De nieuwe zakelijk directeur van het Joods Historisch Museum is bezig met een reorganisatie die ‘kansen’ biedt maar ook leidt tot gedwongen ontslagen.
Auteur: Frank Kromer
Foto: Jansje Klazinga
Nu het reorganisatieproces in volle gang is, worden de contouren van de nieuwe organisatie steeds zichtbaarder. Een tiental werknemers zal gedwongen afscheid moeten nemen van hun plek bij het Joods Historisch Museum (JHM). „In het algemeen geldt dat er voor het leeuwendeel van de medewerkers weinig verandert. Er zijn nieuwe functies gecreëerd en voor een aantal mensen betekent dit een concrete kans op promotie. De andere kant van de medaille is dat er tien arbeidsplaatsen komen te vervallen,” vertelt zakelijk directeur Liesbeth Bijvoet met een serieuze blik.
„Afscheid nemen van medewerkers doe je natuurlijk niet met plezier, laat dat duidelijk zijn. We bieden ze een goed sociaal plan en proberen, waar mogelijk, via ons netwerk een nieuwe werkplek voor hen te vinden.” Liesbeth Bijvoet zit ontspannen aan de overlegtafel in haar kantoor boven het Joods Historisch Museum. Vanuit haar raam kijkt de nieuwe zakelijk directeur recht op de Portugese Synagoge. Ze viel met haar aantreden, een kleine twee maanden geleden, midden in het reorganisatieproces dat met goedkeuring van de raad van toezicht en ondernemingsraad was gestart. „Uiteindelijk ben ik van mening dat dit proces kansen biedt. We hopen met de nieuwe organisatie een efficiencyslag te maken. De reorganisatie houdt concreet in dat we één werkorganisatie gaan neerzetten die verantwoordelijk is voor de exploitatie van de vier afdelingen van het Joods Cultureel Kwartier: het JHM, de Portugese Synagoge, de Hollandsche Schouwburg en het Kindermuseum. Hiermee brengen we een verhaal naar buiten van cultuur, religie en geschiedenis,” zegt Liesbeth Bijvoet.
„De organisatie moet opnieuw worden ingericht zodat deze uitgerust is om de uitdagingen van deze tijd op te pakken. Er komen minder subsidiegelden uit Den Haag; op dit moment vijf procent. Het wordt daarom heel belangrijk om ook andere commerciële activiteiten aan te bieden, zoals de door ons ontwikkelde succesvolle ‘Ontmoetingen’- methodiek of door bijvoorbeeld tijdelijke tentoonstellingen te produceren en zodoende een portefeuille aan reizende tentoonstellingen te realiseren. Daar hoort een strakke werkorganisatie bij die deze ideeën kan ondersteunen.”
Subsidiestroom
„We hebben als rijksgesubsidieerd museum een nieuwe subsidieaanvraag gedaan voor 2013-2016 bij het ministerie van OCW. Je moet aan bepaalde eisen voldoen om in aanmerking te komen. Het belangrijkste is dat het museum in staat is eigen inkomsten te genereren. De verhouding tussen de subsidiegelden en eigen inkomsten moet in de komende jaren een stijgende lijn laten zien. Inkomsten van het Joods Cultureel Kwartier bestaan onder andere uit entreegelden, fondsen, donaties, en publieksactiviteiten. De eigen inkomstennorm haalt het Joods Cultureel Kwartier ruim. Het is natuurlijk een aparte situatie. Musea die afhankelijker zijn van subsidies, hebben het nu veel moeilijker. Eigenlijk zou Den Haag meer oog moeten hebben voor de musea die het goed doen, iets toevoegen aan het culturele bestel maar bijvoorbeeld geen Nachtwacht of zonnebloemen hebben,” vertelt Bijvoet.
„Door de daling van subsidies zal iedereen op de beschikbare fondsen duiken. Het zal dus ook nog eens lastiger worden om die gelden binnen te halen. Ik weet niet in hoeverre wij daar last van gaan krijgen, maar het is niet goed dat er een negatief klimaat geschapen is voor kunst en cultuur. Voor particulieren en sponsoren wordt het zo minder aantrekkelijk om gelden te doneren. We zijn natuurlijk heel erg blij met de BankGiro Loterij als toevoeging aan ons collectiebudget. En mede dankzij hen kunnen we de schatten van de Portugese Synagoge verder voor het publiek ontsluiten.” Tegenwoordig krijgt cultureel ondernemen veel aandacht, geeft Bijvoet aan. „Voor het Joods Cultureel Kwartier klinkt dat aantrekkelijk, en laten we daarbij vooral ook uitgaan van onze doelstellingen. Ik ben er niet voor om er een circus van te maken. De inhoud mag nooit ten koste gaan van feesten en partijen. Door goede tentoonstellingen neer te zetten maken we ons interessant voor publiek en sponsoren. Hoe groter de publieke waarde die wij bieden, des te groter de garantie voor een gezonde exploitatie.”
Een van die nieuwe aanpakken is een gemeenschappelijk entreekaartje voor het Joods Cultureel Kwartier. „Het is nu al een aantoonbaar succes, we hebben de afgelopen maanden veel bezoekers gehad. De tentoonstelling in de Nieuwe Kerk was ook een groot succes; dat effect merk je op de lange termijn. Daarnaast is het haalbaarheidsonderzoek naar een nationaal Shoa-museum in de Hollandsche Schouwburg bijna afgerond. Ik kan nog niet zeggen wat eruit komt, maar we zijn er druk mee bezig.”