Naar aanleiding van de oproep in het commentaar in NIW 18 over de zaak Blok, reageert de kersverse voorzitter van het OJEC, het Overlegorgaan Joden en Christenen, Piet van Midden, op de controverse. Het NIW drukt dit belangrijke, klip en klare signaal – ook naar de Protestante Kerken Nederland (PKN) – hierbij integraal af.
“Iets gaat niet zomaar hopeloos fout. Neem de herdenking in Apeldoorn in 2017 van de nacht van 21 op 22 januari 1943. Destijds werden 1300 Joden, patiënten van het Centraal Israëlitisch Krankzinnigengesticht Paedagogium Achisomog als gedierte en nog minder dan dat, afgevoerd naar en vernietigd in Auschwitz-Birkenau. Er zijn G’d dank mensen die gedenken, die terugkijken, en vooruit: terug om te zien wat er is gebeurd en hoe het zo gekomen is, en vooruit omdat het zomaar weer kan gebeuren. Een van hen, de voorzitter Herdenking Apeldoornsche Bosch, Tom Fürstenberg, deed dat op zijn eigen – scherpe – wijze en beschuldigde de Apeldoornse vredesweekorganisatie van antisemitisme. Dat is nogal wat. De eerste gedachte is – en was bij mij – dat het zou gaan om een uitlating gedaan in de hitte van het debat. Maar je moet je altijd blijven afvragen of dat dan het laatste woord is. Fürstenberg refereerde aan de ruimte die mr. C.W. Blok, voorzitter van Kairos-Sabeel Nederland, kreeg om in september 2016 zijn woordje te doen over Israël en wat ik hier maar even de ‘Palestijnse kwestie’ noem; wetend dat ik mij daarmee de boosheid van sommigen op de hals kan halen, maar dat zij dan zo.
Ik heb de woorden van Blok gelezen en nageluisterd en de haren rezen me te berge. Hoe kan iemand die enigszins is ingevoerd in de problematiek de nazi’s van stal halen als forum om Palestijnse jihadisten als vrijheidsstrijders neer te zetten? Hoe kom je erbij om van ‘het Joodse ras’ te spreken? Hoe bestaat het dat een Nederlandse rechter dat doet? Als een of andere vage producent van Twittervuil zoiets zegt, haal je de schouders op. Maar een rechter, zo’n man van audi et alteram partem, ‘hoor ook de andere kant’.
Binnen het OJEC was de eerste gedachte: dit is onacceptabel. Wij hebben hier een rol te vervullen. Dat is ook direct in een gesprek met de PKN gebeurd, met als gevolg dat we nu met betrokkenen rond de tafel gaan zitten. De O in OJEC staat immers voor ‘overleg’. Daar geloven we in, al zet de actualiteit een gesprek zomaar onder druk. Maar anderzijds moet je ook gewoon zeggen: hier zijn grenzen ver overschreden. Of nog erger: hier ontdekt iemand niet eens dat er grenzen zijn.
Het OJEC is een gespreksplatform van de verschillende christelijke en Joodse gemeenschappen. Een van die partners is de Protestantse Kerk. De PKN is niet vertegenwoordigd in de organisatie die de heer Blok leidt en is daar ook niet verantwoordelijk voor. Waaraan Blok leiding geeft is met name de vriendenclub van Sabeel. De PKN werkt in haar diaconale poot ‘Kerk in Actie’ wél samen met het internationale centrum Sabeel in Jeruzalem en heeft daar ook een budget voor over. Hoe leg je dat aan je Joodse gesprekspartners uit? Kun je uitleggen aan de mensen rondom je tafel dat je een kerk vertegenwoordigt die enerzijds vooraan in haar kerkorde heeft staan onopgeefbaar verbonden te zijn met Israël (let wel: de kerkorde bedoelt daarmee niet de Joodse staat, want Joden moeten daarvan los worden gezien, alsof Sion niet in hun DNA zit), maar anderzijds samenwerkt met organisaties die niet alleen de Joodse staat, maar ook het volk Israël theologisch wegdenken? Daarmee wordt zomaar het beeld geschapen dat je twee gezichten hebt en ook met twee monden spreekt.
Het OJEC gaat nog steeds uit van overleg. Gesprek veronderstelt dat je jezelf hebt ingelezen en hebt ingeleefd in de problematiek die op tafel ligt. En daar lijkt het nu niet op.”
Dr. Piet van Midden, voorzitter OJEC