Abonneer op het NIW

Het opinietijdschrift en cultureel magazine in één, voor iedereen geïnteresseerd in de Joodse wereld. Abonneer nu »

Buitenland

Rechts vs. hooggerechtshof

Het Israëlische Hooggerechtshof lijkt meer oppositie te voeren dan de oppositie zelf.

Redactie 27 oktober 2017, 00:00
Rechts vs. hooggerechtshof

Ultaorthodoxe Joden demonstreren in Jeruzalem tegen de dienstplicht. Foto: Yaniv Nadav/FLASH90

De coalitie van premier Netanyahu maakt zich op voor een keiharde strijd tegen de Israëlische opperrechters, die de afgelopen maanden de ene na de andere wet afschoten.

Met een hele reeks wetsvoorstellen zijn de verschillende partijen van Netanyahu’s nationalistisch-religieuze regeringscoalitie van plan het Beet Hamisjpat Ha’elion, het hooggerechtshof in Jeruzalem, buitenspel te zetten. Zo willen de religieuze partijen Shas en Verenigd Tora-jodendom dat er een wet komt die de dienstplicht voor ultraorthodoxe Israëli’s op de lange baan schuift. In september hadden de opperrechters een amendement uit 2015 op de zogenoemde Gelijke Dienstplicht-wet ongeldig verklaard. Deze wet was een jaar eerder aangenomen om de ongelijkheid tussen ultraorthodoxe en seculiere Israëli’s te verkleinen.
Het conflict over de dienstplicht dateert uit de beginjaren van de Joodse staat, toen David Ben-Goerion als eerste premier in 1949 vierhonderd religieuze studenten vrijstelde. Inmiddels hoeven tienduizenden ultraorthodoxe studenten niet het leger in, een ongelijkheid die voor een enorme ergernis en verdeeldheid onder de Israeli’s heeft geleid. In 2014 kwam het onder initiatief van de centristische Yesh Atid-partij tot wetgeving waarin werd bepaald dat ieder jaar meer jonge charediem opgeroepen worden voor de IDF. Maar in 2015 traden de ultraorthodoxe partijen toe tot Netanyahu’s regering en werd via een amendement de wet uitgesteld. Dit uitstel werd echter vorige maand door het hooggerechtshof als ‘ongrondwettelijk’ van tafel geveegd. De opperrechters hebben de regering een jaar de tijd gegeven de ongelijkheid tussen religieuze en seculiere jongeren op te heffen, dit tot grote woede van ultraorthodoxe politici.

Activistisch
Minister van Justitie Ayelet Shaked en onderwijsminister Naftali Bennett (beiden van de nationalistisch-orthodoxe Joodse Huis-partij) denken de oplossing te hebben gevonden om de opperrechters in het gareel te krijgen. Partijleider Bennett beklaagt zich al jaren over het ‘activistische’ hooggerechtshof, dat meer oppositie lijkt te voeren tegen Netanyahu’s steeds rechtsere koers dan de hopeloos verdeelde oppositie zelf. Bennett en Shaked willen nu met een voorstel komen dat behelst dat wanneer een wet wordt afgekeurd door het hooggerechtshof, de Knesset met een nieuwe regeling kan komen die niet meer door datzelfde hof kan worden getoetst. Maar Moshe Kahlon, minister van Financiën en leider van de centrumrechtse coalitiepartner Kulanu (‘wij allen’), heeft al aangekondigd dat hij niet zal toestaan dat zijn regering de bevoegdheden van de rechterlijke macht aan banden legt. En natuurlijk ligt het voor de hand dat het Hof de door Bennett zo vurig gewenste wet zelf ook ongeldig zal verklaren, wat tot een patstelling en een ernstige constitutionele crisis zou kunnen leiden.

Het Hof lijkt meer oppositie tegen Netanyahu te voeren dan de oppositie zelf

Dit dreigt ook te gebeuren met het meest omstreden wetsvoorstel van de regering-Netanyahu. Zijn Likoed-partij komt met een wetsvoorstel dat zittende premiers immuniteit tegen vervolging wegens corruptie garandeert. Niet geheel toevallig lopen er ten minste twee onderzoeken tegen Netanyahu. Dit heeft geleid tot een storm van protest, al zou de nieuwe wet in principe niet gelden voor de huidige premier. Niet alleen de oppositie maar ook leden van Netanyahu’s regering – onder wie minister van Justitie Shaked – maken zich er zorgen over dat tijdens de behandeling amendementen zullen worden aangebracht die ervoor zorgen dat Bibi toch de dans ontspringt.
De aan het hooggerechtshof verbonden procureur-generaal Avichai Mandelblit noemde het wetsvoorstel niet alleen ‘absurd’, maar sprak de angst uit dat het – indien aangenomen – het ambt van premier in een ‘schuilplaats voor criminelen’ zal veranderen. “Dit zou een enorme klap betekenen voor de rechtsstaat, het principe van gelijkheid voor de wet en het publieke vertrouwen,” aldus Mandelblit. Nog opvallender was de manier waarop de over het algemeen apolitieke president Reuven Rivlin van leer trok tegen de ‘immuniteitswet’. Bij de opening van de wintersessie van de Knesset afgelopen maandag, beschuldigde Rivlin (een partijgenoot van Netanyahu) de regering ervan via een ‘contrarevolutie’ het hooggerechtshof te willen ‘ondermijnen’.

Abonneer op het NIW

Abonneer nu!
Tags dit artikel heeft geen tags
Opmerkingen (0)
Plaats opmerking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *