Als we willen vaststellen of Israël het oorlogsrecht schendt, moeten we eerst een paar stappen terug. Een dergelijke conclusie kan pas worden getrokken na een gedegen, onafhankelijk feitenonderzoek. Dat is op dit moment, althans als het gaat om de handelingen in Gaza, niet mogelijk omdat er geen effectieve toegang bestaat voor onafhankelijke onderzoekteams. Maar belangrijker nog zijn de volgende aspecten.
Internationaalrechtelijk bestaat er verschil tussen een terreurbeweging die onschuldige burgers wil doden en een militaire operatie, uitgevoerd op grond van het internationaalrechtelijk erkende recht op zelfverdediging. Bij dit laatste is het oogmerk een tegenstander of vijandige strijders uit te schakelen, dus geen burgers. Daarbij kunnen als gevolg van die operaties soms burgerslachtoffers vallen, omdat honderd procent precisie in militaire handelingen niet altijd haalbaar is. Als dat het geval is, betekent dit nog niet dat het handelen dan een oorlogsmisdrijf is. Dit bleek ook al tijdens de NAVO-bombardementen op Belgrado in Servië tijdens de Kosovo-oorlog (2000), waarbij ongeveer 570 burgers om het leven kwamen en meerdere burgerdoelen geraakt werden, waaronder een ziekenhuis, een ambassade en een tv-station. De hoofdaanklager van het Joegoslaviëtribunaal concludeerde na een diepgaand onderzoek naar deze bombardementen dat er geen strafrechtelijke opzet bestond bij de NAVO-militairen om burgers te doden en burgerdoelen te treffen. De handelingen van de NAVO werden daarom niet gezien als een oorlogsmisdrijf. Als in een legitieme militaire operatie dus burgers worden getroffen die geen doelwit zijn, betekent dat nog niet dat er sprake is van een oorlogsmisdrijf.
Proportioneel
Als we kijken naar de recente geschiedenis, dan is een militaire aanval op grond van het zelfverdedigingsrecht toegestaan, indien de VN zelf niet in staat is een land en zijn burgers te beschermen. Na de terreuraanslag van 11 september 2011 op de Twin Towers en het Pentagon besloten de Verenigde Staten en Groot-Brittannië inAfghanistan de terreurorganisatie Al Qaida uit te schakelen. Dat besluit werd voorafgegaan door een resolutie van de VN Veiligheidsraad van 28 september 2001. Hierin werd internationaal terrorisme een bedreiging genoemd van internationale vrede en veiligheid en de noodzaak benadrukt terrorisme te bestrijden by all means.
Als burgers worden getroffen, is er nog niet direct sprake van een oorlogsmisdrijf
Op 7 oktober van dat jaar vielen de VS en het Verenigd Koninkrijk Afghanistan binnen. In die operatie verloren ruim 46 duizend burgers het leven. De vraag die toen al rees, was of die inzet wel proportioneel was in relatie tot het doel, te weten: een terreurorganisatie uitschakelen. Proportionaliteit is in het internationaal recht echter geen mathematisch begrip. Het gaat niet om getallen, maar om de vraag of het militair voordeel dat het leger met een operatie kan behalen opweegt tegen het risico dat burgers worden geraakt. Alleen als er sprake is van een excessieve disbalans zou je kunnen spreken van disproportioneel handelen.
In de situatie van Afghanistan is deze vraag niet aan een rechter voorgelegd, omdat de hoofdaanklager van het Internationaal Strafhof in Den Haag in 2021 besloot de Amerikaanse militairen die verantwoordelijk waren voor de operatie niet te vervolgen.
Gelegitimeerd
Dat zijn de uitgangspunten van het internationaal recht. Als we die toepassen op de vraag of Israël zich nu schuldig maakt aan oorlogsmisdrijven, moeten we concluderen dat een antwoord voorbarig is. Niet in de laatste plaats omdat het aantal slachtoffers aan Israëlische zijde niet getalsmatig vergeleken mag worden met het aantal aan Palestijnse zijde.
Daarnaast dient zich een andere vraag aan: is Israël gelegitimeerd een grondoorlog te beginnen? Het internationaal recht stelt dat die geoorloofd is zolang de aanval van de tegenstander voortduurt en de vijand niet met andere middelen kan worden uitgeschakeld. De tegenwerping dat Hamas gelegitimeerd zou zijn Israël aan te vallen om aan de ‘bezetting’ een einde te maken, is internationaalrechtelijk een oneigenlijk argument. Voor het welbewust doden van onschuldige burgers is geen rechtvaardiging. Zelfs niet als je de stelling onderschrijft dat er sprake zou zijn van 75 jaar bezetting door Israël. Het internationaal recht verbiedt dat mensen die zich voor vrijheidsstrijders uitgeven, zich bedienen van terreur om hun doel te bereiken. Zo oordeelde bijvoorbeeld de Nederlandse rechter enkele jaren geleden in een zaak tegen de Tamil Tijgers, die opkwamen voor een onafhankelijke staat in Sri Lanka.
Complexe opgave
Aan een grondoorlog zijn wel voorwaarden verbonden. Burgers moeten de kans krijgen het gebied te verlaten, omdat het internationaal recht vereist dat burgers gespaard worden. Bij een grondoorlog in stedelijke gebieden kan niet alleen worden volstaan met een waarschuwing. De militaire commandant moet zich ervan vergewissen dat burgers het gebied hebben verlaten. Voor zover nu bekend, heeft Israël zich aan deze regel gehouden en waarschuwt de IDF de Gazaanse burgers zich naar het zuiden te verplaatsen om hun levens te beschermen.
De vraag is: hoe onderscheid je een burgerdoel van een militair doel?
Dat mag echter niet ontaarden in een verkapte gedwongen deportatie uit het land. Zodra de grond-
oorlog ten einde is, moeten deze burgers kunnen terugkeren naar hun woonplaatsen. Daarnaast mag een grondoorlog in dit geval alleen gericht zijn op het uitschakelen van de infrastructuur van Hamas. Dat is een complexe opgave, omdat die infrastructuur zich bevindt in bewoond gebied. De vraag rijst dan hoe het onderscheid nog valt te maken tussen een burgerdoel en een militair doel. Een burgerdoel kan een militair doel worden als het effectief wordt gebruikt voor militaire doeleinden. Dit zal de IDF steeds daarom per geval moeten analyseren, alvorens een dergelijk doel uit te schakelen.
Onder de loep
Wat is dan het juridische antwoord? Schendt Israël het internationaal oorlogsrecht en maakt het land zich schuldig aan oorlogsmisdrijven? Dat kan pas worden beoordeeld aan het einde van de operatie, als alle beschikbare informatie op onafhankelijke wijze is beoordeeld. Ook het handelen van Hamas moet daarin onder de loep zijn genomen, om na te gaan of burgers als menselijk schild zijn gebruikt en hun woningen voor militaire doeleinden zijn aangewend.
Foto: Palestijn na een Israëlisch bombardement op Kfar Younis, Gaza. Foto: Flash90