Soms moet een mens het, à contrecoeur, deels met zijn antagonisten eens zijn. De Joodse Natiestaat-wet is daar een voorbeeld van. Die wet was koren op de molen van Israël-bashers. Israël hield op een democratische rechtsstaat te zijn, kon men in tal van kritische commentaren lezen en horen. Alsof die critici vóór het aannemen van deze wet anders over Israël dachten. Maar nu gaven Bibi en de Knesset de bashers een schot voor open doel. Zij hoefden de bal maar in te tikken om te scoren.
Nadere analyse van de wet levert de conclusie op dat wat nu formeel bij wet is vastgelegd niet meer is dan in 1948 in de Onafhankelijkheidsverklaring werd verankerd. Niet meer, maar helaas wel minder! Premier Ben Goerion en zijn opvolgers hebben die verklaring nooit in de vorm van grond- of basiswetten willen uitwerken, omdat dit tegenstellingen tussen Joden en Arabieren en Joden onderling zou aanscherpen. Daar zat niemand op te wachten en met de bestaande verklaring viel in de praktijk goed te leven. Soms werd het Hooggerechtshof om een uitspraak of interpretatie van de verklaring gevraagd, zodat er de afgelopen zeventig jaar degelijke jurisprudentie werd opgebouwd.
Een voorbeeld: op enig moment voerde de beveiliging op het vliegveld van Tel Aviv drie rijen in voor reizigers. Een voor Israëli’s, een voor niet-Israëli’s en een voor Israëlische Arabieren. Israëli’s werden niet of nauwelijks gecontroleerd, niet-Israëli’s soms zeer grondig en Israëlische Arabieren werden veelal bij de incheckbalies tot op het bot vernederd. Het Hooggerechtshof heeft daar na protesten een eind aan gemaakt. Israëlische Arabieren waren Israëlisch staatsburger en dienden gelijkelijk aan Joodse Israëli’s te worden behandeld, tenzij er specifieke redenen waren daar in incidentele gevallen redenen van af te wijken.
Van het gelijkheidsbeginsel uit de Onafhankelijkheidsverklaring is niets terug te vinden
In het thans aangenomen wetsvoorstel is van het gelijkheidsbeginsel dat in de Onafhankelijkheidsverklaring ligt verankerd niets terug te vinden. Over gelijke rechten voor alle burgers wordt niet langer gerept. Bibi heeft na een petitie van de druzische minderheid beloofd de wet te zullen amenderen en de druzen gelijke rechten te geven. Maar over de veel grotere Arabische minderheid repte hij met geen woord. Daarmee introduceerde hij een verwerpelijke verdeel-en-heers-politiek, in de hoop en verwachting dat de druzen hun petitie bij het Hooggerechtshof zouden intrekken, hetgeen zij wijselijk nalieten.
Eendimensionaal
Bashers en verontruste integere critici van de wet hebben er helaas gelijk in dat deze Israël als democratische rechtsstaat ondermijnt. Een land waar niet alle burgers gelijkelijk worden behandeld is per definitie geen democratische rechtsstaat. Wat resteert is een eendimensionale democratie waar de meerderheid overheerst en voorbijgaat aan de rechten en belangen van minderheden. Dat was niet wat de vroege zionisten voor ogen stond en ook nadrukkelijk niet wat zij in de Onafhankelijkheidsverklaring tot uitdrukking brachten.
Israël zou een seculiere Joodse staat worden. Een staat voor Joden met gelijke rechten voor minderheden. Tot drie weken geleden was het dat ook. Maar ook toen hadden de bashers kritiek. Toen de verkeerde wet werd aangenomen verheugden zij zich meer dan dat zij die wet betreurden. Het was prijsschieten en gemakkelijk scoren geworden. Maar ik verwacht en hoop van harte dat hun lol van korte duur zal zijn en het Hooggerechtshof de wet in zijn huidige formulering voor amendering naar de Knesset zal terugverwijzen. De rechtsstaat ligt thans in handen van de rechter en die heeft waarlijk vaker de gele kaart getrokken.