turkse vlag als cape dragen. Hier en daar is een Jihad- en kalifaatsvlag te zien. „Wij strijden voor de bevrijding van Palestina,” klinkt het vanaf het podium. Uit volle borst scandeert de mensenmassa: ‘Allah akbar’. „De echte Joden weten dat Palestina niet van hen is,” roept een nieuwe spreker. Hij begint een tirade tegen ‘Esther Voet en Ronny Naftaniel, verdedigers van kindermoordenaars’. „Wat zijn jullie smerige mensen,” schreeuwt hij uit over het Museumplein. De rillingen lopen over mijn rug.

Kort erna roept een van de sprekers vanaf het podium: „Wil iedereen die geen moslim is nu zijn hand opsteken?” Het is bedoeld om te ‘bewijzen’ dat er vandaag ook autochtone Nederlanders zijn die deugen. Een weerzinwekkend verzoek. „Waarom steek jij je hand niet op?” vraagt een meisje naast me op dwingende toon. Ze wijst naar mijn arm. Ik ga mijn arm niet opsteken, maak ik haar duidelijk.

Na de toespraken begint de optocht door de binnenstad. Nu zie ik nog meer Jihadvlaggen en de sfeer wordt agressiever. ‘Fuck the Jews!’ wordt er gescandeerd. Ik wilde vandaag met eigen ogen zien hoe deze demonstratie verloopt. Wat voel ik? Vervreemding. Woede. Ik loop door de straten waar ik ben opgegroeid, maar vandaag loop ik in een andere stad. Een stad die even niet als de mijne voelt. De mensenmassa keert iets na zessen weer terug op het Museumplein. De zon schijnt nog en groepjes jongeren zitten op het gras na te praten. Ik spreek vier meisjes – ik schat van midden twintig – aan, vertel hen dat ik werk voor een Joods weekblad. Ze vertellen hoe heerlijk ze het vandaag vonden: ‘een smeltkroes van mensen’ en ‘een dag waarop eindelijk de waarheid klonk’. Ze vertellen hoe zeker ze weten dat ze zich inzetten voor een goede zaak. „We hebben niks tegen Joden. Wel tegen zionisten, die manipuleren de media. Die plegen een holocaust op de Palestijnen.” De meisjes reproduceren de ene na de andere complottheorie van het internet. Ik weet niet waar ik moet beginnen met het weerleggen van zoveel onwetendheid, zoveel kwaadaardige leugens. Wat vinden ze van de massamoorden en uithongerpolitiek in Syrië en Irak, de executies door de terroristische beweging ISIS? Met onder anderen duizenden Palestijnse slachtoffers in Syrië. Is dat ook niet iets om tegen te demonstreren? „Dat is ook heel erg, maar dat is heel ingewikkeld.” Daarna spreek ik nog vele andere demonstranten, die dezelfde verhalen herhalen. Hoe ontluisterend deze gesprekken ook zijn, ik heb in ieder geval het gevoel dat ik me kan verhouden tot de mensen met wie ik spreek. Ik kan hen in de ogen kijken en contact met hen maken. Bij de mensenmassa was sprake van een onoverbrugbare kloof. De mensenmassa voelde gevaarlijk. Daar wilde ik weg.

In Joods Nederland is na de berichtgeving over anti-Israëlische demonstraties met hakenkruizen, de moordpartij in Brussel en de bestorming van Parijse synagogen, de laatste weken meer dan ooit angst voelbaar. Ik hoor mensen om me heen praten over de mogelijkheid van emigreren. Mensen die het daar nooit eerder over hadden. Tegelijkertijd stoor ik me vreselijk aan felle, grove discussies in Joodse kring op social media. En ik weet dat ik bepaald niet de enige ben. Ik vind het weerzinwekkend als op uiterst kille wijze wordt geschreven over het feit dat ook kinderen de dood vinden in Gaza. Als over Palestijnen wordt gesproken alsof het nauwelijks mensen zijn. Met eindeloos veel filmpjes, diagrammen en links naar artikelen die ‘bewijzen’ hoe slecht en immoreel Palestijnen zijn. Wie bij deze verhalen een kanttekening plaatst, wordt hardhandig tot de orde geroepen. Deze luidruchtige minderheid die zich op internet zo radicaal uitlaat over Gaza, noemt ieder ander al snel een ‘linkse theedrinker’, ‘fout’ of ‘een verrader’.
Laat er intussen geen misverstand over bestaan: Hamas is een terroristische organisatie en Israël heeft het recht zich te verdedigen tegen de rakettenregen. Het beschermen van de eigen burgers is zelfs de plicht van de Joodse staat. Hamas misbruikt op walgelijke wijze beelden van dode Palestijnse kinderen in wat ook een pr-oorlog is, vooral ook via social media. Het uit willen schakelen van de terroristische organisatiestructuur van Hamas is een legitiem doel. Of ik het eens ben met de gekozen strategie van de huidige Israëlische regering – of vertegenwoordigers daarvan zoals Lieberman – is weer iets anders.
Misschien is een oorlog beter te verdragen als je de tegenstander reduceert tot een abstractie. Maar het biedt in geen enkel opzicht toekomstperspectief. Alleen al omdat Israël aan het einde van deze oorlog toch weer om de tafel moet zitten met Palestijnse gesprekspartners. Tegelijkertijd moeten we hier in Nederland zien om te gaan met een nieuwe werkelijkheid, waarbij we worden omringd door openlijke haat en gevaar. Ik moet zelf ook nog bedenken wat ik precies moet met mijn ‘anti-zionistische’ stadgenoten. Ik heb zeker niet alle antwoorden. Eén ding weet ik zeker: we moeten elkaar als mensen blijven zien, juist als dat bijna onmogelijk voelt. Iedere andere weg leidt naar een plek waar ik niet wil zijn.

Abonneer op het NIW

Abonneer nu!
Tags dit artikel heeft geen tags
Opmerkingen (0)
Plaats opmerking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *